Praktijkonderwijs is een vorm van voortgezet onderwijs en duurt gemiddeld vijf jaar. Onderwijs op een praktijkschool is bedoeld voor leerlingen die:
Een praktijkschool bereidt leerlingen voor op praktisch en eenvoudig werk of om verder te leren op het mbo. Daarvoor volgen leerlingen theorievakken en praktijkvakken. Daarnaast werken zij aan hun houding, karakter en sociale vaardigheden (art. 2.31 lid 1 en 2 WVO 2020). De praktijkschool helpt leerlingen meestal bij het vinden van een baan of een vervolgopleiding.
Op een praktijkschool hebben leerlingen een lesrooster. In tegenstelling tot leeftijdsgenoten in het reguliere onderwijs, volgen leerlingen op een praktijkschool maximaal 5,5 uur les per dag (art. 2.38 lid 7 WVO 2020). De lessen zijn praktijkgericht. Bovendien krijgen de leerlingen veel begeleiding in kleine klassen.
Leerlingen kunnen naar een praktijkschool met een toelaatbaarheidsverklaring. Meer informatie over deze verklaring staat in het artikel ‘Wat is een toelaatbaarheidsverklaring?’.
Na gemiddeld vijf jaar verlaten leerlingen een school voor praktijkonderwijs en krijgen zij een diploma praktijkonderwijs. Zij hoeven daarna niet meer naar school (art. 4a lid 2 Lpw). Maar dit mag wel.
Leerlingen kunnen na de praktijkschool bijvoorbeeld doorstromen naar een entreeopleiding op het mbo. De entreeopleiding is bedoeld voor studenten zonder vooropleiding (art. 7.2.2 lid 1 onder a WEB). De entreeopleiding bereidt jongeren voor op de arbeidsmarkt (assisterend werk) en geeft hen recht om door te stromen naar een mbo-2-opleiding (art. 7.2.2 lid 3 WEB). De entreeopleiding staat ook wel bekend als mbo niveau 1. Deze opleiding duurt één jaar (art. 7.2.4a lid 3 onder a WEB). Andere leerlingen halen op de praktijkschool al hun entree diploma.
Meer informatie over de mogelijkheden na praktijkonderwijs staat in: ‘Wat doen leerlingen na het praktijkonderwijs?’.