‘Toen ik de Nieuwe Havo in de scholengids zag staan, sprak het me direct aan. De school heeft een mooie gymzaal en staat in de buurt van mijn huis. Dat scheelt me ’s ochtends met fietsen.
Het leukste vind ik gym op de basisschool, dus ik hoop dat dat hier ook heel leuk wordt. Ook kijk ik uit naar wiskunde, omdat ik nu al goed ben in rekenen.
Het leukste lijkt me om naar een nieuwe school te gaan met vriendjes. Gelukkig gaan ook veel klasgenootjes hier vanavond kijken, dus misschien gaan we dan wel naar dezelfde school. Toch is het altijd afwachten met wie je op een school komt.
Je moet in totaal 12 scholen op het briefje schrijven, maar ik denk niet dat ik alles ga bekijken. Ik heb ook nog andere dingen te doen dan open dagen bezoeken.
Ik let vooral op creativiteit op een school, en ik vind het ook handig als een school in de buurt zit. Tot nu toe ben ik ook wezen kijken op het Damstede. Dat leek me tot nu toe leuker: daar mocht je in de scheikunde klas allemaal proefjes doen. Ik heb m’n eigen shampoo gemaakt.’
‘Ondanks dat ik in groep zeven zit, ga ik nu alvast kijken op de open dagen. Er is zoveel te kiezen, dat lukt me niet allemaal in een jaar. In totaal ga ik dit jaar bij zo’n zeven scholen kijken, dan heb ik de eerste selectie gemaakt. Volgend jaar kan ik dan wat rustiger kiezen: er is al genoeg stress om op een school te komen. Ik ken een heleboel kinderen uit mijn klas die dit doen.
Het beste ben ik nu in taal, rekenen en sport. Ik hoef niet per se naar een sportklas hoor, want ik sport al drie keer per week.
Het belangrijkste vind ik dat ik me prettig op een school voel en dat de leraren aardig zijn. Ook is het handig als iets in de buurt is, maar dat hoeft niet per se: het gevoel vind ik belangrijker.
Ik hou me nog niet zo bezig met de loting. Mijn moeder maakt zich daar meer zorgen over. Ik vind het belangrijk dat ik me fijn voel op een school.’
‘Ik kom niet uit Amsterdam, maar omdat mijn moeder hier binnenkort gaat wonen vind ik het belangrijk om hier ook te kijken. Ik kijk niet in heel Amsterdam hoor, alleen in Noord. Verder kijk ik naar scholen in Purmerend en Hoorn, maar ik laat me zeker niet tegenhouden door de loting. Als ik het hier leuk vind, ga ik gewoon hierheen.
Het belangrijkste vind ik daarbij dat de kinderen leuk zijn: ze moeten zichzelf kunnen zijn, maar ik hou niet van brave kinderen. Ze moeten wel een beetje stoer zijn. Ook de sfeer vind ik belangrijk: het moet wel gezellig zijn.
Als ik naar deze school ga, moet ik iedere dag met de bus of trein: de fiets is te ver. Omdat niemand uit mijn dorp naar Amsterdam gaat, ga ik dan ook helemaal alleen. Maar dat vind ik eigenlijk wel grappig. Je leert altijd wel weer nieuwe mensen kennen.
Als ik toch zou kiezen voor een andere school dan ga ik het liefst naar Hoorn. Daar heb ik een hele leuke school gezien die ook een band hadden. Het lijkt me leuk om daar ook aan mee te doen.’
‘Eigenlijk wil ik het liefst aan deze kant van het water blijven. Ik vind het leuk in Noord, en het is niet zo ver fietsen: in 30 minuten ben ik op school.
Ik ken bijna niemand uit mijn klas die naar deze school gaat, maar dat vind ik niet erg. Ik vind het leuk om nieuwe mensen te ontmoeten.
Het beste ben ik nu in rekenen en aardrijkskunde. Ook geschiedenis en biologie vind ik leuk, ik hoop dat deze vakken op de middelbare school op die van de basisschool lijken. Ook kijk ik heel erg uit naar scheikunde: ik denk dat ik daar wel goed in ben.
Ik ga proberen of ik vwo zou kunnen doen, en misschien kan ik dan nog doorstromen naar het Hyperion. Dat lijkt me eigenlijk de leukste school, maar ik moet eerst bewijzen dat ik dat kan.
Het belangrijkste vind ik dat een school niet al te groot is. Dat is hier zeker het geval, maar ze hebben wel een mooie grote aula. Dat vind ik juist wel weer heel leuk. Ook vind ik de geur belangrijk: als het ergens heel erg stinkt, vind ik dat heel vervelend. Gelukkig is dat hier ook goed.’
‘Ik was heel erg blij dat ik een havo advies kreeg, want nu heb ik een grotere kans om mijn droomberoep uit te oefenen: advocaat.
Dit advies betekent ook dat ik naar deze school kan. Heel erg fijn, want ik woon op vijf minuten afstand.
Ik vind het belangrijk hoe de school eruit ziet, dat zit hier ook wel goed. Nog belangrijker vind ik dat de school in Noord is. Als ik uit alle scholen van Amsterdam zou mogen kiezen, zou ik alsnog in Noord blijven. Ik wil liever niet helemaal door de stad fietsen. Voordeel daarbij is dat ik dan extra veel kinderen ken die ook naar deze school gaan.
Samen met mijn vriendinnen zijn we al aan het kijken hoe we het meeste kans maken om bij elkaar op school te komen. Helaas zijn er maar twee scholen in Noord die havo aanbieden. Om toch wat meer op mijn lotinglijst in te kunnen vullen ga ik ook nog naar West om scholen te bekijken.
Mijn vader woont in Zaandam, dus dan zou ik doordeweeks bij hem kunnen logeren en in het weekend weer bij mijn moeder kunnen slapen.’