Naast schoolboeken maken leerlingen sinds een paar jaar steeds vaker gebruik van een tablet, iPad en/of laptop op school. Deze digitale leermiddelen worden ingezet om lesmateriaal aan te bieden aan leerlingen en scholieren. Deze apparaten worden gezien als een elektronische informatiedrager. In de praktijk worden informatiedragers op de volgende manieren ingezet:
Tijdens de coronalock-down maakten veel leerlingen gebruik van een eigen digitale omgeving (bijvoorbeeld Teams) om contact te houden tussen leerlingen onderling, de leerkracht en ouders en om overzicht te houden van het eigen weekrooster. Hierdoor werd de iPad of laptop op nog meer manieren ingezet.
De regels omtrent de aanschaf van de digitale leermiddelen is helder. Scholen vragen soms een bijdrage aan ouders voor de aanschaf van een apparaat. Soms wordt aan ouders gevraagd om iets zelf aan te schaffen. Dit is toegestaan. Maar ook hier geldt dat de ouderbijdrage of de eigen aanschaf van een apparaat vrijwillig is. Als het gebruik van een laptop of een iPad verplicht is op school, dan is de ouderbijdrage nooit verplicht. Dit betekent dat school vervangend materiaal regelt, als ouders niet willen of kunnen betalen of aanschaffen.
Als ouders een tablet of laptop niet zelf aanschaffen of de bijdrage niet voldoen, dan zorgt de school voor een volwaardig alternatief. Dit is bijvoorbeeld een ander merk dat wel dezelfde functies heeft. Als scholen zorgen voor een alternatief, dan blijft de laptop of tablet altijd eigendom van de school.
De gemeente Amsterdam helpt Amsterdamse gezinnen met een laag inkomen met de schoolkosten. Ouders met een laag inkomen én een inwonend kind dat naar het voortgezet onderwijs gaat komen soms in aanmerking voor hulp. Het gaat om:
Zorg dat je de aanvraag op tijd indient. Het duur namelijk acht weken voordat je hoort of je recht hebt op een laptop of een bijdrage in de internetkosten. Deze laptop hoef je niet meer terug te geven. De precieze voorwaarden zijn terug te vinden op de website van de gemeente Amsterdam.
Als school een tablet of computer aanschaft en ter beschikking stelt, dan blijft het apparaat altijd eigendom van de school (art. 7A:1778 BW) Er is dan sprake van een soort van lening. Deze lening wordt in de wet bruikleen genoemd (art. 7A:1777 BW). Scholen die tablets en laptops aanschaffen configureren deze apparaten meestal vooraf om de apparaten beter te beheren. Dit is toegestaan, omdat het apparaat in die staat wordt aangeboden. De leraar kan dan bijvoorbeeld lesopdrachten instellen en zien waar leerlingen aan werken. Het aparaat is feitelijk geen zelfstandig werkende computer meer. Dit komt vooral in het basisonderwijs voor en minder vaak in het voortgezet onderwijs.
De school zal voor het gebruik een bruikleenovereenkomst opstellen. Scholen kunnen een borg vragen. Dit is toegestaan. Ouders zijn in principe wel aansprakelijk voor verlies of schade aan het apparaat.
In alle andere gevallen kan de school niet zomaar tablets en laptops configureren, omdat hierbij inbreuk wordt gemaakt op het eigendomsrecht (Burgerlijk Wetboek Boek 5). Ook is in principe toestemming van de ouders nodig om ‘mee te kijken’ (of te luisteren) op het apparaat.
Kleine kinderen groeien tegenwoordig vaak op met tekenfilmpjes op de smartphone of tablet van de ouders. Daarnaast spelen veel jonge kinderen thuis videogames op verschillende apparaten. Leerlingen die gedurende een dag alleen een iPad of laptop gebruiken, kunnen hier gewend aan raken. Deze gewenning kan bijvoorbeeld leiden tot overmatig gebruik van de tablet of laptop.
Probeer daarom samen met je kind duidelijke afspraken te maken over het gebruik van digitale middelen. Op deze manier blijft er een balans waarin leerlingen zowel digitale als sociale vaardigheden ontwikkelen.