Hieronder staan de onderdelen waar de school volgens de inspectie onvoldoende op scoorde. Deze oordelen worden verderop aan de hand van citaten uit het rapport toegelicht.
Geen specifieke toelichting in het rapport.
“De meest recente examengegevens (die over het examenjaar 2014) laten geen verbetering zien: het cijfer voor het centraal examen (5,6) is beduidend lager dan het landelijk gemiddelde voor vmbo-tl (6,39) en zal niet tot een voldoende beoordeling leiden.”
“Ook het verschil tussen se- en ce-cijfer blijft te groot (0,77), al is het verschil ten opzichte van de twee voorgaande jaren wel verminderd.”
“Daarnaast hebben wij in de lessen nauwelijks gezien dat er gerichte feedback aan leerlingen werd gegeven: hoe heb je geleerd, wat heb je geleerd, wat ga je leren, hoe past dat in wat je al weet.”
“Met het verdwijnen van de vm2-route, de vele wisselingen van docenten en van taalcoördinatoren, en de grote hoeveelheid uitdagingen waar de schoolleiding voor stond is dit taalbeleid uit het bewustzijn van de school verdwenen. Sinds kort heeft de school weer een nieuwe taalcoördinator, die een aantal voornemens heeft geformuleerd die dit schooljaar verder geïmplementeerd zullen worden. Deze voornemens moeten echter nog wel in een taalbeleidsplan vertaald worden.”
“Het rekenbeleid is verder ontwikkeld dan het taalbeleid; hier is vorig jaar een begin gemaakt met het in gang zetten van gerichte activiteiten.”
“Wij hebben geconstateerd dat verbetering van de taal- en rekenvaardigheden van leerlingen de aandacht heeft van de de schoolleiding, de werkgroep en de betrokken secties (Nederlands, wiskunde, economie). Door allerlei omstandigheden, waaronder verloop van personeel, is nu nog niet duidelijk of dit aanbod goed past op wat de school en haar leerlingen nodig hebben, en hoe het aanbod adequaat kan worden ingezet.”
“Voor alle afdelingen geldt dat er nog veel te winnen is in het bieden van onderwijs-op-maat door gerichte differentiatie. Dit is uiteraard van belang voor leerlingen die extra hulp en ondersteuning nodig hebben, maar ook voor leerlingen die juist wat meer aankunnen en sneller door de stof gaan dan gemiddeld.”
Zie vorig citaat.
Zie vorig citaat.
“Er is veel informatie over de leerlingen voorhanden en ook in het leerlingvolgsysteem opgeslagen, maar de koppeling van deze gegevens vindt Pagina 18 van 20 niet altijd plaats. Er worden bijvoorbeeld niet structureel lijnen gelegd tussen wat er bij RT geconstateerd wordt en wat er in de bijlessen gebeurt.”
“Wat betreft de kwaliteitsbewaking van het onderwijsproces: er worden lesobservaties verricht, aan de hand van een vast lesmodel, en hier worden overzichten van gemaakt, op grond waarvan indien nodig vervolgacties en nadere afspraken kunnen worden gemaakt. Dit proces staat echter nog meer aan het begin dan de kwaliteitsbewaking van de opbrengsten.”
Hieronder staan de onderdelen waar de school volgens de inspectie voldoende op scoorde. Aan de hand van citaten zullen een aantal opvallend positieve punten worden uitgelicht.
“Extern beschikken de zorgcoördinatoren over een ruim netwerk van deskundigen die ze kunnen raadplegen. Binnen het totaal aan ketenpartners vervult de school een belangrijke functie; dit past ook binnen het idee van een Brede Buurtschool.”
“We hebben op deze school ook de sociale opbrengsten beoordeeld. Deze zijn voor de gehele school als voldoende aangemerkt: leerlingen voelen zich (zeer) veilig en prettig op school, en leerlingen worden gecorrigeerd als ze iets doen dat tot onveilige situaties kan leiden. Hoewel er op dit moment geen goed landelijk meetinstrument voorhanden is om de sociale opbrengsten te volgen, doet de school haar best dit toch in kaart te brengen, onder meer via de EMOVO-metingen, die in de eerste en de derde klas worden afgenomen, en de veiligheidsmetingen. Hieruit valt af te leiden dat de sociale competenties en het welbevinden van leerlingen in de loopt van hun schooltijd een goede voortgang laten zien. Uit de vragenlijst die wij bij leerlingen hebben afgenomen blijkt ook dat leerlingen zich over het algemeen veilig voelen.”
“Zoals al gezegd onder het algemene beeld is het Bindelmeer College sterk gericht op de ontwikkeling van sociale en maatschappelijke vaardigheden van leerlingen. Dit uit zich onder meer in alle activiteiten die in en om de school en de wijk worden georganiseerd, de naschoolse actviteiten in het kader van de Brede Buurtschool, de vele sport- en dansactiviteiten, de keuzecarrousels (met veel activiteiten specifiek voor sociale en maatschappelijke vaardigheden), de maatschappelijke stages.”