Cito-stress en dan…
Vrijdag 15 februari 2008 is de grote Cito-stress achter de rug. 154.000 kinderen in Nederland hebben dan de Cito-toets gemaakt. Maar dan…..In Amsterdam is er alleen al een keuze uit 67 scholen voor Voortgezet Onderwijs.
In de documentaire “Cito-stress en dan…” van Julia Strijland worden zes kinderen gevolgd, die vorig jaar de Cito-toets hebben gemaakt en nu op de middelbare school zitten. Sora Camara (Vossius Gymnasium), Arman Demerkilic, Faaria Guman (Open Schoolgemeenschap Bijlmer) en Luciano Balestra (Sint Nicolaas Lyceum) zaten op de Openbare Basisschool Aldoende in Amsterdam Oost en Ana Termeulen (Barleaus Gymnasium) en Jules Folkers (Fons Vitae Lyceum) komen van de Boekmanschool in Amsterdam Centrum.
Vrijdag om 17.20 uur zendt RTV Noord-Holland de documentaire “Cito-stress en dan…” uit. Elk uur wordt de film daarna herhaald.
Nadat de kinderen zelf hebben aangegeven dat het schooladvies minstens zo belangrijk is als de uitslag van de Citotoets, legt Jan de Waal (docent op de OBS Aldoende) uit dat hij achterstand maar een vervelende term vindt, die niet thuishoort in het onderwijs. Hij pleit ervoor ook de lager presterende leerlingen te waarderen en niet in het verdoemhokje te stoppen.
Schoolkeuze
Alle brugklascoördinatoren en mentoren in de film zijn het erover eens dat ouders het beste goed naar hun kind kunnen luisteren, als het gaat om het maken van een schoolkeuze. Per slot van rekening moeten de kinderen daar 4 tot 6 jaar (of langer) doorbrengen en je veilig voelen op school is één van de voorwaarden om goed te kunnen presteren.
En waar je dan terecht komt, dat hangt helemaal af van je eigen mogelijkheden, wensen en gevoelens. Faaria geeft aan dat ze het fijn vindt nu eens niet de enige Hindoestaanse te zijn in de klas. Ana vindt het wel prettig om met allemaal redelijk hoog begaafde leerlingen in de klas te komen (daarnaast gaat ze ook de vooropleiding van het conservatorium doen – de vioolmuziek uit de film is dan ook van haar hand). De vader van Sora vertelt dat hij een gemengde school het leukst vindt voor zijn dochter.
Deze productie is mede mogelijk gemaakt met financiële steun van de gemeente Amsterdam, stadsdelen: Oost/Watergraafsmeer, Centrum, Zuidoost, Zuid en OCO (Onderwijs Consumenten Organisatie).