De kwaliteit van het onderwijs is de verantwoordelijkheid van schoolbesturen en de minister ziet daar op toe via de inspectie van het onderwijs. Als een school drie jaar achter elkaar onder de maat gepresteerd heeft plaatst de inspectie de school op de lijst ‘zeer zwakke scholen’. Het schoolbestuur moet dan een verbeterplan opstellen en de inspectie controleert of op basis van dat plan de school binnen twee jaar weer voldoende presteert. Is dat niet gelukt dan kan subsidie worden ingehouden om het schoolbestuur tot maatregelen te dwingen of uiteindelijk zelfs worden stopgezet. Een nieuwe wet is in de maak om eerder te kunnen ingrijpen. Als scholen negatief in het nieuws zijn wordt al snel om sluiting geroepen, maar zijn ouders en leerlingen met dichtspijkeren geholpen?
Scholen worden uitgebreid ondersteund tijdens een verbetertraject en dat is natuurlijk ook in het belang van nieuwe generaties leerlingen en ouders. Maar is er ook aandacht voor het feit dat de reeds aanwezige leerlingen aanzienlijke leerachterstanden kunnen hebben opgelopen in de periode dat de school slecht presteerde? En hoe kunnen eventuele leerachterstanden worden vastgesteld en weggewerkt? En dan rijst de vraag, is bijspijkeren een recht?
Wanneer de diagnose wordt gesteld dat een school ‘zeer zwak’ presteert, wordt dan ook gekeken naar de positie van de ouders? Wat is de sfeer op school, voldoet de school aan randvoorwaarden voor ouderbetrokkenheid zoals heldere communicatie, is er ruimte voor inbreng van ouders en wordt medezeggenschap serieus genomen? Worden ouders voldoende geïnformeerd over het feit dat de school ‘zeer zwak’ presteert en de mogelijke gevolgen voor de kinderen? En worden ouders betrokken bij de verbeterplannen?
Levert, tenslotte, alle kennis over ‘zeer zwakke’ scholen mogelijkheden op om ouders en leerlingen te helpen op scholen die net op het randje tegen ‘zeer zwak’ presteren aan zitten?
OCO stelt deze vragen, steeds vanuit het perspectief van ouders en leerlingen, aan:
Alvorens de vragen te beantwoorden schetsen de gasten hun rol t.a.v. zeer zwakke scholen en de aandacht die zij daarbij besteden aan de positie van ouders en leerlingen. Uiteraard zijn, na het introductiegedeelte, vragen en bijdragen vanuit de zaal welkom.
Dinsdagavond 29 mei 2007 van 19.30 uur tot 21.30 uur,
Kleine Gartmanplantsoen (bij het Leidseplein), Amsterdam Centrum.