Ruim een kwart van de middelbare schoolopleidingen in de vier grote steden presteert onder de maat. De Onderwijsinspectie stelt dat zij te weinig rendement uit hun leerlingen halen, schrijft het AD op 10 oktober op basis van eigen onderzoek. Landelijk zou één op de tien opleidingen slecht scoren.
Bij het oordeel van de inspectie is gekeken naar schooladviezen, het percentage zittenblijvers en de gemiddelde examencijfers, licht de krant toe. Voor het eerst is onderscheid gemaakt naar de opleidingen vmbo, havo en vwo. Ook is het verschil tussen schoolexamencijfers en cijfers van het centraal examen meegewogen.
Op basis daarvan zijn de resultaten van 290 opleidingen onvoldoende. Daaronder zijn bijna honderd opleidingen in de vier grote steden. Rotterdam scoort het slechtst van alle steden: bijna dertig procent is onvoldoende.
“Het is vooral een probleem van de grote steden”, erkent inspecteur-generaal van het onderwijs Jan Teuwen in de krant. “Je hebt daar te maken met een andere leerlingpopulatie.”
Opvallend is dat de vwo-opleidingen het relatief slecht doen, concludeert het AD. In Amsterdam en Rotterdam is veertig procent van de hoogste schoolopleidingen slecht. Landelijk gaat het om een op de zeven vwo-afdelingen.
Het AD heeft de analyse gemaakt op basis van gegevens van de inspectie. Zij publiceert sinds kort op internet de resultaten van 1125 scholen in het voortgezet onderwijs, die samen 2969 opleidingen aanbieden.
Het voortgezet onderwijs juicht het toe dat de resultaten openbaar zijn, maar betreurt het dat de nadruk ligt op het rendement. “Er zijn scholen die vijftig procent van hun werk niet kunnen besteden aan onderwijstaken”, zegt een woordvoerder van de VO-raad. “Ze zijn te veel tijd kwijt aan de individuele begeleiding en zorg van de leerlingen. Dit komt niet terug in de cijfers. Dat is met name het geval in de vier grote steden, waar het zorgprobleem groter is dan elders.”