Soms is er lesuitval op de basisschool. Meestal gaat het om een paar dagen, bijvoorbeeld als de leerkracht ziek is. Maar soms duurt de lesuitval langer, bijvoorbeeld door een structureel lerarentekort. Bij langdurige lesuitval mogen basisscholen niet overgaan tot een vierdaagse schoolweek. Wel biedt de wet ruimte om maximaal zeven keer per jaar een vierdaagse schoolweek in te roosteren voor de groepen drie tot en met acht (Art. 8 lid 9b 2 WPO). Dit geldt dan als een tijdelijke noodmaatregel.
Als er onverwacht lesuitval is, bijvoorbeeld omdat de leerkracht in de file staat, moet de basisschool een vervangend lesprogramma hebben. In het schoolplan en de schoolgids staat hoe dit lesprogramma er op de school van uw kind uitziet (Art. 12 lid 2a WPO) en (Art. 13 lid 1d WPO).
Is uw kind vier jaar oud? En is er lesuitval? Dan kan de school u verzoeken om uw kind op te halen of thuis te houden. Uw kind is namelijk nog niet leerplichtig. De leerplicht geldt pas vanaf vijf jaar (Art. 3 lid 1 LPW).
Op de basisschool moeten leerlingen gedurende acht jaar minimaal 7520 uur onderwijs krijgen. Dit heet de verplichte onderwijstijd of urennorm (Art. 8 lid 9b WPO). Maar veel basisscholen geven meer uren les. Op die manier hebben zij namelijk een buffer voor onvoorziene omstandigheden, zoals ziekte of verlofdagen van leerkrachten. Komt de basisschool onder de wettelijk urennorm? Dan moet de school het tekort aan onderwijstijd inhalen.
Wilt u meer weten over verplichte onderwijstijd en de urennorm? Lees dan: ‘Wat is onderwijstijd?’
In Amsterdam en andere grote steden is het lerarentekort het grootst. Daarom hebben de schoolbesturen in Amsterdam (Breed Bestuurlijk Overleg) in 2020 het Convenant Noodplan Lerarentekort opgesteld. Hierin hebben zij afgesproken om zich maximaal in te spannen om huidige leerkrachten te behouden voor het onderwijs en nieuwe leerkrachten aan te trekken. Ook hebben ze drie noodplannen goedgekeurd waar basisscholen uit kunnen kiezen of die zij kunnen combineren, namelijk:
Wel moeten scholen zich hierbij aan de volgende regels houden:
Ook op middelbare scholen is er soms lesuitval. Vaak gaat het om kortdurende lesuitval wegens ziekte van een docent. Maar in het voortgezet onderwijs is er eveneens sprake van een lerarentekort en gaat het soms om langdurige lesuitval.
Valt er onverwachts een les uit, bijvoorbeeld omdat de leerkracht naar de dokter moet? Dan hebben de meeste middelbare scholen een vervangend lesprogramma. Zo worden leerlingen vaak opgevangen door een docent die op dat moment geen les geeft. Of het vak wordt omgeroosterd. In plaats van ‘s ochtends om 08:30 hebben leerlingen het vak bijvoorbeeld dezelfde dag om 14:30. In het schoolplan en de schoolgids staat hoe de school van uw kind omgaat met lesuitval (art. 2.92 lid 2 onder c WVO 2020). Voor Amsterdamse middelbare scholen staat deze informatie ook in de Keuzegids 2021-2022.
Soms komt het voor dat een leerling een paar weken of zelfs maanden geen Frans, Nederlands of wiskunde heeft. Terwijl in de schoolgids staat dat de school het vak vier uur per week aanbiedt. In dit geval houdt de school zich niet aan het zelf opgestelde beleid. Bovendien is de school verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs, en het is de vraag of de school dit nog wel kan waarborgen met zo veel lesuitval (art. 2.87 WVO 2020). Twijfelt u hierover en vraagt u zich af of de school actief zoekt naar een oplossing? Neem dan contact op met de mentor van uw kind.
Scholen voor voortgezet onderwijs moeten minimaal 189 dagen per jaar onderwijs geven (art. 2.39 lid 1 WVO 2020). Daarnaast gelden de volgende urennormen per onderwijstype:
Komt de middelbare school door de lesuitval onder de wettelijk verplichte urennorm? Dan moet de school het tekort aan onderwijstijd inhalen. Denkt u dat dit het geval is? Maak dan eerst zelf een berekening van de uren onderwijs die uw kind krijgt, voordat u dit bij de school aankaart. Houd er hierbij rekening mee dat een lesuur niet altijd hetzelfde is als een klokuur. Op sommige scholen duurt een lesuur bijvoorbeeld vijfenveertig minuten, terwijl dit op een andere school zestig of zelfs negentig minuten duurt.
Middelbare scholen bepalen zelf hoe zij hun onderwijsprogramma inrichten, zolang zij zich maar houden aan de bovengenoemde urennormen en de kerndoelen. Zo krijgen leerlingen op het Barlaeus al vanaf het eerste jaar natuurkunde, terwijl het Fons Vitae dit vak vanaf het twee jaar aanbiedt en het Hervormd Lyceum Zuid pas in het derde jaar. Ook het aantal uur per vak wisselt per school. Scholen maken hier zelf keuzes in en vermelden dit in de schoolgids. Scholen zijn wél wettelijk verplicht om zich aan hun eigen opgestelde beleid in de schoolgids te houden.
De onderwijsinspectie ziet er op toe dat basisscholen en middelbare scholen zich aan de wettelijke onderwijstijd houden. Maar is er sprake van een structureel lerarentekort op een school? En kan deze school duidelijk maken aan de inspectie dat ze geen mogelijkheden binnen de wet hebben en daarom weloverwogen kiezen voor een noodmaatregel? Zoals een schoolweek waarin leerlingen vier dagen les hebben van een bevoegde leerkracht en één dag van een onbevoegde kracht? Dan zal de inspectie niet verder handhaven.
Als de inspectie signalen krijgt dat de kwaliteit of veiligheid ernstig in het geding zijn, start het een onderzoek. Want boven alles moeten de veiligheid van leerlingen en leerkrachten en de kwaliteit van het onderwijs gewaarborgd zijn. Het schoolbestuur blijft daarvoor verantwoordelijk, ook in tijden van lerarentekorten.
Maakt u zich zorgen over de kwaliteit van het onderwijs door lesuitval en eventuele wisselingen van leerkrachten? Of vraagt u zich af of de school zich houdt aan de urennorm? Neem dan contact op met de groepsleerkracht, mentor of directeur. Zo kunt u uw zorgen uiten en samen kijken naar mogelijke oplossingen. U kunt uw zorgen ook aankaarten bij de MR, zodat de oudergeleding hierover in gesprek kan gaan met de lerarengeleding. Levert een gesprek met de directeur en de MR niets op? Dan kunt u het schoolbestuur inschakelen.
Kiest de basisschool voor een noodmaatregel uit het Convenant Lerarentekort Amsterdam? Dan heeft de MR hierover instemmingsrecht. In het voortgezet onderwijs moet de medezeggenschapsraad vooraf instemmen met het lesuitvalbeleid van de school (art. 2.92 lid 2 onder c WVO 2020).
Levert zowel een gesprek met de directeur, als de MR en het schoolbestuur niets op? Dan kunt u overwegen een klacht in te dienen bij de klachtencommissie van de school. Informatie over de klachtencommissie staat in de schoolgids (art. 13 lid 1f WPO) en (art. 2.92 lid 2 onder g WVO 2020).
De commissie behandelt de klacht vertrouwelijk en moet binnen vier weken reageren. Het advies van de klachtencommissie is niet bindend, de school mag het advies naast zich neer leggen. Als u iets wilt melden over een school of onderwijsinstelling kunt u dat doen bij het Meldpunt Inspectie.
Bent u op zoek naar een geschikte basisschool of middelbare school voor uw kind? Houd er dan rekening mee dat het beleid voor lesuitval per school verschilt. Zo zijn er bijvoorbeeld middelbare scholen die bij lesuitval altijd een vervangende docent voor de klas zetten. Maar er zijn ook scholen die dit niet doen, of alleen voor leerlingen in de brugklas. In de Keuzegids 2021-2022 staat per Amsterdamse middelbare school wat het beleid is bij lesuitval. U vindt deze informatie ook in de schoolgids (art. 2.92 lid 2 WVO 2020).
Ook het beleid voor lesuitval in het basisonderwijs verschilt per school. Sommige scholen werken bijvoorbeeld met een vaste pool van invalleerkrachten, terwijl andere scholen lesuitval intern oplossen. Zo zijn er scholen die leerlingen verdelen over meerdere klassen. En er zijn scholen die bij kortdurende uitval, bijvoorbeeld als de leerkracht in de file staat, een extra gymles inplannen. Het beleid voor lesuitval vindt u terug in de schoolgids.