Inclusief onderwijs is een onderwijssysteem waarbij alle kinderen zoveel mogelijk samen naar dezelfde school gaan. Zowel leerlingen zonder als met beperkingen, ontwikkelingsachterstanden, gedrags- en emotionele problemen en specifieke leermoeilijkheden.
Het doel van passend onderwijs is dat alle leerlingen een plek moeten krijgen op een school die past bij hun kwaliteiten en mogelijkheden. Dit kan een reguliere school zijn of een school voor speciaal onderwijs. Inclusief onderwijs gaat een stap verder. Hier is het streven dat alle leerlingen met en zonder beperking zoveel mogelijk naar dezelfde school of leeromgeving in de buurt gaan. Ook als ze veel extra ondersteuning nodig hebben. Voorbeelden van inclusief onderwijs zijn onder andere Integrale Kindcentra en de Samen naar schoolklas. Bij inclusief onderwijs worden minder kinderen doorverwezen naar het speciaal onderwijs.
Tussen passend onderwijs en inclusief onderwijs bestaat een spanningsveld. De evaluatie passend onderwijs uit 2020 laat zien dat het passend onderwijs nog veel knelpunten kent en een kwart van de ouders ontevreden is. Critici vragen zich mede daarom af of de stap naar inclusiever onderwijs wel wenselijk en haalbaar is.
Vanuit speciaal onderwijs hebben scholen en ouders zorgen over het verdwijnen van gespecialiseerde scholen met kleine klassen. En vanuit regulier onderwijs ziet men onvoldoende mogelijkheden om werkelijk alle kinderen ‘binnen te houden’. Voorstanders van inclusief onderwijs zien het systeem van reguliere en speciale scholen echter als een beperking. Zij vinden dat hierdoor onvoldoende wordt gewerkt aan inclusie.
Luister ook de podcastaflevering van het Kohnstamm Instituut: ‘Van passend naar inclusiever onderwijs: is dat haalbaar?’
Veel landen startten reeds lang geleden met inclusief onderwijs. Vaak genoemde voorbeelden hierbij zijn Italië en de Verenigde Staten. Uit onderzoek blijkt vaak dat er positieve effecten zijn van inclusie. Dit geldt zowel voor de leerlingen met beperking als de leerlingen zonder beperking.
In een gecombineerd onderzoek naar relevante internationale literatuur op de terrein constateerde de organisatie Defence for Children een aantal voordelen van inclusie:
Kennisrotonde van het NRO constateert in dit rapport dat veel studies aantonen dat inclusief onderwijs een positief effect heeft op de cognitieve ontwikkeling van leerlingen met en zonder ondersteuningsbehoefte. In het rapport staat echter ook dat een aantal studies deze positieve effecten bij leerlingen met een ondersteuningsbehoefte niet aantoont. Studies waarin negatieve effecten van inclusief onderwijs worden aangetoond, zijn niet gevonden.
Inmiddels werken steeds meer Nederlandse scholen aan inclusief onderwijs. Een aantal praktijkvoorbeelden staan op de website van het landelijk platform ‘Naar inclusiever onderwijs’ (NIO).
De ratificatie van het VN Verdrag voor de rechten van mensen met een handicap op 14 juli 2016, zette inclusie sterker op de politieke agenda. In dit verdrag staat (artikel 24) dat de overheid een ‘inclusief onderwijssysteem’ dient te waarborgen.
Specifiek staat in artikel 24.2 dat de overheid ervoor moet zorgen dat: ‘personen met een handicap niet op grond van hun handicap worden uitgesloten van het algemene onderwijssysteem’, en dat ‘personen met een handicap, binnen het algemene onderwijssysteem, de ondersteuning ontvangen die zij nodig hebben om effectieve deelname aan het onderwijs te faciliteren.’
De nadruk ligt hierbij op de toegankelijkheid en goede ondersteuning binnen het algemene systeem. Dit staat in tegenstelling tot het creëren van aparte voorzieningen buiten het algemene systeem, zoals nu in Nederland het geval is met speciaal onderwijs.
Het VN-verdrag is duidelijk. Het zorgdragen voor inclusief onderwijs is een taak van de overheid. In toenemende mate zijn ook onderwijsorganisaties en het ministerie positief over het streven naar inclusief onderwijs. Dit toont ook de in 2019 aangenomen motie van Paul van Meenen. Deze motie vraagt de regering om: ‘een brede coalitie op te bouwen in ieder geval bestaande uit leraren, schoolleiders, ouders, leerlingen, besturen, gemeenten, kinderopvang en (jeugd)zorg om tot inclusief en goed onderwijs voor ieder kind te komen.’
Naast het VN Verdrag is er de Salamanca-verklaring. Nederland heeft deze verklaring onderschreven, maar het heeft geen bindende rechtskracht. Wel vormt deze verklaring de grondslag voor het recht op inclusief onderwijs. Zo staat vrij vertaald in de verklaring dat:
Binnen de PO-Raad is in 2023 de Verenigingscommissie Onderwijskansen opgezet. Deze commissie heeft een visie op inclusief onderwijs vastgesteld waarin onder andere staat:
Meer informatie over de Verenigingscommissie Onderwijskansen staat op de website van de PO-Raad in het artikel: ‘Inclusief onderwijs in de praktijk’.
Het landelijk platform ‘Naar inclusiever onderwijs’ (NIO) zet zich in voor kennisdeling en advies. Zo organiseert NIO activiteiten die gericht zijn op de ondersteuning van scholen en samenwerkingsverbanden primair en voortgezet onderwijs. Daarnaast organiseert het platform een landelijke conferentie over inclusiever onderwijs en de ‘Week van Inclusief Onderwijs’. Ook zet NIO leernetwerken op en werken ze samen met Stichting JongPIT om jongeren met een ondersteuningsbehoefte een stem te geven.