Dit jaar heeft OCO een bijzondere rol gespeeld. Nadat in de eerste ronde bleek dat er 662 leerlingen uitgeloot waren, heeft OCO op zaterdag 10 april 2010 een Speeddate georganiseerd tussen ouders en leerlingen en de scholen die nog ruimte hadden. Bij die Speeddate (‘Uitgeloot!? Wat nu?’ in Hotel Arena) zijn 23 scholen aanwezig geweest en hebben bijna 300 ouders en leerlingen de gelegenheid gehad om met scholen te spreken over de mogelijkheden. Deze actie is door de aanwezige ouders en leerlingen zeer gewaardeerd, terwijl ook de scholen na afloop erg tevreden waren. De actie trok lokaal en landelijk media-aandacht (o.a. Parool en Jeugdjournaal).
OCO heeft van ouders leerlingen en scholen verontrustende signalen ontvangen:
Basisscholen klagen dat er gerommeld wordt met de procedures (overleg, loten onzorgvuldig of onwaarschijnlijk, meerdere scholen voor voortgezet onderwijs houden zich niet aan de procedure, er zou sprake zijn van gewogen loting (?),…). Deze geluiden bereiken OCO in toenemende mate, maar komen kennelijk niet bij het BBO of DMO. Dit tast de geloofwaardigheid van het gehele proces aan
Leerlingen worden in het kader van de kernprocedure onderzocht om een aanvullende grond voor toelating of afwijzing (of: ‘passende plaatsing’) te scheppen. Bij dit onderzoek gaat er veel mis op het gebied van zorgvuldigheid met name omtrent de toestemming door ouders. Sommige scholen stellen dat de handtekening van ouders onder een inschrijving direct ook een toestemming inhoudt voor nader onderzoek. Dat laatste kan niet. Sommige basisscholen passen hun advies niet aan in het ELKKsysteem, ondanks (mondelinge) toezeggingen aan ouders.
In de 2e ronde wordt door de school voor voortgezet onderwijs vaak gebruik gemaakt van onderzoek dat bij de 1e ronde is uitgevoerd zonder te kijken naar het schooladvies. Dat is onjuist. Het lijkt er ook op dat dit aanvullende onderzoek zwaarder weegt dan het schooladvies. Dat is nooit de bedoeling geweest.
Veel basisscholen verzuimen om hun ouders een afschrift van het Oki-doc te verstrekken. Het is niet duidelijk voor ouders of zij bij het Oki-doc opmerkingen kunnen plaatsen en wat daarmee gebeurt in de verdere communicatie naar de school voor voortgezet onderwijs toe.
De communicatie tussen basisschool en school voor voortgezet onderwijs laat te wensen over: in de procedure wordt overleg voorgeschreven terwijl de school voor voortgezet onderwijs bijvoorbeeld over aanvullend onderzoek alleen maar een mededeling doet.
Scholen voor voortgezet onderwijs volstaan in sommige gevallen met een melding over afwijzing aan de basisschool, terwijl tegen de beslissing over toelating bezwaar gemaakt moet kunnen worden en dus schriftelijk aan de ouder moet worden meegedeeld. Sommige scholen melden na de loting op hun website welke leerlingen zijn toegelaten (met naam en toenaam) en volstaan daarmee. Het is de vraag of dat zorgvuldig is zowel naar toegelatenen als naar afgewezenen. Daarnaast meent OCO dat scholen voor voortgezet onderwijs een morele verantwoordelijkheid hebben om afgewezen leerlingen te voorzien in een passend advies bij het kiezen van een andere school voor voortgezet onderwijs met plaats.
De communicatie over de procedure is nog niet toereikend. Er is wel het een en ander verbeterd , maar dat is nog niet genoeg. Er zou veel proactiever gehandeld moeten worden om vragen te voorkomen. De helpdesk van de kernprocedure is niet permanent bezet geweest, laat staan dat deze altijd adequaat bezet is (o.a. interne doorschakeling naar Bureau Leerplicht, die daarvan niet op de hoogte was).
Het inzicht in de cijfers is ook ontoereikend: er is niet bekend (gemaakt?) hoeveel lotingsgevallen er in vorige jaren waren. Tijdens de procedure is daar mist over ontstaan. Het aantal instromers van buiten Amsterdam is onduidelijk. Vermoed wordt dat het om maximaal 10 % gaat. Vraag is of dit vooral de categorale gymnasia betreft. Ook is hier eigenlijk alleen over Amstelveen en Diemen gesproken, maar in een aantal gevallen blijkt er ook import uit Zaanstad aan de orde te zijn. Daar kan men zich zelfs met een atheneumadvies ook voor een gymnasium in Amsterdam aanmelden.
Tijdens de procedure (3e ronde) hebben OSVO en DMO de regels veranderd. In eerdere mededelingen is altijd gesteld dat tijdens het spel de regels niet veranderd zouden worden, want dan zou het einde zoek zijn, maar in dit spel speelde dat kennelijk niet
Onder de noemer ‘pleisters plakken’ stelt OCO een aantal maatregelen voor die al eerder zijn bepleit:
Er is geen transparantie van de uitvoerders van de Kernprocedure. Openbare verantwoording van zo’n belangrijk proces is zeer gewenst.
Transparante Prognose (realistisch en maar ook inzicht in de wisselingen in bezetting – omzetten van havo naar vwo enz. Op basis van de schooladviezen in groep 7 zou dat via ELKK een eenvoudige zaak moeten zijn).
Sluitende afspraken met de regio (ten noorden en ten zuiden van de stad). Voor de uitvoeren van de regiofunctie kan bijvoorbeeld een aparte lotingsprocedure worden gevolgd naar rato van het aantal aanmeldingen, waarbij voor een aantal scholen met een zeer uitgesproken regiofunctie (de enige van de richting/onderwijskundige inrichting) een apart geval zou kunnen gelden. Wethouder en schoolbesturen zouden een beroep moeten doen op hun collega’s in Amstelveen om daar de lokale voorrangsregels af te schaffen, wanneer die toch blijven bestaan is zouden die beperkt moeten blijven tot een eerste lotingsronde.
Een bescheiden bijdrage tegen de voortschrijdende segregatie in het VO is mogelijk door via Kernprocedure voor alle Amsterdamse scholen een voorrangsregel in te stellen voor kansarme kinderen, dit is mogelijk op basis van de Wet Gelijke Behandeling.
In het geval de procedure in volgende jaren weer leidt tot grote aantallen uitgelote leerlingen, dan is de organisatie van een Speeddate-bijeenkomst een mogelijkheid om de keuze van ouders en leerlingen in de tweede ronde te verbeteren. Deze actie zou dan een plek in de procedure moeten krijgen. In het verlengde daarvan hebben ouders en leerlingen gevraagd of het mogelijk is ruim voor de open dagen van de afzonderlijke scholen een kennismakingsmarkt van alle scholen te organiseren omdat daarmee een betere keuze van de eerste aanmelding mogelijk zou zijn. Dit kan overwogen worden als duidelijk is dat alle scholen voor voortgezet onderwijs aan deze kennismakingsmarkt meewerken.
Verder is het nodig om op een aantal punten verbeteringen aan te brengen. De praktijk van het vragen om aanvullend onderzoek door de school voor voortgezet onderwijs ondermijnt de positie van de basisschool. Hiervoor zou een heldere regeling moeten worden getroffen: of onderzoek verplicht of overleg.
Voor het opereren van de kernprocedure heeft OCO in verschillende reacties* aanbevelingen gedaan om op essentiële onderdelen nog eens goed te reflecteren op het gehele systeem. Doordat het systeem (terecht) start in groep 7 moet de nieuwe versie van het systeem al bijna klaar zijn voordat het lopende proces afgerond is. Dat leidt tot te veel haast bij het nadenken over wijzigingen van het systeem. OCO pleit voor een zodanige aanpak dat er goed overleg tussen betrokkenen (gemeente, gemeenten in de regio, schoolbesturen primair onderwijs, schoolbesturen voortgezet onderwijs in Amsterdam en in de regio en niet te vergeten ouders) mogelijk wordt. Dat betekent ruimte maken in het proces voor reflectie en overleg en zo nodig publicatie van de procedure in twee delen: in juni en in oktober. OCO pleit voor deze ruimte met het oog op de noodzaak om het systeem te “opereren”: flinke wijzigingen realiseren, die tegemoet komen aan de grote problemen. In het nieuwe collegeprogramma staat terecht dat de gemeente medeverantwoordelijkheid wil nemen bij het begeleiden van het keuzeproces. OCO juicht het toe dat de gemeente ondubbelzinnig een rol wil spelen en niet alleen naar de verantwoordelijkheid van de schoolbesturen verwijst.
Voor het opereren draagt OCO de volgende argumenten aan:
Het principiële probleem blijft dat door de loting leerlingen na afwijzing van de eerste keuze nooit meer op de school van de tweede keuze terecht kunnen. Vervangen van het lotingsysteem door een vorm van matching, waarbij ook tweede en derde keuze een rol spelen. Daarbij zijn ook varianten denkbaar met loting in de eerste ronde en matching daaropvolgend.
Op basis van cijfermatig inzicht moet bepaald worden of de ontwikkeling naar nog meer ellende in volgende jaren onontkoombaar is – zowel door de groei van het vwo/ havo/vmbo-t-aandeel als de stijging van het totale aantal leerlingen.
Er moet een nadere positiebepaling van het schooladvies van de basisschool komen omdat zowel door de nadruk op het gewicht van de Cito-score als door het groeien van het aantal aanvullende onderzoeken het schooladvies stelselmatig in belang inboet.
Zoals in het collegeprogramma staat: door dependances kwalitatieve ruimte scheppen – zie ook eerder idee van OCO (in het pamflet Neem verantwoordelijkheid). Samenwerking en afstappen van concurrentie is de enige oplossing voor dat vraagstuk. In de huidige systematiek is geen sluitend aanbod van kwalitatief voldoend beoordeeld onderwijs voor iedere leerling: sommigen moeten uiteindelijk naar een school die eigenlijk niet voldoet aan de gestelde eisen.
In drie eerdere pamfletten heeft OCO op basis van ervaringen van ouders en leerlingen gepleit voor wijzigingen van en aanvullingen op de Kernprocedure Deze wensen zijn gebaseerd op honderden gesprekken met ouders: aan de telefoon (in de periode van de schoolkeuze is de telefoon letterlijk roodgloeiend), met ouders op voorlichtingsbijeenkomsten zoals in het afgelopen jaar in Zeeburg en op de schoolpleinen als OCO daar op bezoek is. Veel van de wensen zijn nog niet vervuld. De belangrijkste wensen die wel opgevolgd zijn hebben betrekking op de Entreetoets, het tijdstip van het eerste adviesgesprek en de voorlichting over de kernprocedure. Maar andere belangrijke wensen zijn nog niet opgepakt zoals een betere inrichting van het onderwijskundig advies of een grondige studie van het matchingsysteem. Toch bestaat de indruk dat er steeds meer naar OCO geluisterd wordt. En dat is nodig want er is nog heel veel te doen aan een goede overgang van basis naar voortgezet onderwijs.
OCO is dit jaar overspoeld met verontrustende signalen van ouders en basisscholen over dubbelzinnigheden in de Kernprocedure. Deze signalen komen kennelijk niet goed genoeg aan bij het BBO of DMO. Dit tast de geloofwaardigheid van het gehele proces aan. De verantwoordelijkheid van de scholen voor voortgezet onderwijs voor de toelating brengt met zich mee dat deze het voortouw moeten nemen bij het reflecteren op en het wijzigen van het bestaande systeem. Op basis van de geformuleerde medeverantwoordelijkheid van de gemeente is het wenselijk dat de gemeente deze aanpak stimuleert. Bovendien moeten schoolbesturen en gemeente zich realiseren dat in het overleg en bij de wijzigingen een structurele inbreng van ouders niet overgeslagen kan worden. Een goede inhoudelijke overlegronde kan veel frustratie en problemen in de uitvoering voorkomen. OCO pleit voor dat overleg: liefst bij een voorbereiding van een goede operatie, maar ook – als dat niet anders kan – bij het plakken van de nodige pleisters.
*) Eerdere reacties van OCO:
Vriend of vijand?
Maak plaats voor talent
Neem verantwoordelijkheid.