De scholen in De Baarsjes bungelen onderaan het Amsterdamse lijstje, met een gemiddelde van 532,8 punten op een maximale score van 550. Dertig procent van de leerlingen deed niet mee aan de toets omdat ze een advies hadden voor praktijkonderwijs of vmbo en leerwegondersteuning (lwoo).
Iets minder slecht scoren Bos en Lommer en Geuzenveld-Slotermeer. In Bos en Lommer staan alleen maar ‘zwarte’ basisscholen. Op alle tien scholen heeft meer dan driekwart van de kinderen extra zorg nodig.
Wethouder Hennah Buyne (Onderwijs) wil extra investeren in het onderwijs in deze wijken: ‘De laagste Cito-scores zien we terug in de stadsdelen die ook kampen met achterstand op het gebied van werk en inkomen. Dit is al jaren een trend die mij grote zorgen baart. Deze kinderen verdienen beter.’
Het beste scoren de basisscholen in Oud-Zuid. Die leerlingen haalden een gemiddelde van 541,7 en 89 procent van de leerlingen moest de toets maken. Centrum en Zuideramstel staan tweede en derde.
De scores staan in het rapport Amsterdamse onderwijsresultaten in het primair onderwijs.
Na de zomer gaan 6587 leerlingen voor het eerst naar de middelbare school; 51 procent heeft een vmbo-advies, 49 procent heeft een advies voor havo of vwo. Het aantal kinderen in de laatste groep is in twee jaar vier procent gestegen.
Gemiddeld scoorden de Amsterdamse leerlingen 0,6 punten hoger dan het landelijke gemiddelde van 536.
Lees meer over de betekenis van de citoscore in Amsterdam.