Scholen mogen een eigen beleid hanteren ten aanzien van de plaatsing van een tweeling samen of apart in een klas. Ongeveer de helft van de basisscholen kiest ervoor om een tweeling bij de start van de basisschool in aparte klassen te plaatsen. Als argumenten voeren zij vaak aan dat dit goed is voor de ontwikkeling van de identiteit van de tweeling en voor hun cognitieve ontwikkeling. Maar wetenschappelijk bewijs hiervoor ontbreekt. Onderzoek toont zelfs aan dat een vroege scheiding een averechts effect kan hebben.
Er is veel wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de voor- en nadelen van het splitsen van tweelingen in de vroege onderwijsjaren. Uitkomsten laten zien dat niet-gescheiden tweelingen zich in de eerste schooljaren gemiddeld genomen beter ontwikkelen op emotioneel en cognitief vlak dan gescheiden tweelingen.
Toch heeft al dit onderzoek nog niet geleid tot een eenduidig advies over of een tweeling samen of apart in een klas moet. Dit komt omdat iedere tweeling uniek is. Er zijn niet alleen verschillen tussen eeneiige en twee-eiige tweelingen en in dat laatste geval ook tussen tweelingen van hetzelfde en van verschillend geslacht. Ook zijn er verschillen in de thuissituatie, de opvoedingsfilosofie van ouders en de onderlinge band tussen de tweeling.
Vanwege grote onderlinge verschillen tussen tweelingen is het belangrijk om als school maatwerk te kunnen leveren. Voor sommige tweelingen zal het niet uitmaken of ze gescheiden worden, terwijl andere tweelingen hier misschien veel moeite mee hebben. Daarom is het van belang om bij elke tweeling apart te beoordelen wat het meest ideaal is. Een aantal wetenschappelijke onderzoeken sluit dan ook af met de aanbeveling aan scholen om een flexibel beleid te hanteren. De school moet in de eerste plaats rekening houden met de informatie van ouders over hun tweeling en met de onderlinge relatie van de kinderen.
De Nederlandse Vereniging voor Ouders van Meerlingen (NVOM) heeft een vertaling gemaakt van de checklist van professor Pat Preedy (Curtin University of Technology, Australia). Deze checklistvoor ouders en leerkrachten van meerlingen heet ‘Samen of Apart’ en biedt een handvat bij het maken van een weloverwogen beslissing bij de plaatsing van een tweeling in de klas.
Zowel de leerkracht als de ouder vult de checklist in. Hierdoor kunnen waardevolle inzichten ontstaan over het gedrag van individuele meerlingkinderen en hun onderlinge relatie in verschillende situaties, zowel thuis als op school. In principe wordt de vragenlijst ingevuld als de kinderen al op school zitten om een tussentijdse evaluatie te maken. Als de checklist voor de start in de kleuterklas wordt gebruikt, is het raadzaam om de verzorgers van de kinderopvang de vragen te laten beantwoorden. Na het beantwoorden van de vragen nemen ouders en leerkracht in gezamenlijk overleg een besluit om de twee- of meerling wel of niet te scheiden.
Het komt soms voor dat ouders verkeerd zijn geïnformeerd over de biologische oorsprong van hun tweeling. Zij denken bijvoorbeeld dat hun tweeling twee-eiig is, terwijl zij juist eeneiig is. Het is voor ouders en kinderen belangrijk om met een zygositeit-test vast te stellen welk type tweeling ze zijn. Medisch gezien is dit van belang in geval van orgaantransplantatie en de erfelijkheid van ziektes. Maar het is ook van belang voor de persoonlijke ontwikkeling van de kinderen. Het is met name voor eeneiige tweelingen belangrijk dat ze leren ontdekken dat ze, ondanks hun sterke (genetische) gelijkenis en hun grote verbondenheid, twee afzonderlijke individuen zijn.
De relatie met andere kinderen verloopt bij tweelingen vaak iets anders. Met name eeneiige tweelingen spelen de eerste jaren op de basisschool veel samen. Zij beschouwen elkaar niet alleen als broer of zus, maar ook als vriend. Ze hebben in het begin vaak gemeenschappelijke vriendjes omdat ze dezelfde kinderen leuk vinden. Bovendien hebben eeneiige tweelingen vanwege hun genetische gelijkenis vaak dezelfde hobby’s en interesses. Het ligt daarom voor de hand dat ze in de kleuterklas regelmatig dezelfde activiteit en speelhoek kiezen.
Bij twee-eiige tweelingen ligt dit anders. Twee-eiige tweelingen verschillen genetisch net zo veel van elkaar als andere broers en zussen van verschillende leeftijden. Zij hebben vaker verschillende interesses en maken ook sneller eigen vriendjes.
Ontwikkelingspsychologe Coks Feenstra is gespecialiseerd in tweelingen. Op haar website noemt ze onder andere een aantal tips voor leerkrachten die een tweeling in de klas hebben. Zo schrijft ze dat het belangrijk is dat de leerkracht de kinderen uit elkaar kan halen. Door middel van colour-coding is dit gemakkelijk. Het ene kind draagt bijvoorbeeld altijd blauwe kleding en het andere kind rode kleding. Leerkracht en ouders kunnen hier afspraken over maken.
Een ander advies van Feenstra is de acceptatie dat de tweeling elkaar af en toe opzoekt en elkaar verdedigt in de klas, omdat dit een gezonde uiting is van hun band. Daarnaast is het belangrijk dat leerkrachten en ouders bij rapportbesprekingen over elk kind apart praten. Feenstra heeft nog meer tips voor leerkrachten en ouders van schoolgaande tweelingen, ook als de tweelingen in aparte klassen zijn ingedeeld.
De Nederlandse Vereniging voor Ouders van Meerlingen (NVOM) heeft in 2019 een digitale special van het Meerlingen Magazineuitgegeven. Hierin worden de nieuwste wetenschappelijke onderzoeken besproken en komen ouders en tweelingen aan het woord.