De eerste jaren van het voortgezet onderwijs heten de brugklas of ook wel brugperiode, omdat ze de brug vormen tussen de basisschool en het voortgezet onderwijs. In de brugperiode, die één, twee of soms wel drie jaar duurt, wordt gekeken welke schoolsoort het beste bij de leerling past.
De school is vrij is in de manier waarop ze de groepen indeelt, maar vaak wordt een brugklas samengesteld uit leerlingen die hetzelfde schooladvies hebben.
In heterogene brugklassen zitten alle niveaus bij elkaar. Op een school met ‘dakpanklassen’ zitten twee niveaus in één brugklas: bijvoorbeeld vmbo-t/havo of havo/vwo. Een brugklas met bijvoorbeeld alleen gymnasiumleerlingen is een homogene brugklas.