Sinds 2002 is de bevoegdheid voor bewegingsonderwijs geen standaardonderdeel meer van het pabo-diploma. Docenten moeten een aparte leergang volgen om gymlessen te mogen geven. Docenten die na 2004 zijn afgestudeerd geven geen gymlessen meer, maar spellessen. Tijdens spellessen mogen leerlingen vrij spelen of balspelletjes doen op het schoolplein. Op 46% van Nederlandse po-scholen worden gymlessen niet gegeven door een vakdocent, maar door de groepsdocent. Die heeft tijdens de reguliere lessen meestal structuur en overzicht. Maar tijdens de gymles rennen leerlingen alle kanten op. Om orde te bewaren kiest de groepsdocent vaker voor een veilige les met minder variatie. Hierdoor leren leerlingen minder en vinden ze de lessen sneller saai en eentonig. De groepsdocent heeft ook minder inzicht in de bewegingsontwikkeling van leerlingen.
Hoe meer positieve ervaringen kinderen opdoen met bewegen, hoe groter de kans dat zij later aan sport blijven doen. Die ervaringen kunnen ze opdoen tijdens de gymlessen op school. Een gymdocent speelt hierin een grote rol. Het is belangrijk dat leerlingen worden uitgedaagd en gemotiveerd om met beweging bezig te zijn. Gymdocenten verhogen de kwaliteit van de lessen en hebben een groot aanbod van bewegingsactiviteiten. Ze moedigen leerlingen aan om dingen te doen die ze eigenlijk niet durven. Leerlingen vinden dat in eerste instantie minder leuk, maar uiteindelijk leren ze er beter door bewegen. Leerlingen die motorisch minder sterk zijn krijgen concrete aanwijzingen van de gymdocent, die hen helpt waar nodig. De gymdocent laat vooral zien hoe leuk het is om te sporten, zodat leerlingen er samen plezier aan beleven.
Uit de Nulmeting lichamelijk onderzoek in het voortgezet onderwijs blijkt dat 45% van de Nederlandse scholen in het voortgezet onderwijs niet genoeg ruimte heeft om voldoende gymlessen te geven. Scholen hebben een tekort aan gymlokalen en/of onvoldoende beschikking over een buitenaccommodatie, zoals een sportveld. Scholen geven aan dat dit met name komt door geldgebrek. Ook worden gymdocenten ontslagen in Nederland vanwege bezuinigingen van de overheid en teruglopende leerlingenaantallen. Gymdocenten die met pensioen gaan worden niet snel vervangen en tijdelijke contracten niet altijd verlengd. Dit maakt het tekort aan geschikte gymdocenten alleen maar groter en krijgen leerlingen te weinig gymlessen op school.
Samenwerking tussen scholen, ouders en sportverenigingen kan het bewegingsonderwijs verbeteren en uitbreiden, zodat leerlingen meer gaan bewegen. Leerlingen vinden buitenschoolse sportactiviteiten leuk. Ze leren onbekende sporten kennen, die ze tijdens de gymles op school niet beoefenen. Ze krijgen les van echte trainers en er worden bijpassende materialen gebruikt. Hierdoor krijgen ze een beter beeld van wat sportverenigingen te bieden hebben en is de stap om lid te worden minder groot. Ouders spelen hierin een belangrijke rol. Door ouders te betrekken bij sportactiviteiten worden zij zich meer bewust van het belang van beweging voor zowel hun kind als zichzelf. Ze hoeven niet alleen langs te zijlijn te staan om hun kind aan te moedigen. Een voetbaltoernooi georganiseerd voor ouders en leerlingen zorgt dat ze gezamenlijk het plezier van bewegen ervaren. Ouders kunnen hun kind op school aanmelden voor activiteiten en helpen bij de organisatie.