Een goed contact tussen leraren en ouders is essentieel om kinderen op school en thuis goed te begeleiden vindt wethouder Buyne (Onderwijs). Een heel goed middel om dit te bereiken is het huisbezoek door leerkrachten. In het schooljaar 2006-2007 is hiermee geëxperimenteerd in het kader van de motie Asscher ‘Interculturele verhoudingen in het onderwijs’. Uit de onlangs afgeronde evaluatie blijkt dat de deelnemende leraren vinden dat de huisbezoeken het contact met de ouders en de kinderen versterken en inzicht bieden in de gezinssituatie en leefwereld van de kinderen. Het biedt de school mogelijkheden om kinderen beter te begrijpen en te helpen. Daarnaast blijkt dat ouders na een huisbezoek veel eerder en makkelijker contact opnemen met de school. De opstellers van de evaluatie adviseren daarom om huisbezoeken in het eerste leerjaar te doen.
Om scholen te stimuleren om te starten met huisbezoeken stelt het college in 2008 ¤ 850.000 beschikbaar voor huisbezoeken in het eerste leerjaar van het basis-, het voortgezet en het speciaal onderwijs. Het geld is bestemd om mogelijke belemmeringen voor huisbezoeken door leraren weg te nemen. Per klas is ¤ 2600 beschikbaar. Hiermee kan 55% van de klassen in het eerste leerjaar dit jaar met huisbezoeken starten.
Wethouder Buyne: “Schoolbezoeken blijken enorm belangrijk voor goed contact met de ouders. De scholen die afgelopen jaar aan de pilot hebben deelgenomen zijn enthousiast over de resultaten. De kloof tussen ouders en leraren wordt kleiner en geven een inzicht in hoe het kind leeft en hoe ouders met een kind omgaan. Het belangrijkste probleem is vaak het gebrek aan tijd dat leraren hiervoor kunnen vrijmaken. Dat is helaas de reden dat dit soort huisbezoeken in het verleden ook zijn afgeschaft. Het is daarom belangrijk dat wij ervoor zorgen dat belemmeringen worden weggenomen.”