Pesten en vechten zijn de meest voorkomende incidenten op scholen voor voortgezet onderwijs die zeer actief zijn op het gebied van incidenten registratie en veiligheidsbeleid. Dat blijkt uit een analyse van de gegevens uit het systeem IRIS (Incidenten Registratie In School) over schooljaar 2005/2006. Absoluut gezien is het aantal meldingen van diefstal en vechtpartijen het grootst.
Incidentenregistratie nog in ontwikkeling
In Nederland gebruiken bijna 250 vestigingen voor voortgezet onderwijs het programma IRIS. Als een school meer incidenten registreert betekent dit niet dat de school onveiliger aan het worden is, integendeel. Alleen door veel incidenten te registreren krijgt een school goed inzicht in de veiligheidssituatie en kan een school het veiligheidsbeleid verbeteren. De incidenten registratie is nog in ontwikkeling. Slechts 24 scholen registreren ‘goed’: tussen de 50 en 100 incidenten per jaar. Een nog kleiner aantal registreert ‘zeer goed’: vier scholen registreerden jaarlijks tussen de 100 en 250 incidenten en nog eens vier scholen registreerden tussen de 250 en 1000 incidenten en geven daarmee de werkelijkheid waarschijnlijk het beste weer. De acht meest registrerende scholen waren daarmee goed voor de helft van alle 7.036 gemelde incidenten. Uiteraard kan IRIS slechts laten zien hoeveel incidenten zijn geregistreerd en niet aangeven hoeveel incidenten werkelijk hebben plaatsgevonden.
Diefstal
Diefstal was in het schooljaar 2006/2007 met bijna vijftienhonderd gevallen het meest geregistreerde incident (21%) in IRIS. Het aantal geregistreerde diefstallen per school loopt enorm uiteen: er zijn een paar scholen waar het afgelopen schooljaar meer dan vijftig diefstallen werden geregistreerd.
Vechtpartij
Van de geregistreerde incidenten bestond meer dan twaalfhonderd uit vechtpartijen (18%). Daarbij zijn grote verschillen te zien in ernst. Sommige vechtpartijen werden na wat duwen en trekken in de kiem gesmoord, en sommige incidenten waren zo ernstig dat het slachtoffer naar het ziekenhuis moest. Jongens zijn bij vechtpartijen oververtegenwoordigd: ongeveer twee op de drie daders is een jongen en ongeveer drie op de vier slachtoffers.
Andere incidenten
Vergeleken met diefstallen (21%) en vechtpartijen (18%), komen andere soorten incidenten minder vaak voor in IRIS: vernieling (12%), ongevallen (12%), bedreiging (10%), pesten (8%), mishandeling (6%) en vermissing (5%). Wapenbezit komt niet vaak voor (1%), maar krijgt terecht veel aandacht van scholen. Hetzelfde geldt voor seksuele intimidatie (2%), drugs (2%) en discriminatie (1%). De omvang van een probleem wordt natuurlijk niet alleen bepaald door hoe vaak het voorkomt, maar ook door de mate waarin het de veiligheid serieus in gevaar brengt.
Top tien incidenten in het voortgezet onderwijs in schooljaar 2005/2006 (*)
Naarmate scholen beter registreren worden cijfers betrouwbaarder over wat voor soort incidenten het meeste voorkomen. Scholen die weinig registreren leggen vaak alleen de meest zichtbare incidenten vast zoals diefstal, vechtpartijen en ongevallen. Incidentenregistraties van scholen die meer dan 250 incidenten per jaar registreren levert een top-10 op waarin niet diefstal maar pesten bovenaan staat:
Reactie school
Er blijkt behalve bij ongevallen, diefstal en drugs geen echte ‘standaard’ reactie van scholen op incidenten te zijn, er zijn wel voorkeuren zichtbaar. Opvallend daarbij is dat slechts bij 10% van alle incidenten contact wordt opgenomen met ouders, meestal gaat het dan om alcohol of vernieling en niet om vechten, mishandeling, discriminatie of pesten waar ouders ook graag over geïnformeerd zouden worden.
Medische hulp, bij:
Aangifte of melding bij de politie, bij:
Schorsing, bij:
Waarschuwing, bij:
Contact ouders, bij:
*Amsterdamse scholen zijn in dit jaaroverzicht ondervertegenwoordigd omdat ze last hebben van de wet op de remmende voorsprong. De meeste Amsterdamse scholen zijn aangesloten bij het project Veilig in en om school wat de eerste versie van het incidentenregistratieprogramma IRIS bij de aangesloten scholen verspreidde op een CD-ROM. Het jaaroverzicht is gebaseerd op gegevens die met een nieuwe versie van het programma via internet geregistreerd zijn, deze nieuwe versie was afgelopen jaar bij de meeste Amsterdamse scholen nog niet ingevoerd. Toch kunnen de landelijke cijfers met een slag om de arm ook als een indicatie gezien worden van wat zich op Amsterdamse scholen aan incidenten afspeelt.