Kinderen die langdurig ziek zijn, zijn heel verschillend. Sommige kinderen zijn veel in het ziekenhuis of moeten veel thuisblijven, terwijl andere kinderen gewoon iedere dag naar school gaan. Voorbeelden van ziekten die kinderen hebben zijn astma, diabetes, kanker, nierziekten of hartproblemen. Voor veel van deze kinderen betekent hun ziekte dat ze vaak naar de dokter moeten, medicijnen moeten slikken en soms minder kunnen dan andere kinderen. Voor ieder kind is het anders, en daarom is het belangrijk om ook voor ieder kind te kijken wat passend onderwijs is.
Net als voor alle andere leerlingen, is de school waar een kind naar toe gaat verantwoordelijk voor goed onderwijs aan zieke leerlingen. Dit geldt ook wanneer een kind tijdelijk niet naar school kan, en dus thuis moet leren. Het schoolbestuur heeft de zorgplicht voor zieke leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Het samenwerkingsverband passend onderwijs moet er voor zorgen dat er genoeg ondersteuning is voor zieke leerlingen. Die ondersteuning kan op een reguliere school worden ingezet, thuis, of op een speciale school.
Wanneer er bij een leerling sprake is van een langdurige, chronische of levensbedreigende aandoening met (mogelijke) gevolgen voor de schoolloopbaan van de leerling, is het mogelijk een consulent Onderwijs Zieke Leerlingen (OZL) in te schakelen. Deze consulent kan tijdelijk hulp en begeleiding bieden aan zowel de school, de ouders als de leerling.
De consulent OZL zorgt voor of ondersteunt bij onder andere:
De stichting Zorgeloos naar School biedt informatie aan ouders, leerling en school voor het organiseren van een zorgeloze schoolloopbaan voor kinderen met een chronische aandoening. De stichting heeft een gids gemaakt om hierover met school praktische afspraken te maken. Ook heeft de stichting een routekaart gemaakt voor leerlingen voor wie afstandsonderwijs een goede oplossing zou kunnen zijn.
In Amsterdam biedt de Stichting Huisonderwijs Amsterdam tijdelijk onderwijs thuis voor leerlingen die vanwege ziekte niet naar school kunnen. In principe is dit een tijdelijke inzet voor de duur van zes weken. Voor leerlingen die langer onderwijs thuis nodig hebben, wordt gezamenlijk een meer structurele oplossing gezocht, mogelijk met ondersteuning vanuit het samenwerkingsverband.
Meestal wordt de leerling twee keer per week bezocht door een docent. Anderhalf uur per bezoek voor leerlingen op de basisschool, twee uur per bezoek voor leerlingen in het voortgezet onderwijs. Iedereen die betrokken is bij een zieke leerling kan contact opnemen met de Stichting Huisonderwijs Amsterdam om onderwijs thuis aan te vragen.
Het landelijk netwerk Ziezon(Ziek zijn en Onderwijs) biedt veel kennis en informatie voor zowel ouders, leraren, schoolbesturen en samenwerkingsverbanden. Op hun website zijn bijvoorbeeld folders beschikbaar van veel verschillende ziektes en aandoeningen, met tips voor leraren. Ook is er meer informatie te vinden over de consulenten OZL.