In de tweede fase van de havo en het vwo (vanaf de 4e klas) kiezen leerlingen een richting waarin ze verder leren. Die richting wordt een profiel genoemd. Leerlingen krijgen dan niet meer alle vakken, maar volgen het onderwijsprogramma dat bij het profiel past. Een profiel heeft vakken die voor alle leerlingen gelijk zijn, vakken die specifiek zijn voor het profiel en keuzevakken, die uit een ander profiel kunnen komen.
Leerlingen kiezen één van de volgende vier profielen: cultuur en maatschappij, economie en maatschappij, natuur en gezondheid, natuur en techniek. De vier profielen komen overeen met de grote sectoren van de arbeidsmarkt.