Kandidaten op het vmbo en de mavo mogen geen grafische rekenmachine gebruiken tijdens het examen. Bij een aantal examens is het gebruik van een normale rekenmachine wél toegestaan. Het gaat om de vakken:
Bij wiskunde BB moet de rekenmachine naast de grondbewerkingen beschikken over toetsen voor x kwadraat en (tweedemachts) worteltrekken.
Bij alle overige vakken zijn de grondbewerkingen optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen voldoende. Meer mogelijkheden mag, maar de rekenmachine mag niet één of meer van de volgende eigenschappen hebben:
Bovenstaande regels gelden voor het examenjaar 2023-2024 en zijn afkomstig uit Bijlage 1a, artikel 3.2 Regeling toegestane hulpmiddelen voor de centrale examens vo 2024. Zie ook het artikel Welke hulpmiddelen mag je meenemen naar het centraal examen? (vmbo en mavo).
Een grafische rekenmachine is nodig voor een examenkandidaat om wiskundige:
Op basis van de vastgestelde syllabi is een grafische rekenmachine toegestaan voor de centrale examens van de vakken wiskunde Aen Bvoor havo en wiskunde A, Ben C voor vwo tijdens examenjaar 2024.
Let op: als een grafische rekenmachine voor een examen is toegestaan, dan is het gebruik van een ‘normale’ rekenmachine daarmee gelijk verboden.
De lijst met toegestane grafische rekenmachines is gepubliceerd in art. 3.2.3 van Bijlage 1b bijbehorende Regeling toegestane hulpmiddelen voor de centrale examens vo 2024.
De volgende modellen van grafische rekenmachine zijn toegestaan:
Oudere modellen die eerder wel waren toegestaan, zijn niet meer toegestaan. Daarnaast geldt:
Het College voor Toetsen en Examens (CvTE) stelt jaarlijks het examenprogramma en de exameneisen vast. Daarnaast stelt het college vast welke hulpmiddelen zijn toegestaan bij het centraal examen. Deze informatie staat in een syllabus. Voor het examenjaar 2024 staan de toegestane hulpmiddelen in onderstaande bijlagen:
Een grafische rekenmachine is op het centraal examen alleen toegestaan als het geheugen en bepaalde functies zijn geblokkeerd door de juiste Nederlandse examenstand. Het gaat dan om het geheugen en functies die bepaalde vaardigheden waarover de leerling volgens de syllabus moet beschikken, vervangt. De docent mag tijdens het examen op ieder moment controleren of een machine in de juiste examenstand staat, zonder de kandidaat te storen.