Twee soorten toetsen
Al geruime tijd (sinds 2004) bestaat de Cito-Eindtoets basisonderwijs die op alle Amsterdamse scholen in groep 8 wordt afgenomen uit twee versies: de reguliere toets (vanaf volgend jaar de Eindtoets Basis) en de zogeheten Niveautoets (vanaf volgend jaar de Eindtoets Niveau). Deze laatste toets maakt maatwerk mogelijk, omdat hij aansluit bij de kennis en vaardigheden van leerlingen die volgens het advies van de basisschool zullen uitstromen naar de meer praktisch georiënteerde leerwegen van het vmbo. De vragen van de Niveautoets overlappen deels (ongeveer 25%) met de vragen van reguliere toets, maar zijn voor een belangrijk deel ook eenvoudiger. Daardoor houden de leerlingen tijdens het maken van de toets hun zelfvertrouwen vast en blijven ze gemotiveerd. Hierdoor wordt het uiteindelijke resultaat betrouwbaarder.
Er zijn twee wijzigingen die Cito nu doorvoert. De eerste is dat de Eindtoets Niveau op papier beschikbaar komt, terwijl deze eerst alleen digitaal kon worden afgenomen. Daarnaast geeft Cito specifieker aan voor welke leerlingen deze Eindtoets Niveau geschikt is.
Docent bepaalt
De docent kiest per leerling wat voor toets er gemaakt wordt. Als een leraar twijfelt, maakt het niet uit of de ‘makkelijke’ of de ‘moeilijke’ versie wordt gemaakt. Met allebei de toetsen kan er bijvoorbeeld ook havoniveau worden behaald. De leerling moet dan wel meer vragen goed beantwoorden in de ‘makkelijke’ toets.