‘Kinderen gemotiveerd krijgen is het belangrijkste’

Geplaatst door Loeka Oostra op 4 maart 2017
Annette Beck, docent wiskunde op het 4e Gymnasium (foto Fransien van der Putt)
Binnen een gymnasium bestaan ook niveauverschillen, zegt Annette Beck (53). Als lerares wiskunde op het 4e Gymnasium houdt ze daar in haar lessen rekening mee. “De kunst is om de leerlingen altijd uit te dagen, maar wel op hun eigen niveau te laten werken.”

Nodig hebben

Wiskundedocent Annette Beck begon met lesgeven op een grote scholengemeenschap in Purmerend. “Het was een grote verrassing dat ik daar werd aangenomen. Toen ik vanuit Denemarken naar Nederland kwam voor de liefde, was ik nog bezig met mijn opleiding.” Toen Annette Beck acht jaar geleden op het 4e Gymnasium ging lesgeven, moest ze even wennen. “In Purmerend zaten alle niveaus bij elkaar. Op andere niveaus hebben leerlingen minder met wiskunde. Dan moet je er harder aan trekken om ze allemaal voldoende te laten staan. Dat vond ik juist ontzettend leuk aan lesgeven. Het eerste jaar op het 4e Gymnasium had ik het idee dat de leerlingen me niet nodig hadden.” Inmiddels weet Beck dat de leerlingen haar wel degelijk nodig hebben, zij het op een andere manier. “Het zijn slimme kinderen, je kunt meer de diepte met ze in. Dat maakt het een hele andere manier van lesgeven.” Beck werkt sinds 2008 op het 4e Gymnasium, twee jaar na de start van de school.

Verschillen

Wat begon als een vakantieliefde, zorgde er jaren later voor dat Beck naar Nederland verhuisde. “Hij studeerde geneeskunde, dus toen ik eerder klaar was met wiskunde en biologie studeren in Denemarken, besloot ik op de bonnefooi naar Nederland te komen. Ik had mezelf een doel gesteld: binnen twee jaar wilde ik hier voor de klas staan. Dat lukte, zij het op het nippertje.”

Inmiddels staat Beck al tientallen jaren voor de klas. Dat dat niet altijd even rustig is, bewijzen de leerlingen in deze eerste klas die vandaag het laatste uur met haar te doen hebben terwijl het buiten warm is. De jongens die achterin de klas zitten te klieren, solliciteren naar straf. “Jullie blijven een half uur langer om sommen te maken. Als je je nu rustig houdt, kan dat verminderen tot een kwartier,” laat Beck ze duidelijk weten. De rest van de les heeft ze geen kind meer aan de jongens.

Het is een eeuwenoude truc die nog altijd werkt, bekent Beck later lachend. “Ik geef niet graag straf, maar op deze manier hou ik ze toch weer bij de les.” Het is Beck ook duidelijk waarom de jongens kunnen klieren: ze snappen de stof. “Veel mensen denken dat gymnasium één niveau is, maar niets minder waar. Er zijn kinderen die er enorm voor moeten zwoegen, terwijl andere kinderen het relatief makkelijk halen.”

Projecten

Voor de kinderen die tot de laatste categorie behoren, organiseert het 4e Gymnasium extra activiteiten. Beck is één van de begeleiders. “We bieden kinderen bijvoorbeeld aan om vanaf klas twee filosofie te volgen, en in klas drie het eindexamen alvast te volgen. Vorig jaar was ik mentor van vier leerlingen die dat deden, en ze hebben het bijna allemaal gehaald met zevens en achten.”

Daarnaast bestaat een project waarbij kinderen uit klas 1 en 2 een eigen project op kunnen zetten. Een roman schrijven, een website bouwen voor toeristen in Amsterdam, onderzoek doen naar de relatie tussen leren en bewegen, of fotografie: alles is mogelijk. “Kinderen mogen twee lesuren per week missen om aan hun eigen project te werken. Het gaat niet alleen om de inhoud, maar ook om het plannen en de verantwoordelijkheid dragen voor je werk.”

Het project laat zien dat er veel mogelijk is voor kinderen die excelleren op de school. Ook de kinderen die het moeilijker hebben krijgen genoeg aandacht. “De kunst is om de leerlingen altijd uit te dagen, maar wel op hun eigen niveau te laten werken.” Het is volgens Beck een van haar sterke punten als lerares. “Ik ben in staat om leerlingen die het vak wiskunde niet zo leuk vinden toch genoeg te motiveren om er voldoende voor te staan.”

Zelfvertrouwen

Een groot probleem met wiskunde is volgens Beck het zelfvertrouwen dat veel kinderen missen. “Als docent heb je een beeld van wat kinderen kunnen, en dat komt vaak uit. Straal jij dus uit dat je denkt dat een kind het niet kan, dan zal dat naar alle waarschijnlijkheid ook het zelfbeeld van dat kind beïnvloeden.”

Dit terwijl volgens Beck iedere leerling wiskunde kan. “Als je het maar op de juiste manier onderwezen krijgt. Vaak vinden kinderen het vak niet leuk, omdat ze er niet goed in zijn. Ieder kind moet op zoek naar z’n eigen niveau, en daarop aan het werk gaan.” In de les van Beck wordt de klas in twee verschillende groepen opgedeeld, naar niveau. “Op die manier krijgt ieder kind de aandacht die het verdient. Op die manier hoop ik de kinderen te motiveren.”

Motivatie

Die motivatie is volgens Beck heel belangrijk in haar les. “Als een leerling het niet snapt wil ik heel graag helpen. Als mentor ben ik benaderbaar voor problemen, ook buiten de les. Er is echter maar één ding dat ik niet accepteer, en dat is dat je niet werkt. Kinderen gemotiveerd krijgen en aan het werk zien is voor mij het belangrijkste in de les.”

De kunst van Beck is dat ze daar niet al te streng voor hoeft te zijn. “Leerlingen weten wat mijn grenzen zijn. Ik denk dat leerlingen heel goed weten wat wel of niet kan. Het is mijn rol om ze daarin een beetje te sturen, maar ik ga uit de van de kunde van de leerling zelf.” Dat motivatie je ver kan brengen, weet Beck maar al te goed. “Ik had vroeger een hekel aan talen, maar toen ik naar Nederland kwam wist ik dat ik de taal moest leren. Ik ben slecht in het leren van woordjes, maar binnen drie maanden sprak ik alleen maar Nederlands.”

Het is de boodschap die Beck alle leerlingen mee wil geven, goed of slecht in wiskunde. “Als je gemotiveerd bent, kun je echt heel ver komen.” Zelf wil Beck vooral open blijven staan voor veranderingen. “Toen ik 25 jaar geleden begon in het onderwijs, zag ik veel leraren die tegen hun pensioen liepen en totaal uitgeblust waren. Toen heb ik met mezelf afgesproken dat ik nooit zo wilde worden. Je moet plezier blijven houden in je vak, anders straal je dat uit voor de leerlingen en raakt de motivatie totaal kwijt.”

Gerelateerde onderwerpen