De doorstroomtoets: niet het kind met het badwater weggooien

Geplaatst door Floor Kaspers op 28 januari 2025
Voor het tweede jaar op rij maken leerlingen, hun ouders en scholen zich op voor de doorstroomtoets. Een toets die bedoeld is om te helpen bij een eenduidige en objectieve bepaling van wat de beste onderwijssoort is voor een leerling die de overstap maakt van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs. Klinkt mooi, toch? Waarom is er dan de afgelopen tijd zoveel discussie over? Bij OCO pleiten we ervoor om de discussie over de verschillen tussen de toetsen niet ten koste te laten gaan van de krachtige rol die de toets kan hebben bij het versterken van de kansengelijkheid.

Wortels in Amsterdam

De doorstroomtoets, voorheen de eindtoets, en daarvoor de ‘citotoets’, is geworteld in het Amsterdamse onderwijs. De voorloper van deze toets aan het einde van de basisschoolperiode werd ontwikkeld door de Amsterdamse hoogleraar Adriaan de Groot, die in 1966 ‘de Amsterdamse schooltest’ ontwikkelde. Deze werd op alle basisscholen in de stad afgenomen.

Pas vier jaar later, in 1970, werd de landelijke citotoets ingevoerd. Sindsdien is de toets altijd onderwerp geweest van veel discussie, en is ook de wetgeving eromheen steeds veranderd.

En dan nu: de doorstroomtoets!

De laatste versie van het fenomeen ‘hoe meten we wat de beste onderwijssoort is voor een leerling die de overstap maakt van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs’ is de doorstroomtoets. De belangrijkste verschillen tussen de doorstroomtoets en de eerdere eindtoets zijn dat de doorstroomtoets eerder in het schooljaar wordt gedaan en dat het (uitzonderingen daargelaten) voor scholen verplicht is om het definitieve schooladvies ‘op te hogen’ als het resultaat van de doorstroomtoets hoger uitpakt dan het voorlopig schooladvies. Net als voorheen bij de eindtoets sinds 2014, zijn er verschillende aanbieders van de doorstroomtoets. 

Eerste uitslagen leiden tot verwarring

Toen de uitslagen van de eerste ronde van de doorstroomtoets bekend waren, was er nogal wat verwarring over de uitkomsten. Op de ene school bleken de resultaten opeens een stuk hoger, op andere scholen een stuk lager. Al snel werd de vinger gewezen naar de verschillen tussen de toetsaanbieders. Bij de ene type toets zou vaker een hoger advies eruit rollen, dan bij de andere toets. Onderzoek hiernaar loopt nog, maar in de tussentijd hebben veel scholen voor het schooljaar maar vast gekozen voor de toetsaanbieder die gemiddeld ‘het hoogste scoort’. 

De doorstroomtoets en kansengelijkheid

Een belangrijke achtergrond van het aanbieden van een uniforme toets aan het einde van de basisschoolperiode, náást de inzichten van de leerkracht, is dat dit onderadvisering tegengaat. Het voert te ver om hier alle onderzoeken te herhalen, maar keer op keer blijkt dat er factoren zijn die leerkrachten, veelal onbewust, meewegen in het schooladvies die kunnen bijdragen aan kansengelijkheid. Met name leerlingen uit gezinnen met een lage sociaal-economische status krijgen vaker een lager advies dan gemiddelde leerlingen met dezelfde scores. Ook bij de eerste doorstroomtoets was opvallend dat hoewel het totaal aantal VWO adviezen op basis van de toetsen lager was dan op basis van de voorlopige schooladviezen, juist leerlingen uit kansarme gezinnen twee keer zo vaak een hoger advies kregen op basis van de resultaten van de doorstroomtoets dan leerlingen uit kansrijke gezinnen. (bron)

Wat zien we bij OCO?

Op dit moment is de discussie nog hoger opgelopen, met als (voorlopig?) hoogtepunt de weigering van enkele scholen in Haarlem om de doorstroomtoets af te nemen. Tenzij ouders er expliciet om vragen, overigens. Ook in Amsterdam zien we dat scholen hierover nadenken. 

Bij OCO informeren we al sinds we bestaan, inmiddels achttien jaar, ouders en leerlingen die zich opmaken voor het schooladvies. Is het eerlijk? Waar is het op gebaseerd? Wat als ik het er niet mee eens ben? Kan ik de toets oefenen? Tijdens talloze voorlichtingen en bij onze helpdesk krijgen ouders en leerlingen onafhankelijke informatie en advies hierover. We hebben hierdoor een goed beeld van wat zij belangrijk vinden, en hoe ze de toets en het schooladvies ervaren. 

Wat voor ouders en leerlingen heel prettig is, is de duidelijkheid die de doorstroomtoets kan bieden: Heb je een slechte dag en maak je de toets slecht? Dan blijft het voorlopig advies staan. Komt uit de toets onverwachts een uitslag die past bij een ‘hoger’ niveau? Dan wordt het advies aangepast. Immers, een tegenvallend toetsresultaat zegt niet zoveel, maar bij een hoger uitvallende uitslag, blijkt er toch een potentie te zijn die eerder mogelijk niet gezien is. 

Dat neemt niet weg dat ook overadvisering een risico is, en iets wat zeker ook in Amsterdam soms aan de orde is. Immers: het doel van het advies is niet ‘het hoogste advies’, maar het meest passende advies. Daarom kan school ook na een ‘hogere’ uitslag van de doorstroomtoets samen met ouders in het belang van de leerling toch nog vasthouden aan het voorlopige advies. 

Gooi niet het kind met het badwater weg

De discussie over de verschillen tussen de toetsen van de verschillende toetsaanbieders heeft als risico dat de hele doorstroomtoets wordt ondermijnd en dat dit tot overhaaste beslissingen leidt. We zien dit bijvoorbeeld bij scholen die zeggen nu maar helemaal te willen stoppen met de doorstroomtoets. Dit is overigens ook wettelijk gezien niet mogelijk, en tast de rechten van ouders en leerlingen aan. Dat de betreffende scholen de toets alleen aanbieden als de ouders hier expliciet om vragen maakt het een recht voor mondige ouders, en zal daarmee ook niet direct helpen bij het bevorderen van kansengelijkheid. 

De verschillen tussen de toetsen zijn schadelijk voor het vertrouwen van leerlingen, ouders én het onderwijs in de doorstroomtoets. Dat is dan ook het probleem wat op een goede manier opgelost dient te worden op basis van meer dan één jaar ervaring. Zolang we in Nederland echter nog steeds zien dat bepaalde groepen leerlingen te vaak het nadeel van de twijfel krijgen, is een vorm van objectieve toetsing naast het schooladvies van de leerkracht nodig.

Gerelateerde onderwerpen

Meer artikelen over Blog