Uit de onderwijsmeter die op 23 oktober 2007 naar de vaste kamer commissie voor Onderwijs werd gestuurd bleek dat ouders van leerlingen in het voortgezet onderwijs zich grote zorgen maken over de lesuitval. Het is jammer dat dat bericht de kolommen van de krant niet haalde.
De afgelopen week voerden leerlingen uit het voortgezet onderwijs onder regie van de schoolbesturen actie om de norm voor onderwijstijd te versoepelen. In alle kranten werd geschreven over de lobbyende jong volwassenen die blijk gaven van grote vaardigheid, naast opvallende oppervlakkigheid, bij het beargumenteren van hun standpunt ten aanzien van de 1040 uur onderwijstijd in het voortgezet onderwijs. De gemiddelde krantenlezer zal gedacht hebben dat die scholieren geen blijk gaven van een gebrek aan kwalitatief hoogwaardig onderwijs. En het lijkt erop dat schoolbesturen die belang hebben bij een versoepeling van de norm voor onderwijstijd een troef in handen hebben met de assertieve jongelui die graag bereid zijn uit de schoolbank te komen om een middagje te protesteren. De dynamiek rond die acties verhindert echter velen goed te luisteren naar de flinterdunne argumenten van de scholieren die meer vrije tijd willen en daarbij plechtig verklaren dat het hen is te doen om kwalitatief goed onderwijs.
Van de ouders werd de afgelopen week niets gehoord en het lijkt er daarom op dat in het spanningsveld rond de onderwijstijd naast de politiek slechts drie actoren een rol spelen: de leraren, de schoolbesturen en een beperkt aantal kansrijke leerlingen uit de bovenbouw van het VWO. Maar als vader van drie schoolgaande kinderen irriteer ik me al jaren aan de bedenkelijke houding van schoolleiders jegens de regels voor onderwijstijd.
Dat ik niet de enige ben bleek tijdens de introductieavond voor ouders aan het begin van dit jaar toen bijna opstand uitbrak bij het bespreken van de lesuitval. Zo zou dit schooljaar volgens de schoolgids moeten beginnen op maandag 20 augustus, maar in werkelijkheid begonnen de lessen pas op woensdag 22 augustus en voordat het schooljaar drie weken oud was, werden de leerlingen een dag naar huis gestuurd omdat het voltallige lerarenkorps een cursus moest volgen. De leraar Natuurkunde en de leraar Nederlands zijn inmiddels drie weken afwezig geweest en voor vervanging van die lessen werd niets geregeld.
Ondertussen wordt door de lobbyende bovenbouw leerlingen, de bezorgde schoolleiders en de tobbende leraren gemeld dat de werkdruk voor het onderwijsgevend personeel onacceptabel hoog is en dat daardoor de kwaliteit van het onderwijs in gevaar komt.
Zij hebben het dan over een beroepsgroep die per jaar ruim 12 weken vakantie heeft, die daarnaast gedurende 4 weken per jaar bijkomende werkzaamheden verricht anders dan lesgeven en die per werkweek 4 uren betaald krijgt om zich in eigen tijd bij te scholen. Het schooljaar is gecomprimeerd tot 36 weken en dat leidt natuurlijk tot onacceptabele werkdruk voor leraren en te lange schooldagen voor leerlingen. Decomprimeren moet dan ook het devies zijn. Zodra de taken van leraren evenwichtig over het jaar verdeeld worden, zal de werkdruk van leraren verminderen. Leraren lijken nu op wandelaars die zichzelf forceren omdat zij de 10 km nog sneller wilden lopen om extra lang op een bankje uit te puffen en te klagen over het wandeltempo.
Het is te hopen dat de staatssecretaris de norm voor onderwijstijd niet versoepelt. Het langdurige verblijf in een schoolse omgeving is belangrijk voor kinderen van een jaar of 13 en dat geldt zeker voor kinderen uit zwakke sociale milieus. Natuurlijk is het zo dat de besturen daarentegen groot belang hebben bij versoepeling van de norm. EIk uurtje les dat niet gegeven hoeft te worden, hoeft ook niet betaald te worden. Versoepeling van de norm leidt dan al vlug tot een verschil van miljoenen euro’s dat de schoolbesturen bij hun reserves kunnen schrijven. Mijn kinderen zijn graag bereid de besturen te helpen dat resultaat te behalen.
OCO ontving deze tekst van Pierre Diederen op 18 november 2007, verzonden via het reactieformulier op de Colofonpagina van deze site. Vanwege de ontwikkelingen rondom de 1040-urennorm heeft de OCO-redactie deze tekst als mening toegevoegd aan het thema ‘onderwijstijd’. Pierre Diederen is lid van het driemanschap ‘Meer Onderwijs Moet’ (MOM).