Vmbo is de afkorting voor voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs. Het is een vierjarige opleiding, die leerlingen voorbereidt op een beroepsgerichte opleiding in het mbo.
Profielen
Leerjaren 1 en 2 bestaan uit een algemeen lesaanbod met een breed vakkenpakket. Zo worden leerlingen zo goed mogelijk voorbereid op hun vervolgopleiding. In het derde leerjaar krijgen leerlingen naast de verplichte vakken ook keuzevakken, die bij het door hun gekozen profiel horen. Deze keuzevakken zijn meer gericht op de beroepsopleiding in het mbo.
De basisberoepsgerichte leerlingen en de kaderberoepsgerichte leerlingen kunnen aan het eind van het tweede leerjaar kiezen uit de volgende tien sectoren:
Leerlingen die de theoretische leerweg doen kunnen kiezen uit de volgende vier profielen:
Er zijn vier leerwegen: de theoretische leerweg, de gemengde leerweg, de kaderberoepsgerichte leerweg en de basisberoepsgerichte leerweg. Leerwegen hebben invloed op welke vervolgopleiding je kunt gaan doen in het mbo. Leerlingen die nieuwe lesstof snel onder de knie hebben volgen meestal een theoretische leerweg. Zij krijgen meer theorievakken.
De theoretische en de gemengde leerweg bereiden een leerling voor op een mbo-opleiding, op niveau 3 en 4. Met het juiste vakkenpakket kunnen deze leerlingen na het halen van het vmbo-diploma ook instromen in havo-4.
De kaderberoepsgerichte leerweg bereidt ook voor op opleidingen in het mbo op niveau 3 en 4. Leerlingen die deze leerweg volgen krijgen wel meer praktijkgericht onderwijs.
De basisberoepsgerichte leerweg bereidt leerlingen voor op basisberoepsopleidingen in het mbo op niveau 2. Leerlingen die deze leerweg volgen, leren graag door zelf te doen.
Vanaf leerjaar 3 zijn er minder verplichte vakken. In plaats daarvan zijn er vakken die horen bij de gekozen leerweg, de gekozen sector en eventueel vakken uit het vrije deel. Leerlingen die de theoretische leerweg volgen kiezen geen sector.
Verplichte vakken in de bovenbouw zijn:
De keuzeprogramma’s voor de verschillende leerwegen zijn als volgt opgebouwd:
Naast de verplichte vakken en het keuzeprogramma kiezen leerlingen ook vakken in het vrije deel. Dit is afhankelijk van het aantal vakken waarin examen wordt afgelegd. Het is mogelijk om keuzevakken van een andere sector te volgen. De school kan er ook voor kiezen om eigen programma-onderdelen of afdelingsvakken aan te bieden.
Op het vmbo krijgen leerlingen 3700 lesuren per opleiding. Dit aantal uur is verspreid over vier leerjaren.
Het vmbo is vanaf het derde leerjaar ingedeeld in verschillende leerwegen. De gekozen leerweg bepaalt de omvang van het beroepsgerichte programma.
Zowel de kaderberoepsgerichte leerweg als de basisberoepsgerichte leerweg kent een beroepsgericht programma van twaalf uur per week. Het niveau van de lesstof ligt bij de kaderberoepsgerichte leerweg iets hoger dan bij de basisberoepsgerichte leerweg.
De gemengde leerweg kent een beroepsgericht programma van vier uur per week. Dit is tevens het enige verschil met de theoretische leerweg. De vakken bij vmbo-g en vmbo-t zijn namelijk van hetzelfde niveau. Leerlingen van de theoretische leerweg volgen in principe geen beroepsgericht programma, omdat zij geen sector kiezen. Het is mogelijk dat de school hiervan afwijkt. Het precieze vakkenpakket kun je nalezen in de schoolgids.
Je kan doorstromen naar het havo als je voor het vmbo-g/t eindexamen hebt gedaan in een extra vak. Dit heet het wettelijk doorstroomrecht. Als je geen examen hebt gedaan in een extra vak, kun je soms alsnog doorstromen naar het havo. Vaak gelden er dan wel bepaalde toelatingsregels. Zo mag je zonder extra vak op sommige scholen alleen doorstromen als je een positief advies hebt van vakdocenten of als je een gemiddeld cijfer van minimaal een 6,8 hebt voor de vakken Nederlands, Engels en Wiskunde.
Voldoe je aan het wettelijk doorstroomrecht, maar heeft de school geen plek op het havo? Dan mag de school je alsnog weigeren. In Amsterdam stromen jaarlijks ongeveer 200 leerlingen door naar het havo.
Meer informatie over het doorstromen van het vmbo naar het havo staat in: doorstromen van het vmbo naar havo
Ja, leerlingen moeten tot hun achttiende verjaardag naar school. Leerlingen die een startkwalificatie halen voor hun achttiende verjaardag hoeven niet meer naar school. Een vmbo-diploma is geen startkwalificatie, want deze opleiding bereidt scholieren slechts voor op een beroepsopleiding.