Psycholoog Adriaan de Groot legde in de jaren zestig de basis voor de oprichting van Cito (Centraal Instituut voor Toets Ontwikkeling). Hij geloofde dat een objectieve toets kon helpen om inzicht te krijgen in het hele kind. Daarom ontwikkelde hij een instrument dat alle leerlingen dezelfde kansen gaf om te laten zien wat ze konden, ongeacht afkomst of sociale willekeur. Cito startte als overheidsinstelling en is in 1999 geprivatiseerd.
Bron: Cito
In Amsterdam nemen basisscholen vanaf groep 3 tot en met groep 8 Cito-toetsen af. Leerlingen maken ieder schooljaar twee keer een toets: in het midden van het schooljaar (januari/februari) en aan het eind (mei/juni).
Cito toetst de leergebieden rekenen, begrijpend lezen, spelling en technisch lezen. Scores worden uitgedrukt in de Romeinse cijfers I, II, III, IV en V of in de letters A, B, C, D en E. De leerlingen die de hoogste score hebben gehaald krijgen een I of een A. De leerlingen die het laagst scoren krijgen een V of een E.
Meer informatie over de Cito-scores staat in: ‘Wat betekenen de verschillende toetsbegrippen in Cito?’
Veel scholen maken gebruik van het leerlingvolgsysteem (LVS) van Cito. Dit systeem geeft de school en de ouders een beeld van de kennis en vaardigheden van een leerling door de jaren heen.
Leerkrachten vullen de ruwe scores van een toets in het LVS in en het systeem zet deze scores vervolgens om in tabellen en grafieken. Deze tabellen en grafieken maken zichtbaar of een leerling vooruitgang boekt of niet.
De toetsresultaten van Cito geven de school op drie niveaus inzicht:
Sinds 2014 is het basisschooladvies bindend en leidend bij de overstap naar het voortgezet onderwijs. Dit betekent dat een leerling zich met dit advies aanmeldt bij een middelbare school. Pas nadat de plaatsing bekend is, maken leerlingen de wettelijk verplichte Centrale Eindtoets. Hierdoor is deze toets een second opinion geworden: een onafhankelijke meting om onderadvisering te voorkomen. Is de toetsuitslag hoger dan het basisschooladvies? Dan moet de school het basisschooladvies heroverwegen (art. 42 lid 2 WPO).
De meeste scholen kiezen voor de eindtoets van Cito. Maar er zijn ook scholen die voor een andere eindtoets kiezen, zoals IEP of Route 8.
Veel ouders zien de gemiddelde Cito-eindscore van een basisschool als graadmeter voor de kwaliteit van het onderwijs op die school en betrekken dit bij hun schoolkeuze.
Scholen reageren hier op. Zij zoeken bijvoorbeeld naar manieren om de gemiddelde Cito-eindscore omhoog te krijgen. Maar er zijn ook scholen die aangeven dat de kwaliteit van het onderwijs niet op deze manier te meten is en dat scholen niet op deze manier vergeleken kunnen worden. De scores zeggen namelijk niet hoeveel de school heeft bijgedragen aan de brede ontwikkeling van een leerling. Ook verschilt het per school hoe ontwikkeld leerlingen binnenkomen.
Meer informatie hierover staat in: ’10 pittige problemen met de Eindtoets Basisonderwijs’ van Wij-leren.nl.