Het aantal lichamelijk of verstandelijk gehandicapte kinderen dat met begeleiding naar een reguliere school gaat, is tussen 2000 en 2005 meer dan verdubbeld. In het basisonderwijs is het aantal met 97 procent toegenomen, in het voortgezet onderwijs met 146 procent. Dat meldt het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in zijn Rapportage gehandicapten 2007.
De forse toename is volgens het SCP het gevolg van de leerlinggebonden financiering, het zogenoemde ‘rugzakje’, die de overheid in 2003 heeft ingevoerd. Scholen krijgen hierbij een subsidie voor elke leerlingen die extra zorg nodig heeft.
In het speciaal onderwijs is het aantal leerlingen met lichamelijke of verstandelijke beperkingen in dezelfde periode overigens ook toegenomen, met tien procent in het basisonderwijs en met 39 procent in het voortgezet onderwijs. Met 350 duizend is het aantal leerlingen in het speciaal onderwijs in 2005 nog altijd vier keer zo hoog als het aantal leerlingen dat met begeleiding naar een reguliere school gaat.
Volgens het SCP leidt de ‘rugzakregeling’ wel tot problemen. Veertig procent van de ouders moest twee tot vier scholen bezoeken voordat hun kind werd geplaatst. Daarbij vindt ‘slechts’ een kwart van de ouders de toegang tot het reguliere onderwijs verbeterd, een derde vindt het verslechterd. Ook het ontbreken van voldoende kennis en informatie bij zowel ouders als scholen vormt volgens het SCP een probleem.