De ouders zijn over het algemeen positief over het contact met de leraar en erkennen dat de leraar een cruciale rol speelt in de kwaliteit van het onderwijs. Ongeveer driekwart van de ouders beschouwt de kwaliteit van de leraar als de belangrijkste factor voor de kwaliteit van het onderwijs, deze perceptie is in het basisonderwijs sterker geworden. In het voortgezet onderwijs blijft deze perceptie stabiel, maar groeit de tevredenheid over het contact tussen ouders en leraren. Er is ook een lichte afname in het aantal ouders dat ontevreden is over het contact met de leraar. Na een tijdelijke dip in de waardering van de leerkracht tijdens de coronaperiode in het basisonderwijs, is de relatie tussen ouders en leraren weer hersteld. Met name in het voortgezet onderwijs waarderen ouders de relatie met de mentor meer. Er blijft echter nog steeds een klein deel (één tiende) van de ouders ontevreden over de relatie met de mentor.
Ouders ervaren een goede relatie met de school. Zij voelen zich voldoende betrokken, zijn tevreden over de samenwerking en worden serieus genomen. Ouders helpen graag op school en de ouderbetrokkenheid is groot, met veel aanwezigheid bij ouderavonden, activiteiten, excursies en evenementen. Ze dragen ook thuis bij door hun kind te ondersteunen met schoolwerk. De afstand tussen ouders en het schoolbestuur blijft echter groot, met een gebrek aan duidelijkheid over het schoolbestuur en ervaren afstand tot de schooldirecteur. Het basisonderwijs scoort beter (51%) in dit opzicht dan het voortgezet onderwijs, waar slechts een kwart van de ouders aangeeft goed contact te hebben met de schooldirecteur.
Ouders beschouwen de kwaliteit van de leraar, de ruimte voor individuele ontwikkeling en de sfeer in de klas als bepalende factoren voor de kwaliteit van het onderwijs. 71% van de ouders is tevreden over de onderwijskwaliteit in het basisonderwijs. 54% van de ouders is tevreden over de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs. Het gaat hierbij wel om een dalende trend. Dit wordt waarschijnlijk veroorzaakt door toenemende klassengrootte, lesuitval door het lerarentekort en hoge toets- en prestatiedruk. Er wordt gepleit voor meer maatwerk waarbij kinderen de ruimte krijgen om op hun eigen tempo te leren. Ouders met kinderen in het mbo zijn over het algemeen tevredener over de kwaliteit van het onderwijs dan ouders met kinderen in het basis- of voortgezet onderwijs. 80% van de ouders in het mbo zijn tevreden over de onderwijskwaliteit. Toch is er ook in het mbo ruimte voor verbetering, aangezien één op de vijf ouders de kwaliteit van het onderwijs als onvoldoende beoordeelt.
De gevolgen van het lerarentekort uiten zich in lesuitval, samenvoeging van klassen en andere noodoplossingen. Dit leidt bij bijna de helft van de ouders tot zorgen over de voortgang van hun kinderen op school en het ontstaan van leerachterstanden. Ouders zijn het erover eens dat een hoger salaris en een beter imago van het beroep van leraar op de lange termijn de oplossing zijn voor het lerarentekort. Op korte termijn hebben ouders het meeste vertrouwen in het inzetten van parttimers om meer uren te werken.
Per 1 augustus 2021 zijn de regels rondom de vrijwillige ouderbijdrage op scholen aangescherpt. Het is positief dat kinderen niet langer worden uitgesloten als hun ouders de bijdrage niet kunnen betalen. De ouderbijdrage is bedoeld voor extra activiteiten en niet voor onderwijsinhoudelijke zaken. Ouders zouden inzicht moeten hebben in hoe de ouderbijdrage wordt besteed. Daarnaast is het belangrijk om ouders te betrekken bij alternatieven wanneer de vrijwillige ouderbijdrage niet voldoende is om extra activiteiten te organiseren.
Het gemiddelde bedrag dat ouders aan de ouderbijdrage betalen is fors gedaald. Gemiddeld betalen ouders dit schooljaar €134 per kind aan ouderbijdrage. De bijdrage in het basisonderwijs ligt met €89 euro gemiddeld per kind een stuk lager dan de €194 euro gemiddeld per kind in het voortgezet onderwijs. Meer ouders voelen zich steeds minder vaak verplicht om de ouderbijdrage te betalen. Toch ervaart ongeveer 20% van de ouders in het basisonderwijs en 30% van de ouders in het voortgezet onderwijs de vrijwillige ouderbijdrage als verplicht. In het voortgezet onderwijs heeft 10% van de ouders moeite om de bijdrage te kunnen betalen en 33% vindt het bedrag te hoog. De helft van de ouders met een kind op het mbo heeft moeite met het betalen van de schoolkosten.
Vanwege de nieuwe regels en de lagere ouderbijdrage organiseren scholen ook minder activiteiten, waar 18% van de ouders een daling in heeft opgemerkt. Sommige scholen vragen een aanvullende bijdrage of zoeken creatieve oplossingen om activiteiten te bekostigen, maar er is een mogelijkheid dat activiteiten in de toekomst worden verminderd.
Driekwart van de ouders is ontevreden over de huidige situatie op het gebied van passend onderwijs. Ze maken zich zorgen over groeiende klassen, werkdruk van leraren, tijdgebrek en gebrek aan expertise binnen scholen. Bijna de helft van de ouders is ook ontevreden over de ondersteuning die hun kind ontvangt en vindt dat scholen onvoldoende signaleren en onderzoeken welke ondersteuning nodig is. De zorgplicht wordt volgens ouders gebrekkig nageleefd. In 23% van de gevallen is voor kinderen met een ondersteuningsbehoefte geen ontwikkelingsperspectief (OPP) in het regulier onderwijs. De klassengrootte heeft invloed op passend onderwijs. Het draagvlak voor inclusief onderwijs is sinds 2019 licht gedaald. Ouders staan positief tegenover inclusief onderwijs, maar zijn kritisch over de huidige inrichting van het onderwijssysteem. Hoewel de meerderheid van de ouders de samenwerking met de school voldoende beoordeelt, is er nog steeds een aanzienlijk deel dat ontevreden is. Sommige ouders voelen zich niet serieus genomen en de betrokkenheid van ouders bij het ontwikkelingsperspectief varieert. Overleg en afspraken met ouders over het OPP zijn niet altijd voldoende.
Veel ouders zijn niet goed op de hoogte van de medezeggenschapsraad (MR) en hebben moeite om contact op te nemen of te weten waar de MR zich mee bezighoudt. Hoewel de MR in het basisonderwijs tijdens de coronaperiode beter zichtbaar is geworden, weten nog steeds twee op de vijf ouders niet hoe ze contact kunnen leggen met de MR. De bekendheid van de MR is vooral in het voortgezet onderwijs afgenomen. De meeste ouders waarderen goede communicatie en vinden het belangrijk om op de hoogte te worden gehouden van de activiteiten van de MR. 61% van de ouders slaagt erin gemakkelijk contact te leggen met de MR, terwijl slechts één op de zes ouders regelmatig contact opneemt met de MR-leden.
Hoewel ouders het gevoel hebben dat de MR namens hen spreekt, voelt nog steeds één op de vijf ouders zich onvoldoende vertegenwoordigd. Ouders merken wel op dat de MR zich steeds krachtiger uitspreekt richting de schooldirectie en het bestuur, maar vinden dat de MR hen onvoldoende raadpleegt over bepaalde onderwerpen. De kloof tussen ouders en de MR blijft groot. Ouders willen graag betrokken worden bij het schoolbeleid. Ze willen het liefst deelnemen via digitale enquêtes, ouderavonden of directe gesprekken met de school. Bij het mbo is er minder interesse van ouders om betrokken te worden bij de activiteiten van de ouderraad. Slechts één op de vijf mbo-ouders zou geïnteresseerd zijn, maar wil daar eerst meer informatie over.