‘Omdat ik zo’n lange lijst moet invullen voor de loting, ga ik bij bijna alle scholen in de buurt kijken.
Ik zit zelf op een Montessori basisschool, dus op het MLA zou ik voorrang krijgen. Toch ga ik ook nog bij heel veel andere scholen kijken, omdat ik niet zeker weet of ik deze vorm van onderwijs zo geschikt vind voor mezelf. Ik vind het lastig om alles zelf te moeten plannen.
Bij alle scholen let ik op de sfeer, maar toch zou ik tot nu toe het liefst gaan naar een school waar ik nog helemaal niks van kan zien: het Spinoza20first. Daar moet je ook veel zelf plannen, maar heb ik het idee dat je niet alles zelf hoeft te doen.
Ik heb het meeste zin in de vakken biologie, Engels en tekenen. Op het Spinoza20first combineren ze allerlei vakken, dus misschien heb ik dan straks wel een nieuw lievelingsvak. Het liefst zou ik later zeebioloog worden, dus daar komen al die vakken mooi in samen.’
‘Het MLA staat bekend als een goede school, dus daarom ben ik hier vandaag kijken. Er zijn hier verschillende schoolgebouwen, die op een soort binnenplaatsje samenkomen. Dat vind ik er leuk uitzien.
Sowieso let ik op de leraren op een open dag: zij zijn toch de mensen van wie je het allemaal moet leren. Als ze allemaal chagrijnig zijn, heb je als leerling ook geen zin om naar school te gaan.
Zelf zit ik op een Dalton basisschool, maar omdat het Montessori en Dalton raakvlakken hebben vind ik het ook belangrijk om verder te kijken. Toch zou ik, diep in m’n hart, het liefst naar het Spinoza Lyceum willen. Ze hebben daar hele grote gymzalen en grote lokalen. Alles is er groot: dat vind ik fijn aan een school. Ook vond ik dat ze een leuke uitleg hadden van het vak wiskunde. Later wil ik accountant worden, dus ik vind het belangrijk dat ze leuke wiskundelessen geven.’
‘Het Montessori onderwijs spreekt me heel erg aan. Het lijkt me heel erg leuk om zelf voor een deel in te plannen wat je die dag gaat doen.
Organiseren kan ik al goed: ik zit nu in de leerlingenraad van mijn school. Dat het MLA hierom ook een populaire school is houdt me niet tegen: ik vind het belangrijk dat je op een leuke school terecht komt.
Natuurlijk probeer ik er wel een beetje rekening mee te houden hoe populair een school is, maar mijn top drie is nu Spinoza Lyceum, MLA en St. Nicolaas. Dat zijn allemaal populaire scholen, maar ik ga het waarschijnlijk wel zo invullen. Het Spinoza Lyceum vond ik vooral erg leuk omdat ze daar met iPads werken: dan hoef je niet iedere dag zo’n zware boekentas mee te sjouwen. Door de loting kies ik wel echt voor mezelf en niet met vriendinnen. Ik zie ze weleens op de open dagen, maar uiteindelijk kies ik voor mezelf en mijn eigen toekomst.’
‘Mijn zus zit op het MLA en die vertelt altijd goede verhalen. Ze heeft wel altijd veel huiswerk, maar het schijnt dat dat erbij hoort. Daarentegen hebben ze wel veel snoepautomaten op het MLA, dat vind ik heel leuk.
Daarom zijn we hier vandaag kijken, maar eigenlijk weet ik al dat ik het liefst naar deze school zou willen. Helaas hebben ze geen broer en zussen voorrang meer, dus nu moet ik het zelf doen. Het gebouw vind ik heel erg mooi, met die grote binnenplaats. Ook is het niet al te ver fietsen van mijn huis: zo’n half uurtje als je flink doortrapt.
Ik ga nog bij wat andere open dagen kijken, maar ik zou het heel jammer vinden als ik niet naar het MLA zou gaan. Daar ken ik tenminste al iemand, ook al zit m’n zus dan een jaar boven mij. Ook kunnen we dan, als onze roosters op elkaar aansluiten, samen fietsen. Dat is toch gezelliger dan alleen.’
‘Ik vind het fijn als een school groot is, dus dan zit ik bij het MLA wel goed. In totaal ga ik bij tien scholen kijken, waarbij ik vooral let op de sfeer en of de leraren leuk zijn. Doordat ik op zoek ben naar een grote school, let ik er ook op of de lokalen niet te klein zijn.
Ik weet nog niet zoveel van het Montessori onderwijs dat ze op het MLA geven, maar het lijkt me leuk om beter te leren plannen. Dat kun je later ook goed gebruiken.
De loting vind ik niet heel spanend, want er zijn genoeg leuke scholen in Amsterdam. De één vind ik wel leuker dan de ander, maar het is geen ramp als ik ergens anders ingeloot word. Het liefst zou ik naar het Hervormd Lyceum Zuid (HLZ) gaan. Daar zag ik mezelf echt al rondlopen, en ze hebben een mooi gebouw.
Het meeste zin heb ik in de vakken scheikunde en wiskunde, maar eigenlijk nog meer in Chinees. Dat lijkt me echt een coole taal om te kunnen spreken. Later wil ik bankier of architect worden, en zeker bij dat eerste kan het heel handig zijn om Chinees te spreken.’