Op iedere school gelden gedragsregels zodat docenten zonder verstoringen kunnen lesgeven. Deze regels staan in de schoolgids en/of in het leerlingenstatuut van de school. Als een leerling zich niet aan de richtlijnen en regels houdt, kan de school een schorsing opleggen. Dit houdt in dat een leerling tijdelijk geen toegang krijgt tot de lessen of zelfs het schoolgebouw. Zowel op de basisschool als op de middelbare school kan een leerling worden geschorst.
Om te voorkomen dat de leerling een achterstand ontwikkelt, loopt het onderwijs door en maakt de leerling de lesstof thuis of op een aparte locatie. Een leerling mag niet langer dan één week worden geschorst.
Meer informatie over schorsing per leeftijdscategorie staat in: ‘De regels voor een schorsing van school’.
Er zijn twee vormen van schorsing:
Een interne schorsing speelt zich af binnen de school. Een geschorste leerling doet niet mee aan de lessen en andere onderwijsactiviteiten. Hij maakt het huiswerk op de gang of in een aparte ruimte binnen de school.
Als blijkt dat de interne schorsing niet tot verbetering leidt, dan kan het schoolbestuur besluiten om over te gaan op een externe schorsing. Een externe schorsing speelt zich af buiten de school. De leerling wordt uitgesloten van deelname aan lessen, andere onderwijsactiviteiten en heeft tijdelijk geen toegang tot het schoolgebouw. Het maken van toetsen is hierop een uitzondering en mag door een schorsing niet worden belemmerd, blijkt uit een kort geding bij de rechtbank Amsterdam.
Een school hoeft een leerling niet eerst intern te schorsen, voordat het over mag gaan tot een externe schorsing. Er geldt namelijk geen dwingende volgorde. In ernstige situaties kan het schoolbestuur direct een externe schorsing opleggen.
Sommige aanvragen voor passend onderwijsvoorzieningen kosten veel tijd. Zo duren de aanvragen voor een toelaatbaarheidsverklaring of een maatwerkpakket bijvoorbeeld langer dan de wettelijke schorsingstermijn van vijf dagen.
Als een geschorste leerling tijdens een lopende aanvraag slechts beperkt naar school mag, is er sprake van een informele schorsing. De interne- of externe schorsing wordt dan feitelijk voortgezet, omdat de school niet de juiste ondersteuning kan bieden. De school vindt het inzetten van een dergelijke procedure noodzakelijk, ondanks dat dit wettelijk gezien niet is toegestaan. Ook hier geldt dat het onderwijs doorloopt.
Het komt in de praktijk voor dat bij leerlingen die thuis komen te zitten en/of waarbij een conflict is over de verwijzing naar het speciaal onderwijs, al eerder een schorsing heeft plaatsgevonden. Als er meerdere schorsingen geweest zijn, kan dat een indicatie zijn dat er onjuiste begeleiding en zorg wordt ingezet.
Er geldt een zorgplicht vanuit scholen. Dit betekent dat de school de leerling pas kan verwijderen als een andere school bereid is de leerling aan te nemen. Een school voor speciaal onderwijs kan een leerling pas aannemen als er een toelaatbaarheidsverklaring is. Gedurende de aanvraag voor een toelaatbaarheidsverklaring is de school nog steeds verantwoordelijk voor het onderwijs.
De school mag een leerling in bepaalde situaties schorsen. De wet stelt drie voorwaarden aan een schorsing:
Een uitgebreide beschrijving van de regels over schorsing en de vindplaatsen in de wet staat in: ‘De regels voor een schorsing van school’.
Een schorsing kan een laatste waarschuwing zijn. Bij herhaling kan een leerling worden verwijderd. Als een leerling zich erg misdraagt of als er een ernstig incident heeft plaatsgevonden, kan een leerling direct van school worden gestuurd.
De regels en vindplaatsen over verwijdering staat in: