Het klachtrecht in het mbo wordt wettelijk verankerd. Alle mbo-scholen worden verplicht om een klachtenregeling op te stellen. De ministerraad heeft met het Voorstel van Wet tot wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs ingestemd. De aanpassing in de Wet educatie en beroepsonderwijs moet mbo-studenten meer mogelijkheden bieden om klachten aan de orde te stellen. In het basisonderwijs en voortgezet onderwijs geldt deze verplichting voor scholen al.
Uit het rapport Klachtbehandeling in het mbo van de inspectie blijkt dat een kwart van alle mbo-instellingen niet over een klachtenregeling beschikt. De inspectie oordeelde dat de helft van de onderzochte klachtenregelingen onvoldoende is beschreven. Bij een kwart van de instellingen ontbreekt zelfs informatie over de omgang met klachten en het indienden van klachten op de website. Op een aantal scholen is de klachtencommissie onvoldoende geprofessionaliseerd. Er is bijvoorbeeld geen onafhankelijke voorzitter of secretaris verbonden aan de klachtencommissie.
In februari 2009 hebben de MBO Raad en de Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs gezamenlijk richtlijnen voor scholen en studenten in het mbo opgesteld in de code Klachtenbehandeling in het middelbaar beroepsonderwijs. Nieuw onderzoek van de inspectie in 2009 liet slechts een beperkt aantal scholen vooruitgang zien. De inspectie gaf als advies dat het ministerie over moest gaan tot dwingende afspraken over het opstellen van(interne) klachtenregelingen en het instellen van klachtencommissies.
Door het onderzoek van de inspectie hebben veel mbo-instellingen inmiddels een klachtenregeling opgesteld. Een groot deel van de mbo-instellingen is ook aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs van Onderwijsgeschillen. De wettelijke verankering is met name gericht op de kwaliteit van het klachtrecht en het verkleinen van de onderlinge verschillen tussen mbo-instellingen.
De wetswijziging dwingt minimumeisen af voor studenten. Ook aankomend studenten die aan de desbetreffende instelling onderwijs willen gaan volgen en voormalige studenten en examendeelnemers vallen onder het nieuwe klachtrecht. Ouders en verzorgers van minderjarige studenten hebben ook het recht om een klacht in te dienen. In het kort:
In het mbo is al een aantal jaren onduidelijkheid over de soms torenhoge schoolkosten. Het is opvallend dat het wetsvoorstel ook hierin voorziet. De deelnemersraad, de medezeggenschapsraad van mbo-studenten, krijgt adviesrecht op het schoolkostenbeleid. De deelnemersraad beslist mee over het schoolkostenbeleid en de hoogte van de leerlingenbijdrage. Deze aanpassing moet klachten in de toekomst vermijden.
De wettelijke verankering van het klachtrecht in het mbo is noodzakelijk. De huidige codes van JOB en de MBO Raad hebben een te vrijblijvend karakter. Uit onderzoek van de inspectie blijkt dat klachtenregelingen in de praktijk sterk verschillen. Informatie is voor studenten niet altijd toegankelijk. De interne klachtencommissies werken niet altijd onafhankelijk. De formalisering van minimumvoorwaarden voor het klachtrecht brengt daar verandering in. Het nieuwe klachtrecht lijkt recht te doen aan de positie en inspraak van studenten in het mbo. Het voorstel is aangenomen door de ministerraad. Naar verwachting treedt in het najaar van 2016 de nieuwe wetgeving in werking.