In Amsterdam kunnen kinderen van twee tot vier jaar naar de voorschool. Hier breiden zij spelenderwijs hun taal- en rekenvaardigheden uit, zodat ze goed voorbereid naar de vroegschool of basisschool gaan. Buiten Amsterdam kunnen peuters meestal vanaf tweeënhalf jaar naar de voorschool.
De voorschool is met name geschikt voor peuters met een (taal)achterstand, omdat zij hier een speciaal educatieprogramma krijgen: een VVE-programma. De pedagogisch medewerkers zijn opgeleid om hiermee te werken.
In ‘Wat leert mijn kind op de voorschool?’ vind je meer informatie over wat en hoe peuters op de voorschool leren.
Is uw kind vier jaar? Dan maakt het de overstap van de voorschool naar de basisschool. Een vroegschool is groep 1 en 2 op de basisschool, waarin leerkrachten met een VVE-programma werken. Ook hier kunnen leerlingen een (taal)achterstand inhalen, zodat ze beter voorbereid aan groep 3 beginnen.
Een voorschool werkt altijd samen met een basisschool. Bovendien zitten beide scholen vaak in hetzelfde gebouw en werken zij meestal met hetzelfde VVE-programma. Zo ontstaat er een doorgaande leerlijn. De basisschool is verantwoordelijk voor de vroegschoolse educatie.
VVE richt zich niet alleen op de taalontwikkeling, maar ook op andere gebieden, namelijk:
Kinderen ontwikkelen bovenstaande vaardigheden spelenderwijs, bijvoorbeeld door tekenen, zingen, fietsen, voorlezen en buitenspelen.
Voor- en vroegscholen kunnen kiezen uit een aantal landelijk erkende VVE-programma’s. De meest gebruikte methodes in Amsterdam zijn:
Meer informatie over voor- en vroegschoolse educatie in Amsterdam staat op de website van de gemeente.