Krijgt jouw kind niet genoeg hulp van de school? Of ben je het oneens met school over hoe de hulp wordt georganiseerd? Ga dan altijd eerst het gesprek hierover aan. Zo’n gesprek kan helder maken wat er aan de hand is. Misschien hebben de school en jij verschillende ideeën over wat je kind nodig heeft. Misschien kampt de school met een lerarentekort, waardoor er niet genoeg tijd is voor jouw kind.
In het basisonderwijs voer je het gesprek met de leerkracht en intern begeleider. In het voortgezet onderwijs zijn dat de mentor en de zorgcoördinator.
Praten over zaken die niet goed gaan, kan lastig zijn. Een paar tips die je kunnen helpen:
Voor het gesprek:
Tijdens het gesprek:
Komen jullie er samen toch niet uit? Dan kun je verschillende stappen zetten. Welke, dat hangt af van de situatie. We zetten de belangrijkste voor je hieronder op een rij. Het is best ingewikkeld om precies te weten wat voor jou de beste stap is. Als je contact opneemt met OCO denken we met je mee.
Een school mag niet zomaar een kind weigeren. Ook niet omdat je kind extra hulp nodig heeft. De school moet een goede reden hebben om een kind niet toe laten.
Wordt je kind op school geweigerd?
Ga dan als eerste na welke reden de school hiervoor heeft. Soms is het niet helemaal duidelijk. Vraag de school om de redenen voor de weigering op papier te zetten. Op die manier moet de school ook precies zeggen wat de redenen zijn.
Wordt je kind inderdaad op een school geweigerd wordt omdat hij extra hulp nodig heeft? De school kan bijvoorbeeld zeggen dat er al veel kinderen op school zitten die hulp nodig hebben. Ook kan de school zeggen dat ze denkt dat ze de goede hulp niet kunnen bieden.
Ben je het eens met school? Dan ga je kijken naar een andere school. De school die je kind geweigerd heeft helpt je daarbij. De school is verplicht dat te doen, maar je mag ook zelf een andere school zoeken.
Ben je het oneens met school? Dan kun je je situatie voorleggen aan de geschillencommissie passend onderwijs. De geschillencommissie kijkt dan of de school de goede stappen heeft gezet. Heeft de school onderzoek gedaan naar de hulp die er nodig is? Heeft de school goede redenen waarom ze die hulp niet kan bieden? Heeft de school gezorgd dat er een andere school is die de hulp wel kan bieden?
School en ouders maken samen afspraken over de hulp op school. School mag hulp niet zomaar beginnen of stoppen.
Ben je het niet eens met de hulp die de school biedt? Is het de verkeerde hulp, of is het niet genoeg?
Als je het niet eens bent met school over de hulp, dan kun je de situatie voorleggen aan de geschillencommissie passend onderwijs.
De geschillencommissie kijkt dan naar het plan voor de hulp, het ontwikkelingsperspectief. Als er geen plan is, onderzoekt de commissie waarom de school geen plan heeft gemaakt. De geschillencommissie kijkt welke ondersteuning nodig is en hoe de school hiermee is omgegaan. Ook kijkt de commissie naar de wettelijke regels voor een goed ontwikkelingsperspectief.
Een school mag een kind niet zomaar verwijderen. De school moet zich hierbij aan wetten houden. Ook moet er een andere passende school zijn.
Wordt je kind van school verwijderd?
Je kunt bezwaar maken bij de school tegen de verwijdering. In dit artikel lees je hier meer over. https://www.onderwijsconsument.nl/oneens-met-een-besluit-over-toelating-schorsing-of-verwijdering-ga-in-bezwaar/
Het schoolbestuur kijkt dan of ze het eens is met het bezwaar of niet.
Je kunt ook bij de geschillencommissie passend onderwijs terecht als je kind wordt verwijderd. Dat kan tegelijkertijd met het indienen van een bezwaar. Het schoolbestuur wacht dan met een uitspraak over het bezwaar totdat de geschillencommissie een advies heeft gegeven.
Ook kun je nadat het schoolbestuur je bezwaar niet heeft erkend, alsnog naar de geschillencommissie. De geschillencommissie kijkt naar de regels voor verwijdering en of die door de school goed zijn toegepast.
In dit artikel lees je meer over hoe de geschillencommissie passend onderwijs werkt.
Je kind mag op school niet gediscrimineerd worden vanwege een handicap, een stoornis of een ziekte. Voorbeelden van discriminatie zijn:
Denk je dat je kind wordt gediscrimineerd?
Je kunt het voorleggen aan het College voor de Rechten van de Mens. Dit college toetst of je kind gelijk behandeld wordt op school. Dit doet het College aan de hand van de wet voor gelijke behandeling, waarin staat dat je mensen niet mag discrimineren vanwege een handicap of chronische ziekte. Op school betekent dat ook dat een school aanpassingen moet doen die nodig zijn voor gelijke kansen, tenzij dit echt te moeilijk is voor de school.
In de praktijk is het verschil tussen de situaties waarbij je bij het College voor de Rechten van de Mens terecht kunt en bij de geschillencommissie passend onderwijs niet zo groot. De meeste ouders kiezen er voor om naar de gechillencommissie te gaan als ze het oneens zijn met school over passend onderwijs.
Als de school denkt dat je kind het beste naar speciaal onderwijs kan gaan, is hier een procedure voor. De school vraagt aan het samenwerkingsverband in de regio om advies. Het samenwerkingsverband kan dan besluiten dat je kind een plek op het speciaal onderwijs kan krijgen. Dat besluit is een toelaatbaarheidsverklaring. Dat betekent dat je kind toelaatbaar is tot speciaal onderwijs.
Ben je het oneens met school over een overstap naar speciaal onderwijs?
Iedere school heeft een klachtenregeling. Die regeling staat in de schoolgids.
Heb je een klacht over hoe je kind behandeld is op school?
Je kunt een klacht indienen bij het schoolbestuur. Je leest hier meer over het indienen van een klacht. Je kunt een kopie van je klacht ook naar de Onderwijsinspectie sturen. De inspectie behandelt de klacht niet, maar krijgt zo wel een beter beeld van de school. Eventueel kan de inspectie de klacht gebruiken bij het toezicht op de school.