Locatie: Huis van de Wijk, Hoekenes 25, Osdorp, stadsdeel Nieuw-West, Amsterdam
Datum: 17-12-2013
Duur debat: 19:30 uur – 22:30 uur
Aantal deelnemers: 32
Aanwezig: Abdellah Mehraz (Trias Pedagogica), Menno van de Koppel (OCO ), Mostafa Abbo (voormalig zorgcoördinator in Eindhoven), en 24 jonge vaders met schoolgaande kinderen in het basisonderwijs (Kraemer, Lucas en El Amien school ), 3 vaders met schoolgaande kinderen in het voortgezet onderwijs (Calandlyceum) en 2 vaders zonder schoolgaande kinderen.
De heer Abdellah Mehraz opent het debat om 19:30 uur en heet iedereen welkom. Hij zegt dat hij de meeste gezichten herkent uit opvoeddebatten in de afgelopen periode en sommige gezichten voor eerste keer ziet.
De heer Mehraz vertelt dat het onderwijs vaak genoemd werd door de vaders tijdens de opvoeddebatten. De vaders hebben veel vragen hebben over het onderwijs van hun kinderen en over de onderwijsinstellingen die hun kinderen bezoeken, met name vaders van de drie dichstbijzijnde basisscholen in Osdorp.
Daarom is de heer Menno van de Koppel uitgenodigd van de Onderwijs Consumenten Organisatie (OCO) om het debat bij te wonen. Hij gaat uitleggen wat OCO is en wat OCO kan betekenen voor de vaders. De vaders zijn tijdens een bezoek aan het OKC in Osdorp erachter gekomen dat er zo een organisatie als OCO bestaat. Tijdens de vorige bijeenkomst van de vaders op dinsdag 3 december 2013 is besloten om OCO uit te nodigen.
De heer Mehraz zegt dat hij het belangrijk vindt dat de vaders betrokken willen worden bij het onderwijs van hun kinderen, omdat het onderwijs ook onderdeel van de opvoeding is en de betrokkenheid van de vaders belangrijk is voor de carrière van hun kinderen.
De heer Mehraz meldt dat vandaag ook een gast uit Eindhoven is uitgenodigd om met de vaders te debatteren, de heer Mostafa Abbo. Omdat de heer van de Koppel nog onderweg is geeft de heer Mehraz het woord aan de heer Abbo om zichzelf aan de groep vaders te voorstellen en advies te geven aan vaders die vragen hebben over school.
De heer Abbo stelt zich voor aan de groep vaders en zegt dat het voor hem een eer is om vanavond aanwezig te mogen zijn. Hij is blij dat deze vaders betrokken willen worden bij het onderwijs van hun kinderen.
Hij zegt dat de samenleving vraagt om betrokkenheid van de ouders bij het onderwijs. Iedereen streeft ernaar om ouderbetrokkenheid te realiseren omdat ouders een grote rol spelen in het leven van hun kind. Zeker op de basisschoolleeftijd vormen ouders nog de brug tussen school en thuis.
De heer Abbo stelt dat het van belang is dat vaders weten hoe het onderwijssysteem in elkaar zit en wat de kwaliteit is van het onderwijs dat hun kinderen krijgen. Maar wat is onderwijskwaliteit eigenlijk en hoe kijken ouders in Nederland daarnaar?
Het niveau wat leerlingen bereiken op de basisschool wordt vastgesteld met de Cito-eindtoets in groep 8. In groep 7 wordt met de entreetoets van Cito ook al een beeld gegeven van de toekomstmogelijkheden van de leerlingen, vertelt de heer Abbo. De citoscores geven een indicatie van de onderwijskwaliteit. Maar natuurlijk zijn het schoolklimaat, de leerlingenzorg en de pedagogisch-didactische aanpak ook heel bepalend voor de onderwijskwaliteit.
De heer Abbo gebruikt het bord om uitleg te geven over de aanduidingen voor de verschillende niveau’s in het leerlingvolgsysteem van Cito: van E (veel achterstand) naar A (uitstroom naar vwo). Bij de eindtoets van Cito haalt het kind een score die wordt uitgedrukt in een getal tussen de 500 en 550, bijvoorbeeld 535. Hoe hoger de score, hoe hoger het niveau van het vervolgonderwijs van het kind. De school gebruikt de gegevens uit het leerlingvolgsysteem om advies te geven welk onderwijsniveau in het voortgezet onderwijs bij het kind past, maar ook andere zaken zoals bijvoorbeeld de werkhouding van de leerling spelen bij het advies een rol.
De heer Abbo zegt dat hij bereid is om in de komende tijd een uitgebreidere uitleg te geven aan de vaders indien dat nodig is. De heer van de Koppel vult aan dat de heer Abbo het systeem goed heeft uitgelegd en dat in Amsterdam het advies van de basisschool bepalend is en de citoscore als controlemiddel gebruikt wordt of de leerling het advies kan waarmaken. Haalt een leerling een lagere score dan hoort bij een bepaald schooladvies dan moet de leerling een aanvullend onderzoek doen om te beoordelen welk vervolgonderwijs het meest geschikt is bij de capaciteiten van de leerling.
De heer van de Koppel stelt zich voor aan de groep vaders. Hij zegt dat hij benaderd is door de vaders van Nieuw-West midden en Trias Pedagogica om te komen omdat het vanavond over het basisonderwijs gaat in Osdorp.
Over de vraag wat OCO is en wat de taak is van zo’n organisatie antwoordt hij: OCO betekent Onderwijs Consumenten Organisatie en bestaat nu 7 jaar. OCO is ontstaan uit de acties van Karina Schaapman. Zij had als moeder gestreden voor de rechten van haar kind die achterstanden had opgelopen op school. Zij kreeg veel publiciteit, schreef het boek ‘Schoolstrijd’ en ging in de gemeenteraad. Daar kreeg zij veel vragen van ouders en zorgde zij ervoor dat er een steunpunt kwam voor ouders, OCO. Karina Schaapman heeft OCO samen met Ahmed Aboutaleb geopend in december 2006. OCO wordt nog steeds gesubsidieerd door de gemeente Amsterdam om de belangen van de Amsterdamse ouders met schoolgaande kinderen te behartigen.
OCO kan de ouders informeren, adviseren en verbinden. OCO kan helpen problemen op te lossen op school of doorwijzen naar juridische hulp indien noodzakelijk. We vinden het belangrijk dat de ouders zelf hun problemen kunnen oplossen. OCO empowert ouders met informatie. We willen ook ouders met elkaar verbinden en dat zie ik hier vanavond. Daarom ben ik blij dat de groep over het onderwijs wil praten voegt hij eraan toe.
De vraag waarom er verschillende onderwijsstichtingen (schoolbesturen) bestaan beantwoord hij als volgt: “Om te begrijpen waarom er verschillen bestaan tussen openbaar en bijzonder onderwijs moet je terug naar het ontstaan van de onderwijsvrijheid. In Nederland zijn geen grote politieke partijen die het in hun eentje voor het zeggen hebben, maar worden regeringen gevormd uit coalities met verschillende partijen. Om coalities mogelijk te maken moeten partijen rekening houden met verschillen en soms zaken met elkaar uitruilen om doelen te realiseren. Zo kon het vrouwenkiesrecht worden ingevoerd omdat andere partijen bereid waren de mogelijkheid te bieden om scholen te laten oprichten. Met name katholieke ouders wilden graag eigen scholen. Maar ook bijvoorbeeld ouders die hun kinderen wilden opvoeden volgens de denkbeelden van Maria Montessori wilden graag scholen oprichten, het Montessori Lyceum in Amsterdam is bijvoorbeeld door een oudervereniging opgericht. De onderwijsvrijheid maakte het mogelijk dat stichtingen of verenigingen (als ze aan bepaalde voorwaarden voldeden) scholen konden oprichten die gebaseerd waren op een geloof of op een opvoedkundige (pedagogische) of onderwijskundige (didactische) opvatting. Deze stichtingen of verenigingen ontvingen dan van de overheid net zo veel (belasting)geld als openbare scholen die door de overheid zijn opgericht.”
De heer Mehraz vraagt of er vaders zijn met vragen over de basisscholen.
De heer van de Koppel beantwoordt de vraag als volgt: ja, dat mag. De oppervlakte van de klas (officieel de oppervlakte van de hele school) is bepalend voor het aantal kinderen. Als je een klas van 27 leerlingen splitst in twee groepen dan heeft de school twee docenten nodig en dat is in deze tijden van bezuinigingen vaak te duur voor een school.
De heer van de Koppel beantwoordt de vraag: Je kan zeggen ik betaal niet, maar dan moet je dochter gewoon les volgen op school, dat moet je met de school zelf bespreken. Als je dochter meegaat bent je verplicht om te betalen. Sommige scholen hebben speciale fondsen om ouders te helpen als ze de kosten niet (volledig) kunnen betalen. De Amsterdamse DWI heeft een scholierenvergoeding voor ouders op bijstandsniveau.
De heer van de Koppel antwoordt: Als ouder ben je verantwoordelijk en beslis je. Als je je kind vertrouwt gewoon meesturen, doe je dat niet dan kun je haar thuis laten blijven. Maar bedenk wel dat de schoolreis ook belangrijk is voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van je dochter en voor de ontwikkeling van de zelfstandigheid en verantwoordelijkheid van je dochter. Dat zijn vaardigheden die je dochter nodig heeft in de Nederlandse samenleving en zeker als ze gaat studeren. Daarom is mijn advies dat ouders hun zorgen met de school bespreken voordat ze een beslissing nemen.
De heer Abbo beantwoordt de vraag. In principe is de school verantwoordelijk voor een goed onderwijsprogramma waar het wegwerken van de achterstanden een onderdeel van is. Maar wanneer we het hebben over de betrokkenheid van ouders, dan is het ook aan de ouders om aan te geven dat hun kinderen extra bijles nodig hebben. Er zal gekeken moeten worden naar de mogelijkheden van de school en van de ouders om huiswerkbegeleiding te bieden. De ouders kunnen altijd bijles regelen voor hun kinderen maar dat kost tegenwoordig geld.
De heer Mehraz beantwoordt de vraag: In principe zijn de docenten bevoegd om goed om te gaan met het gedrag van de kinderen. Op veel scholen zijn ondersteunende instellingen aanwezig zoals bijvoorbeeld het OKC of het Abc om de school en ouders te helpen met hun opvoedtaak. Maar ouders blijven natuurlijk verantwoordelijk voor het opvoeden van hun kinderen. De betrokkenheid van de ouders bij de opvoeding telt zwaar voor de toekomst van een schoolgaand kind.
De heer van de Koppel beantwoordt de vraag. Ouders worden nu vaak alleen betrokken bij negatieve incidenten, pas op het moment dat een leerling al waarschuwingen heeft gehad. Het is van belang dat ouders al veel eerder betrokken zijn, zodat escalaties kunnen worden voorkomen en school en ouders samen kunnen optrekken in de begeleiding van het kind.
De heer Mehraz vertelt dat er bijeenkomsten gepland zijn om met de scholen te debatteren. Er zijn drie scholen die worden uitgenodigd, zodat ze met de vaders van gedachten kunnen wisselen. Ik denk dat de ouderbetrokkenheid hierin een grote rol spelt, zegt hij. We gaan met de volgende vragen naar de school die met ons komt debatteren in januari 2014:
– Waarom moet er aandacht zijn voor ouderbetrokkenheid?
– Welke vormen van ouderbetrokkenheid zijn er?
– Hoe worden ouders bereikt?
De heer Mehraz bedankt iedereen voor de aanwezigheid en bedankte de heren van de Koppel en Abbo voor hun bijdrage.De heer Mehraz sluit het debat af om 22:30 uur.