OCO krijgt jaarlijks meerdere dossiers binnen over thuiszitters. Lange tijd was dit aantal dossiers stabiel. Maar sinds schooljaar 2022-2023 is hierin een duidelijke stijging te zien. Betrof het aantal dossiers in schooljaar 2021-2022 nog dertien, in 2022-2023 ging het om 31 dossiers en in 2023-2024 zelfs om 38 dossiers.
De toename is vooral te zien in het voortgezet onderwijs en het speciaal onderwijs. Het gaat hierbij met name om leerlingen die kampen met psychische problemen, zoals angst, trauma en depressie.
Er bestaan meerdere definities van thuiszitters:
OCO heeft voornamelijk dossiers in behandeling waarbij het gaat om langdurig relatief verzuim.
De toename die OCO signaleert past binnen een landelijke trend. Het aantal thuiszitters schommelt al jaren, maar neemt sinds schooljaar 2021-2022 toe. Zo steeg het aantal thuiszitters (relatief verzuim) in dat jaar van 3.246 leerlingen naar 3.881 in 2022-2023. Van die 3.881 jongeren gingen er 2.797 langer dan drie maanden niet naar school.
Ook het aantal leerlingen dat absoluut verzuimt (niet ingeschreven op een school) neemt toe. In schooljaar 2022-2023 ging het om 13.707 leerlingen en dit is in 2023-2024 toegenomen tot 17.500 leerlingen.
De grootste groep thuiszitters bestaat uit kinderen met ernstige fysieke of psychische problemen en beperkingen. Ook hoogbegaafde kinderen en kinderen die slachtoffer zijn van pesten of discriminatie komen vaker thuis te zitten.
De officiële cijfers zijn waarschijnlijk het topje van de ijsberg. De cijfers van de Inspectie van het Onderwijs hebben namelijk alleen betrekking op leerlingen die zonder geldige reden afwezig zijn. Het aantal leerling dat met een geldige reden thuiszit, zoals psychische of fysieke problemen, wordt niet meegerekend.
Ingrado, branchevereniging voor leerplicht en het recht op onderwijs, heeft hier onderzoek naar gedaan. Het rapport Meer zicht op verzuim laat zien dat het aantal thuiszitters waarschijnlijk acht keer hoger ligt dan de officiële cijfers die bekend zijn bij de Onderwijsinspectie.
Lees ook het rapport ‘Thuiszitters tellen 2024, een ander licht op passend onderwijs’ van de landelijke oudervereniging Balans. Naast het presenteren van (nieuwe) inzichten, cijfers en feiten doet de verenging hierin een oproep aan de politiek en maatschappij: ‘leg de nadruk op het recht op onderwijs en ontwikkeling in een voor kinderen passende en veilige omgeving’.
Ook in Amsterdam groeit het aantal thuiszitters. In schooljaar 2022-2023 ging het om 222 thuiszitters ten opzichte van 149 in het jaar ervoor. Een stijging van dertig procent. Of dit aantal net als bij de landelijke cijfers in het echt hoger ligt is niet duidelijk. Gemeente Amsterdam geeft aan ook de leerlingen die met een geldige reden thuiszitten te hebben meegerekend. Maar om hier zeker van te zijn kondigde wethouder Moorman in juni 2024 aan te onderzoeken hoe het aantal Amsterdamse thuiszitters nog beter in kaart gebracht kan worden.
De gemeente Amsterdam geeft aan dat de toename het gevolg is van het groeiend aantal jongeren dat worstelt met mentale problemen. De wachttijden voor jeugdhulpverlening en jeugdzorg zijn toegenomen, waardoor jongeren te lang moeten wachten op zorg en vastlopen op school. Dit beeld komt overeen met wat OCO signaleert in de behandeling van de dossiers.
Lees ook: ‘Aantal Amsterdamse kinderen dat niet naar school gaat neemt toe, vooral door mentale problemen’ in Het Parool (20 juni 2024).
De ’thuiszittersdossiers’ die bij OCO binnenkomen zijn erg divers. Toch kunnen er een paar algemene uitspraken worden gedaan.
Zo zit het merendeel van de leerlingen die OCO spreekt thuis doordat de school niet voldoet aan de ondersteuningsbehoefte. Het gaat dan met name om leerlingen in het basis- en speciaal onderwijs die ondersteuning nodig hebben bij hoogbegaafdheid en/of autisme. Een andere oorzaak van thuiszitten zijn de lange wachtlijsten in het speciaal (basis)onderwijs. In het voortgezet onderwijs zitten de meeste leerlingen die OCO spreekt thuis vanwege psychische problemen of door een schorsing of (aanstaande) verwijdering.
Niet alleen de oorzaak van het thuiszitten verschilt per geval, maar ook de duur. Meestal zit de leerling een aantal weken of maanden thuis. Maar er zijn ook casussen waarbij een leerling al meer dan een jaar niet naar school gaat.
In schooljaar 2023/2024 zaten 22 van de 38 thuiszitters met wie OCO in contact was langer dan een maand thuis. Bij de overige 16 dossiers was de duur van het thuiszitten niet bekend of nam de ouder al snel contact met ons op, waardoor de leerling op dat moment nog maar kort thuiszat.
OCO ziet dat maatwerk vereist is als een leerling thuiszit. Dit houdt in: een passend aanbod dat is afgestemd op de situatie en de mogelijkheden van de leerling. Hieronder enkele tips voor de school: