Op 18 november heb ik in de Commissie WIJ ingesproken namens de Stichting Kleurrijke Scholen en OCO (Onderwijs Consumenten Organisatie) over de voortgang van de uitwerking van het Convenant Kleurrijke Basisscholen.
Kort samengevat heb ik toen het volgende verwoord:
1. Ik ben heel blij met het afgesloten convenant, maar er lijkt na ondertekening niet veel meer te zijn gebeurd. Voor ouders die zich inzetten voor het mengen van scholen ontbreekt het nog steeds aan randvoorwaarden;
2. De afspraken uit het Convenant zijn nog steeds niet uitgewerkt, denk aan schoolgrootte, voedingsgebied en gezamenlijk plaatsingsbeleid;
3. De presentatie van het onderzoek van O&S kan voor sommige scholen ongelukkig uitpakken; het beeld is voor hen alweer achterhaald door een veelkleuriger werkelijkheid;
4. De voorschool werkt segregatiebevorderend, een doordachter beleid en ontschotting tussen kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en voorscholen is hard nodig;
5. Kleurrijke Scholen en OCO hopen op snelle actie van betrokken partijen;
6. We doen een oproep aan de wethouder om ook de bestaande segregatie in het voortgezet onderwijs aan te pakken.
Na de Commissievergadering stonden de kranten bol; de gemeente zou machteloos staan, volgens het Parool. Ik ben het daar hartgrondig mee oneens en tijdens de Commissie van 6 november erkende de wethouder ook dat er meer door de gemeente gedaan kan worden, ook al waarschuwt hij voor te hoge verwachtingen.
Ik ben blij met de toezegging van de Wethouder nu in de Commissie van 6 november met een Voortgangsrapportage te komen en daarin een aantal voorstellen van de SP mee te nemen. En uiteraard ben ik ook blij dat de wethouder de positie van ouders en ondersteuning van ouderinitiatieven als prioriteiten lijkt te omarmen.
Reactie op de Voortgangsrapportage en het Uitvoeringsprogramma
De nu gepresenteerde Voortgangsrapportage met een Uitvoeringsprogramma 2008 – 2009 stelt mij op onderdelen teleur omdat deze te weinig ingaat op hoe de gestelde ambities bereikt kunnen worden. Ook vind ik het een gemiste kans dat niet meteen ingegaan is op de notitie “De gelukkige school” van de SP. Daar zitten een aantal ideeën in (zoals maximale schoolgrootte en het gelijktijdige inschrijfmoment), die nu niet of pas in een later stadium worden meegenomen.
Graag adviseer ik u in deze brief alvast over de in mijn ogen noodzakelijke uitwerkingsrichting van de door u in het Uitvoeringsprogramma genoemde aspecten.
Stadsbreed plaatsingsbeleid vaststellen
Een heel belangrijke constatering die de wethouder in de Commissie van 18 september deed was, dat niet alle scholen zich probleemeigenaar voelen. Ik zie in het Uitvoeringsprogramma niet staan dat er nu wel wordt gewerkt aan draagvlak onder alle scholen. Er wordt wel gesproken over evenwicht binnen het netwerk van een school en een verdeling van 70% kansrijk en 30% kansarm. Maar de teksten zijn vaag en worden niet helder uitgewerkt.
Stadsbreed draagvlak voor een plaatsingsbeleid is echter het eerste vereiste om tot afspraken te komen over nadere uitwerking van het convenant, onmiddellijk gevolgd door definities en criteria die breed gedragen worden. Stadsbreed plaatsingsbeleid komt naar ik vrees op de voorgestelde manier niet van de grond.
Er is het initiatief van de stadsdelen en schoolbesturen in West binnen de Ring om tot een eigen plaatsingsbeleid te komen, maar ik verwacht dat dat niet tot resultaat zal leiden. Er gaan zeer veel kinderen die wonen in deze stadsdelen, naar school buiten deze stadsdelen. Welk gebied je ook kiest, er blijft sprake van ‘grensverkeer’. Bovendien bleek op de startconferentie plaatsingsbeleid in het voorjaar van dit initiatief dat er vooral draagvlak was voor gemeentebreed beleid. Dat is in mijn ogen ook het enige beleid dat werkt. Ook de uitwerking van het instrument ‘dubbele wachtlijsten’ is mij te vrijblijvend.
Desegregatie niet ten koste van kwaliteit
Servicegericht plaatsingsbeleid is een dienst die vele ouders zullen verwelkomen. Een waarschuwing is echter op zijn plaats: zodra plaatsingsbeleid keuzevrijheid voor kwalitatief goede scholen zal frustreren en ouders zal opsluiten in ‘postcodegebieden’ of nieuw te formuleren ‘voedingsgebieden’ verwordt uitvoering van het convenant tot symboolpolitiek en zal geen ouder willen meewerken. Scholen moeten geprikkeld blijven worden zich positief te onderscheiden op basis van een herkenbaar profiel en kwaliteit. De wethouder heeft al aangegeven kwaliteit als een noodzakelijke voorwaarde te beschouwen voordat van ouderinitiatieven verwacht kan worden om scholen te mengen. Desegregatie mag niet ten koste gaan van kwaliteit. Desegregatiebeleid en kwaliteitsbeleid moeten elkaar juist versterken en daar speelt stedelijk plaatsingsbeleid een cruciale rol in!
Plaatsing met inzet op kwaliteit, voorlichting en begeleiding
Ik stel voor stadsbreed plaatsingsbeleid te ontwikkelen gecombineerd met een centrale aanmelding waarbij nadrukkelijk gelijktijdig wordt ingezet op behoud en versterking van schoolkwaliteit, begeleiding van schoolkiezende ouders, aantrekkelijke voorlichting en toegankelijke en begrijpelijke informatie. Een gedragen en stadsbreed spreidingsbeleid dus maar met grote inzet op kwaliteit, begeleiding en goede voorlichting.
Voorscholen koppelen aan kansrijke scholen
Het voorstel om ook voorscholen aan kansrijke scholen te koppelen is een stap in de goede richting. Maar alleen die stap is te kort door de bocht. Ook voor de voorscholen zal er dan plaatsingsbeleid nodig zijn om te voorkomen dat alleen kansrijke kinderen naar de kansrijke voorschool gaan….
Een beperkt aantal pilots
Voor wat betreft de pilots is het goed om, voor zover ze nog niet zijn afgerond, met de lopende pilots door te gaan. Wat ik mis zijn de doelstellingen per pilot. Wat is het doel van de pilot, wanneer is deze pilot geslaagd en wat kan de rest van de stad er van leren? En wat wordt er gedaan om initiatieven buiten de pilots te ondersteunen?
Praktische steun aan alle actieve ouders
Praktische steun aan actieve ouders en scholen is dus toe te juichen. Een ouderinitiatief is een arbeidsintensieve vrijwilligersklus. Ondersteuning in de vorm van menskracht om een deel van de werkzaamheden uit te voeren is pure noodzaak.
De ervaring van de Stichting Kleurrijke Scholen in Amsterdam maar ook elders in het land leert, dat een oudergroep met ca. 6 uur actieve ondersteuning per maand een eind komt. De financiering van deze ondersteuning behoeft overigens niet alleen van de gemeente te komen. Ook schoolbesturen kunnen hierin hun verantwoordelijkheid nemen.
Samenvattend
Het is goed dat er in de voortgangsrapportage ruimte is voor aanvullende maatregelen, maar het schort in het Uitvoeringsprogramma in mijn ogen nog aan visie op hoe nu zo snel en zo effectief mogelijk aan de slag te gaan.
Godfried Lambriex, portefeuillehouder Onderwijs in stadsdeel De Baarsjes zei ruim een jaar geleden: “Als populaire scholen ongebreideld mogen groeien, kun je geen buurtscholen realiseren. Een school kan door een gemengdere samenstelling in een paar jaar veranderen. Maar als we nu (…) wachten gaat er weer een grote groep gescheiden naar school.” (bron: Parool, 2 oktober 2007)
Ik verzoek de wethouder daarom met klem om het Uitvoeringsprogramma met betrokken partijen op korte termijn beter uit te werken. Met betrokken partijen bedoel ik dan niet alleen stadsdelen, schoolbesturen en scholen, maar ook OCO (Onderwijs Consumenten Organisatie), de Stichting Kleurrijke Scholen, het Kenniscentrum Gemengde Scholen, het Platform Allochtone Ouders in het Onderwijs en andere organisaties.
Met vriendelijke groet,
Namens OCO, Stichting Kleurrijke Scholen en Platform Allochtone Ouders en Onderwijs Amsterdam
Caroline Vonk
Ouderambassadeur Amsterdam