“Door het Corona-virus moest ik lang thuis blijven, maar ik miste niets. Ik ben wel een beetje blij dat ik nu weer naar school ga, maar ik vond het ook wel lekker om thuis te zijn. Op school groet ik mijn juf nu met mijn elleboog. Dan tik ik tegen haar elleboog aan. Dat doe ik in de ochtend en als ik naar huis ga.”
“Maandag had ik een kringgesprek over het Corona-virus en wat we thuis allemaal hebben gedaan. Ik vertelde dat we naar het strand gingen. Vandaag heb ik een poppetjes-tekening gemaakt. Maar dat ging niet over Corona, maar over de ruimte. Want dat is ons nieuwe thema.”
“Bij het bureau van de juf is nu een rood lintje. Want daar mag je niet komen.”
“We moeten nu altijd onze handen wassen, na het buitenspelen en in de middag bij het broodje eten. Ook moeten we nu in een treintje naar buiten want we mogen elkaar geen handje meer geven. En als je moet niezen, moet je in de hoek gaan staan.”
“Bij het bureau van de juf is nu een rood lint. Want daar mag je niet komen. Dat vind ik jammer. Ik vind het wel leuk dat je nu je eigen blaadjes uit de kast mag pakken om te tekenen. Eerst pakte de juf dat voor ons en mocht je dat niet zelf doen. Nu wel.”
“Wat ik ook heel leuk vind is dat we een kletsmuur hebben met allemaal koffiefilters met onze namen erop. Daar doen we briefjes in. Dan teken je iets of dan schrijf je iets en dan doe je het in het zakje aan wie je het wil geven. Ik heb een briefje gehad van Anoushka. Het is een tekening.”
“Toen ik weer naar school ging stond er op het bord: ‘welkom lieve kindjes’. Eerst deed ik met de juf de voetengroet, maar nu zeg ik gewoon ‘hallo’.”
“Eerst hadden we altijd overblijf met overblijfjuffen. Nu niet. Maar als de corona weg is, dan komen ze weer terug.”
“Als we op school komen en voordat we naar huis gaan gebruiken we alcohol-sop voor onze handen. Bij de fruithap en tussen de middag gebruiken we gewoon sop. Eerst hadden we altijd overblijf met overblijfjuffen. Nu niet. Maar als de Corona weg is, dan komen ze weer terug.”
“Ik vind het wel leuker dat we nu met minder kindjes in de klas zitten. Dat is beter.”
“Ik ben heel blij dat ik de juf weer kan zien. Ik heb haar gemist.”
“Op school mogen we niet aan onze neus en mond zitten. Als je dat toch per ongeluk doet, hebben we een pompje. Dan doe je eerst dat spul op je hand, dan goed tussen je vingers en dan wrijf je zo met je vuist. Ook hebben we in de klas een lijn van zwart plakband. Wij zitten aan de ene kant van de lijn en de juf aan de andere kant. We mogen er niet overheen.”
“Ik ben heel blij dat ik de juf weer kan zien. Ik heb haar gemist. Daarom heb ik ook een cadeau voor haar gemaakt. Het zijn oorbellen. Als ik het niet mag geven, leg ik het voor haar neer op de grond.”
“Tijdens Corona had ik de juf en alle kinderen gemist. Maar ik heb mijn stoel niet gemist. Omdat die te klein is. Haha!”
“We moeten nu vaak onze handen wassen met sop bij de kraan. Ook hebben alle klassen een eigen nooduitgang. Daar moeten we nu door naar binnen. En we moeten op anderhalve meter afstand blijven van de juf, maar niet van de kinderen.”
“De juf vroeg wat je wel en niet leuk vond thuis. En of je vader en moeder irritant waren. Haha!”
“Maandag stond er op ons bord: praten over Corona, rekenen, buitenspelen en pauzehap en daarna taal en spelling. We gingen praten over hoe het het thuis was tijdens Corona. De juf vroeg wat je wel en niet leuk vond thuis. En of je vader en moeder irritant waren. Haha!”
“We zitten nu met minder kinderen in groepjes. Ook mogen we niet meer door de school lopen. Je moet in de klas blijven, behalve als je naar de wc moet.”
“Ik heb de laatste weken mijn vrienden gemist en gewoon een beetje in de klas zitten. Maar wat ik niet heb gemist is werken in de klas. Op school kan ik mij namelijk minder goed concentreren dan thuis. Toen we elkaar weer zagen hadden we een kringgesprek. Ook hebben we een poster gemaakt. Ieder kind moest een blaadje inkleuren en uiteindelijk plakten we het aan elkaar en was het een enorme poster waarop stond: ‘fijn om weer samen op school te zijn’.”
“Het is wel wennen als straks alles weer normaal is. Ik vind het fijn om in een kleine klas les te krijgen.”
“We groeten de juf en meester nu bijna niet. We zeggen alleen goedemorgen en dan gaan we op onze plek zitten met onze jas op onze stoel. Onze klas zit namelijk in de hoek van de school, waar heel veel mensen langs lopen. Het is dan onhandig als we steeds onze jas en tas op de gang moeten pakken. Onze tafels staan nu zigzag. Je hebt geen kinderen naast je en voor je, maar alleen schuin. Je kan elkaar dus wel zien.”
“Bij gym mogen we nu niet douchen en ons omkleden. Ook kunnen we geen tikspelletjes doen, want dan zweten we te veel en dan kan je elkaar besmetten. Je mag wel de bal naar elkaar overspelen of met een step door de zaal racen. Verder hebben we geen nieuwe schoolregels. Behalve als je naar de wc gaat en de directrice loopt net langs, dan moet je even wachten.”
“Het is wel wennen als straks alles weer normaal is. Ik vind het fijn om in een kleine klas les te krijgen. Dat zou ik na Corona nog steeds willen. Ook zou ik het nieuwe continurooster willen houden, want ik heb niet zo’n lange pauze nodig in de middag. Al dat gedoe met spelletjes enzo. Dat hoef ik niet. Met een continurooster ben je eerder vrij.”