Met ingang van 1 januari 2018 zijn er een aantal landelijke veranderingen in de peutervoorzieningen. De grootste verandering is dat peuterspeelzalen zich omvormen tot kinderopvangorganisaties. Dit wordt de Harmonisatie Kinderopvang genoemd. Voorheen hadden peuterspeelzalen een eigen positie in de wet. Die positie komt nu te vervallen. Dat betekent dat alle peuterspeelzalen ook moeten voldoen aan de kwaliteitseisen in de Wet kinderopvang. Ouders gaan een eigen bijdrage betalen voor de voorschool, net als voor andere peutervoorzieningen. Er zijn toeslagen beschikbaar om de kosten laag te houden. Verder betekent het voor ouders dat ze in aanmerking kunnen komen voor de kinderopvangtoeslag voor de voorschool.
Een tweede verandering is dat de kwaliteitseisen voor de kinderopvang worden aangescherpt. Dit betekent dat alle kinderopvangorganisaties zich meer moeten richten op het stimuleren en volgen van de ontwikkeling van een kind. Ze moeten hier ook beleid op maken. Daarnaast zijn er nieuwe eisen op het terrein van veiligheid, opleiding van het personeel en op het aantal medewerkers die een groep begeleiden. De Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang gaat per 1 januari 2018 in. De meeste nieuwe kwaliteitseisen zijn echter pas per 1 januari 2019 verplicht. Op die manier kunnen de kinderopvangorganisaties en hun personeel zich hier op voorbereiden.
Met de veranderingen in de landelijke wetgeving veranderen ook de peutervoorzieningen in Amsterdam. Deze veranderingen zijn onderdeel van al eerder gestart beleid dat is gericht op de voorzieningen voor alle peuters in de stad.
De gemeente vindt het belangrijk dat voorzieningen, waarbij de ontwikkeling van peuters centraal staat, voor alle peuters toegankelijk zijn. Het onderscheid tussen peuterspeelzalen, waar vooral kinderen met een indicatie voor VVE naar toe gaan, en kinderopvang, waar vooral kinderen van werkende ouders naar toe gaan, komt te vervallen. Het onderscheid dat wel nog zal bestaan is tussen kinderopvang met een voorschool, en kinderopvang zonder voorschool. Alle kinderen hebben straks toegang tot 15 uur voorschool, of ze nu tot de VVE-doelgroep behoren of niet.
Voor ouders van kinderen die op een voorschool zitten veranderen er een aantal dingen met ingang van 2018. Het aantal uren op de voorschool wordt uitgebreid. Voorheen was dat 12 uur voor kinderen met een VVE-indicatie, en 6 uur voor kinderen zonder indicatie. De voorschool was gratis voor ouders. In 2018 wordt het aantal uren uitgebreid tot 15 uur per week, ongeacht de indicatie. Dit betekent dat het rooster verandert, en ook de groepen kunnen veranderen. Vanaf 2018 moeten ouders zelf bijdragen in de kosten voor de voorschool. Voor kinderen die op 1 februari 2017 al op een voorschool zaten, blijft de voorschool gratis. Ouders die werken of studeren kunnen gebruik maken van de kinderopvangtoeslag. Deze vraagt u aan bij de Belastingdienst. Andere ouders kunnen gebruik maken van een gemeentetoeslag, die de kinderopvangorganisatie voor u aanvraagt. Een rekenhulp van de gemeente maakt duidelijk op welke tegemoetkoming in de kosten u recht heeft.
Verder is vanaf 2018 ook de scholierenvergoeding voor ouders met een minimuminkomen beschikbaar voor kinderen op een voorschool.
OCO doet op dit moment onderzoek naar de gevolgen voor ouders van het verdwijnen van de gratis voorschool in Amsterdam. Wilt u ook uw ervaring delen? Neem dan contact op met lidewij@onderwijsconsument.nl, of stuur een berichtje via WhatsApp. U kunt OCO bereiken via 06 1600 4600.