NWO-onderzoekers Mariëtte de Haan, Inge Wissink en Ed Elbers van de Universiteit Utrecht concluderen dat de communicatie op school met migrantenouders moeizaam verlopen. Om goed te presteren op school stimuleren Nederlandse ouders hun kinderen anders dan ouders met een migratieachtergrond.
Het onderzoek
Ouders en kinderen krijgen in groep 8 een advies voor het vervolgonderwijs door middel van het schooladviesgesprek van basisschool. De gesprekken tussen docenten en ouders met verschillende achtergronden (Nederlandse, Turkse en Marokkaanse) zijn door onderzoekers geanalyseerd. Van de gesprekken bleek dat de leerkrachten verschil maakten in het verklaren van de schoolprestaties van kinderen. De schoolprestaties van de allochtone kinderen schreven leerkrachten vaak toe aan inzet (je best doen). Van Nederlandse kinderen werden de prestaties door leerkrachten vaker toegeschreven aan psychologische factoren, zoals faalangst of concentratie.
In de gesprekken tussen leerkrachten en Nederlandse ouders leken er bij voorbaat vanuit te gaan dat ze het met elkaar eens zijn en anticipeerden daar ook op. Nederlandse ouders bleken vaker in staat om eigen verklaringen in te brengen waardoor ze meer invloed hadden in het gesprek en diagnose. Met de Nederlandse ouders bleken de gesprekken interactiever te zijn dan met de migrantenouders. De leerkrachten verwachten in de gesprekken met migrantenouders juist verschillen in de visie. Ze hadden al de neiging om voordat ouders iets gezegd hadden bepaalde verklaringen die ouders zouden kunnen geven voor slechte of goede prestaties te weerleggen.
De communicatie
De Haan is van mening dat als de leerkrachten bewuster omgaan met de verschillen in visie, houding en gedrag dat de communicatie tussen de leerkrachten en vooral migrantenouders verbeterd kan worden. Het valt de Haan op dat allochtone ouders meer afstand tot de leerkracht houden. Zij zien een groot verschil in verantwoordelijkheid tussen de leerkracht als professional en henzelf als ouders. Nederlandse ouders maken dat verschil minder. De onderzoekers constateerden dat naarmate de migrantenouders hoger zijn opgeleid, ze in hun gedrag en houding meer lijken op Nederlandse ouders.
Het onderzoeksproject ‘De rol van de school in de socialisatie van migrantengezinnen’ richt zich op communicatieve processen op scholen als spiegel van de wisselwerking tussen school en gemeenschap. Het is gefinancierd door de Programmaraad voor het Onderwijsonderzoek, een onderdeel van NWO, en is uitgevoerd aan de Universiteit Utrecht.
In de bijlage vindt u de samenvatting over het onderzoek van het onderzoeksproject ‘De rol van de school in de socialisatie van migrantengezinnen’ .