Een 10-minutengesprek is een gesprek tussen leerkracht en ouders. Sommige scholen nodigen hierbij ook de leerling uit. De meeste basisscholen organiseren twee of drie keer per jaar een 10-minutengesprek. Tijdens dit gesprek vertelt de leerkracht hoe het met de voortgang van een leerling gaat. Wat zijn de leerprestaties van de leerling? Zijn er bepaalde vakken waar de leerling moeite mee heeft? Of vindt een leerling de leerstof juist te makkelijk en verveelt hij zich? En hoe biedt de school hierbij de juiste ondersteuning?
Leerkrachten onderbouwen deze informatie meestal met gegevens uit het schoolrapport en toetsresultaten. Sommige scholen hebben het niet over een 10-minutengesprek (tienminutengesprek), maar over een oudergesprek, voortgangsgesprek of rapportgesprek.
Maar het gaat tijdens een 10-minutengesprek niet alleen om leerprestaties. Ook de sociaal-emotionele ontwikkeling van een kind en het gedrag is de klas komen aan bod. Hierbij wisselen leerkracht en ouders informatie uit. Gedraagt een kind zich thuis net zo als in de klas? Of zijn er juist opvallende verschillen? Deze informatie is waardevol, omdat zo het complete kind in beeld komt. Is een kind bijvoorbeeld erg angstig en verlegen in de klas, maar thuis helemaal niet? Dan kunnen leerkracht en ouders een plan maken hoe zij de leerling hierbij kunnen helpen.
U kunt zich voorbereiden op het 10-minutengesprek door vooraf een aantal onderwerpen/vragen op te schrijven en deze mee te nemen naar het gesprek. Vragen die u kunt stellen zijn bijvoorbeeld:
Ook over het schoolrapport en toetsresultaten kunt u vragen voorbereiden. Misschien vraagt u zich af wat de leerkracht met een bepaalde opmerking in het schoolrapport bedoelt. Of u wilt weten waarom uw kind een laag cijfer heeft gekregen voor een bepaald vak.
Meer tips vindt u in: ‘Tips aan ouders voor het 10-minutengesprek’.
Zijn de ouders van een leerling gescheiden? En hebben beiden het ouderlijk gezag? Dan heeft de school naar beide ouders een actieve informatieplicht. Dat betekent dat de school beide ouders dezelfde schriftelijke en mondelinge informatie moet geven.
Als één van de ouders geen gezamenlijk oudergesprek wil, moet de school de ouders de mogelijkheid bieden afzonderlijk op gesprek te komen. De school hoeft de andere ouder geen informatie te geven over de inhoud van het gesprek, omdat dit vertrouwelijke informatie kan bevatten. Dit geldt ook voor de gespreksverslagen; die mogen niet zonder de toestemming van de andere ouder verstrekt worden.
Meer informatie hierover lees je in ‘Informatieverstrekking aan gescheiden ouders’ van Onderwijsgeschillen.
Scholen zijn verplicht om ouders te informeren over de vorderingen van hun kind en een schoolrapport op te stellen (Art. 11 WPO), (Art. 23b WVO) en (Art. 20 WEC). Tijdens een 10-minutengesprek is er vervolgens ruimte voor ouders voor een toelichting en vragen over het rapport.
Op de basisschool moeten leerkrachten de vorderingen bijhouden in een leerling- en onderwijsvolgsysteem. Hierin staan in ieder geval de toetsresultaten op het gebied van Nederlandse taal en rekenen (Art. 8 lid 6 WPO).
In het voortgezet onderwijs hebben ouders vaak al inzage in de schoolresultaten van hun kind via Magister of een soortgelijke dienst. De meeste middelbare scholen organiseren een paar keer per jaar een ouderavond, waarbij ouders met drie verschillende docenten in gesprek kunnen gaan. Soms kiezen ouders met welke docenten zij willen spreken. Maar het kan ook zo zijn dat de school hier, afhankelijke van de resultaten, initiatief in neemt.
De meeste scholen benadrukken het belang van het rapportgesprek in de schoolgids, maar verplichten ouders niet te komen. Sommige scholen verplichten het rapportgesprek daarentegen wel, om zo de ouderbetrokkenheid te vergroten. Zij eisen bijvoorbeeld dat ouders het rapport op school komen ophalen. Dit is toegestaan omdat scholen inrichtingsvrijheid hebben. Maar dit heeft ook een nadeel. Ouders kunnen zich immers niet voorbereiden op het gesprek, omdat ze het rapport nog niet hebben ingezien.