Amsterdam kende tot voor kort twee categorale havo’s: havo De Hof en De nieuwe Havo. Maar deze laatste school, die nu 392 leerlingen telt, besloot in 2016 om ook een vwo-route aan te bieden in de onderbouw. De eerste jaren was er al een havo/vwo brugklas, maar sinds 2019 is dat uitgebreid tot en met het derde jaar.
“We wilden graag de talenten hier op school ook kunnen stimuleren”, zegt directeur Jan Willem Schoneveld. “We bevonden ons in een vreemde spagaat, want je wilt de kinderen optimaal bedienen maar waren wel een havo-school. Dus besloten we een soort havo-plus-route aan te bieden.”
Zo’n onderbouw met drie havo/vwo-klassen geeft leerlingen het voordeel om een definitieve beslissing wat langer uit te stellen. “Ze krijgen zo meer tijd en worden niet direct in een hokje gedrukt”, zegt Schoneveld. “Maar het betekent ook dat leerlingen die na de derde klas tóch vwo willen doen, moeten overstappen naar een andere school.”
Dat gaat wellicht nog veranderen in de toekomst. “We doen het komend schooljaar (2020/2021) in elk geval nog niet”, zegt hoofd onderwijsontwikkeling Elwin Varkevisser. “In de bovenbouw heb je redelijk wat volume nodig qua leerlingen, omdat je als school dan ook verschillende profielen moet aanbieden. Bovendien is het beter als veranderingen geleidelijk gaan. Je moet de tijd nemen om de zaken goed uit te werken en indien nodig, bij te schaven.”
Hij koos zelf als docent destijds heel bewust voor de categorale havo. “Zes, zeven jaar geleden was de trend dat scholen kleinschalig moesten zijn. Dat vond iedereen: het Rijk, ouders, docenten. In die tijd kon de havist in Amsterdam nog niet echt ergens naar toe, terwijl voor vwo-leerlingen er wel ruimte was op de categorale vwo’s of de technasia. Vanuit die gedachte zijn wij De nieuwe Havo gestart, vanuit het toenmalige Bredero Lyceum.”
Het concept sloeg in eerste instantie ook goed aan, zegt Varkevisser. “We hadden een instroom waarmee we vier, vijf brugklassen vol kregen.” Maar inmiddels is het aantal leerlingen dat De nieuwe Havo als eerste voorkeur opgeeft, afgenomen. In 2015 waren het nog 81 leerlingen, in 2019 nog 40. Dat is niet gek volgens directeur Schoneveld, gezien de “moordende concurrentie” in Amsterdam. “De voorkeur is bovendien heel lastig te peilen. Het is vaak kuddegedrag: je ziet dat als een aantal leerlingen kiest voor een bepaalde school, het een aanzuigende werking op andere leerlingen heeft. Dat is op zich geen probleem, want je wilt ook dat de leerlingen op de goede plek terechtkomen.”
Zorgen de havo/vwo-klassen niet voor meer druk bij leerlingen om zo hoog mogelijk te reiken en toch vwo te gaan doen? Dat ervaart Schoneveld niet zo. “Die geluiden hoor ik ook niet terug bij de ouderklankbordgroep of bij ouderavonden.”
Ook leerlingen hebben daar niet echt last van, blijkt uit gesprekken. “De havo past goed bij me”, zegt Sonny Lopez (13). “Op het vwo zou ik heel hard moeten werken.” Afnan de Jong (14) zou wel willen, maar “heeft de cijfers er niet voor”. Leon Mittendorf (14) heeft wel de cijfers, maar wil niet. “Ik weet al dat ik journalist wil worden, en dat kan met de havo prima.” Alleen Ciara Wood (13) wil wel graag vwo doen: ze wil architect worden.
De Onderwijsinspectie beoordeelde in een recent rapport de kwaliteit van de afdeling havo als onvoldoende. “De reden is dat we de kernstandaarden ‘Didactisch handelen’ en ‘Zicht op ontwikkeling’ als onvoldoende beoordelen. Daarnaast beoordelen we de standaard ‘Kwaliteitszorg’ ook als onvoldoende”, schrijft de inspectie. Wel zijn zaken als de onderwijsresultaten, de kwaliteitscultuur en veiligheid van de school als voldoende beoordeeld.
Hoe kijkt de school naar de kritiek van de inspectie? “De visie, de koers, het leerlingvolgsysteem; bepaalde basiszaken waren te minimalistisch”, geeft Schoneveld toe. “De afgelopen jaren waren erg onrustig: ook met wisselingen in het management. Het is dus aan mij de eer om koers te houden en door te pakken. We zitten momenteel middenin een verbetertraject. Daar krijgen we ook externe hulp bij. We slaan een professionaliseringsslag, door onder meer het team te versterken en te verjongen. Er is een nieuwe drive ontstaan.”
Ook de tevredenheid van de leerlingen lag de afgelopen jaren niet hoog. Heeft de directeur daar een verklaring voor? “De wisselingen in het management en het ontbreken van een stabiel team heeft zijn weerslag gehad op de leerlingen. Nu hebben we een koers voor de komende vijf jaar.”
“De inspectie had het goed gezien”, zegt ook hoofd onderwijsontwikkeling Elwin Varkevisser. “Het was voor ons geen verrassing: wij waren al begonnen met vernieuwen toen de inspectie langskwam. In oktober en november 2018 zijn al gesprekken gevoerd met leerlingen, ouders, en docenten over hoe het anders moet. Daaruit kwam dat er weinig ruimte was voor de eigen koers, zowel bij leerlingen als docenten. Dus dat zijn we gaan aanpakken.”
Die koers is anders dan die van de afgelopen jaren. Schoneveld: “We waren van oudsher een vrij klassieke school met gesegmenteerde vakken. De vraag is, wil je altijd maar als klassieke school verdergaan? Dat doet geen recht aan de wereld waarin we nu leven. We merkten dat leerlingen vooral in jaar drie de motivatie verliezen en zich niet gehoord voelen.”
Dus nu gooit De nieuwe Havo het sinds dit schooljaar over een andere boeg: leerlingen kunnen zelf kiezen welke en hoeveel uren ze aan vakken willen besteden. Op donderdag maken ze een planning voor de week erop. “Het is zo opgedeeld dat er een vast programma is in de ochtend”, zegt Schoneveld, “en dat leerlingen in de middag vrij kunnen kiezen.”
Bij de keuzelessen zit ook de zogenoemde ‘X-tijd’. Dat is “een verzamelnaam voor onderwijsactiviteiten die niet direct aansluiten op een specifiek vak”, volgens de schoolgids. “Onze leerlingen hebben tijdens de keuze-uren de mogelijkheid om te kiezen voor diverse X-tijd projecten. ”Zo kunnen ze beter kennismaken met verschillende disciplines om een “weloverwogen keus” voor vervolgonderwijs te maken, is de gedachte.
De leerlingen reageren wisselend op deze koerswijzing, merkt Schoneveld. “Het eerste leerjaar is erg enthousiast over de vrije uren. Het tweede leerjaar niet, die wilden niet verrast worden door die nieuwe keuzevrijheid. Van de leerlingen in leerjaar drie hoor ik, zoals verwacht, alleen maar goede geluiden. In leerjaar 4 en 5 hebben we de wijziging niet doorgevoerd, omdat deze leerlingen het programma van toetsing en afsluiting (PTA) zijn ingegaan.”
Sonny (13), Afnan (14), Ciara (13) en Delaysha (13) zitten in het tweede leerjaar en moeten inderdaad nog erg wennen aan de nieuwe structuur. “Het systeem is nu helemaal veranderd en voor mijn gevoel minder duidelijk”, zegt Sonny. “Ik ben gewoon erg in de war”, zegt Ciara. “Soms word ik opeens ingedeeld in een les die ik niet per se heb gekozen.”
Leon Mittendorf (14) zit in de derde klas en is wel enthousiast. “Het is fijn dat je iets breder kan kiezen, bijvoorbeeld vakken waar je meer moeite mee hebt. Het was wel even wennen, vooral de eerste periode. Ik vergeet steeds dat ik mijn voorkeuren moet opgeven.”
“We begrijpen dat leerlingen moeten wennen aan dit nieuwe systeem, dat ambitieus is ingezet”, stelt directeur Jan Willem Schoneveld. “We hebben er alle vertrouwen in dat dat goed komt en dat leerlingen aan het einde van het schooljaar of eerder enthousiast zijn over de grotere keuzevrijheid die ze gekregen hebben. Zo’n verandering kost tijd en vraagt op onderdelen soms bijsturing. Daarom overleggen we hierover vaak met leerlingen en ouders. Daar wordt De nieuwe Havo beter van en daar gaan we uiteraard voor.”