Hieronder staan de onderdelen waar de school volgens de inspectie onvoldoende op scoorde. Deze oordelen worden verderop aan de hand van citaten uit het rapport toegelicht.
Deze indicator was nog niet te beoordelen omdat er nog geen examengegevens over drie jaar bekend zijn. Te grote afstroom van vwo naar havo is intussen gekeerd.
“Een te groot deel van de leerlingen van wie in leerjaar 3 de verwachting was dat zij het vwo-diploma zouden halen, stroomde af naar het havo-niveau. Op deze laatste constatering heeft de school inmiddels adequaat gereageerd.”
“De school is haar focus nu aan het verleggen naar een betere determinatie en naar meer examengerichtheid in de examenklassen.”
[…]
“Overigens is de schoolleiding van mening dat de cijfers van de schriftelijke eindexamens mede aan de lage kant zijn, omdat de meeste leerlingen in meer vakken examen hebben gedaan dan volgens hun profiel strikt noodzakelijk was.”
Docenten stellen toetsnormen te geïsoleerd vast.
“Uit de gesprekken blijkt dat de experts in de vwo bovenbouw in een aantal gevallen het programma van toetsing en afsluiting (pta) met bijbehorende weging van de onderdelen en ook de toetsen van het schoolexamen in hun eentje opstellen. Over de normering is niet in alle gevallen overleg met collega’s van binnen of buiten de school. Volgens de inspectie verklaart dit in belangrijke mate het te hoge schoolexamencijfer.”
Lessen komen traag op gang.
“Toch lekt er bij een te groot deel van de lessen – met name vanaf leerjaar 3 – onderwijstijd weg. Het duidelijkst is dit te zien in de lessen, waarin de leeractiviteiten te traag op gang komen en het aantal pauzes, het aantal werkmomenten overstijgt. Mogelijk kan het verder expliciteren van de leerdoelen per les helpen de onderwijstijd efficiënter te gebruiken.”
De school vindt zelfsturing van leerlingen belangrijk maar leraren geven daarvoor nog onvoldoende feedback.
“Verder kent het onderwijsconcept – zeker binnen de ‘academie’ – een grote mate van zelfsturing. Daarbij is van belang dat leerlingen regelmatig feedback krijgen op hun leeractiviteiten en producten. Ondanks de niet te grote klassen en de langere lesduur dan op andere scholen, lukt het leraren nog onvoldoende om alle leerlingen adequate feedback te geven.”
De inspectie ziet te weinig differentiatie wat betreft instructie in de bovenbouw.
“Op dit punt is er wat weinig aandacht voor de verschillen tussen leerlingen. Verschillen tussen leerlingen in de klassen worden nu verkleind door – voor een deel van de vakken in de bovenbouw – de leerstof in homogene groepen aan te bieden.”
De inspectie ziet goede voornemens maar nog onvoldoende uitvoering.
“De inspectie maakt zich overigens nog wel zorgen over de borging van de kwaliteit van schoolexamens en andere toetsinstrumenten binnen de verschillende vakgroepen voor de vwo-opleiding. De schoolleiding geeft aan hierover een beleid te hebben vastgesteld, maar dit wordt door de experts nog onvoldoende eenduidig uitgevoerd.”
Hieronder staan de onderdelen waar de school volgens de inspectie voldoende op scoorde. Aan de hand van citaten worden een aantal opvallend positieve punten uitgelicht.
“Het is de inspectie verder opgevallen met hoeveel enthousiasme de meeste experts op het IJburg College de leerlingen uitleg en instructie geven. Dat enthousiasme werkt aanstekelijk en maakt dat de meeste leerlingen actief betrokken zijn bij het aangedragen lesonderwerp.”
“Vooral de onderwijsorganisatie en het onderwijsproces staan in het centrum van de belangstelling: op dit gebied plegen schoolleiding en teams regelmatig bijstellingen en stellen zij nieuwe doelen. Op het gebied van onderzoek naar de realisatie van niet-cognitieve doelstellingen, zoals zelfsturing, samenwerkingsvaardigheden, etc. is de school één van de voorlopers. In het kader van de cognitieve opbrengsten maakt de schoolleiding inmiddels prestatieafspraken met de vakgroepen en experts, de examenresultaten worden jaarlijks geëvalueerd en de verbeterplannen bijgesteld.”