Gronden bezwaarschrift OCO dd 15 februari 2011 (OCO)

Geplaatst door OCO op 20 maart 2011

Het bezwaar van de Stichting Onderwijs Consumenten Organisatie (OCO) richt zich tegen het eerste deel van het besluit in de beschikking met kenmerk 11/000223 gedateerd op 5 januari 2011 van B&W dat luidt:

“Besluit
Het College van Burgemeester en Wethouders (hierna het College) heeft op 4 januari 2011 besloten:
1. uw aanvraag voor een meerjarige subsidie af te wijzen, omdat uw aanvraag niet aansluit op de bevindingen uit de evaluatie die in 2010 is opgesteld en omdat deze aanvraag vooruitloopt op het proces om – mede in overleg met u – te bepalen water op het terrein van ouderbetrokkenheid in Amsterdam nog nodig is en welke rol de OCO daarin kan spelen.”

(Het gehele besluit is bijgevoegd in bijlage1.)

De motivering van het bezwaar wordt gevormd door de volgende overwegingen:

  • Het besluit verwijst naar een evaluatie die in 2010 is opgesteld. De aanvraag van de Stichting OCO is ingediend op 21 september 2010. In de begeleidende brief bij de aanvraag heeft de Stichting gevraagd in de gelegenheid te worden gesteld nog te reageren op de evaluatie die toen nog in voorbereiding was. Weliswaar heeft de stichting de gelegenheid gekregen (en genomen) om te reageren op een concept van de evaluatie, maar er is geen bericht ontvangen van de vastgestelde evaluatie, noch is er gelegenheid geweest om de ingediende aanvraag eventueel aan te passen als dat inhoudelijk wenselijk ware geweest. De wethouder en de betrokken ambtenaren hebben hiervoor hun verontschuldigingen aangeboden. Maar die nemen niet weg dat het voor de Stichting niet mogelijk is geweest om aan te sluiten op de evaluatie zoals B&W kennelijk verondersteld heeft. (Zie voor een uitgebreide toelichting op het evaluatieproces bijlage 2)

  • De evaluatie zoals die kennelijk op een bepaald moment is vastgesteld, stuit bij de Stichting op bezwaren. Deze bezwaren zijn aan de gemeente kenbaar gemaakt (bijlage 3 en 4 tekstuele en inhoudelijke bezwaren).
    Ten opzichte van het concept waarop de Stichting mocht reageren is slechts in zeer geringe mate tegemoet gekomen aan de opmerkingen van de Stichting. Van de 40 tekstuele opmerkingen zijn slechts 15 verwerkt, terwijl op de inhoudelijke bezwaren in het geheel niet gereageerd is.
    De Stichting OCO maakt met name bezwaar tegen het feit dat in de evaluatie niet wordt uitgegaan van de taak zoals die aan OCO is opgedragen vanuit het amendement van de gemeenteraad. Dit leidt tot een argumentatie ten aanzien van de taak van OCO, die onjuist is. De Stichting OCO maakt ook bezwaar tegen de stelling dat taken die OCO thans vervult niet meer nodig zijn, omdat andere partijen die inmiddels uitvoeren. De Stichting OCO heeft inmiddels uitgebreid beschreven dat deze laatste stelling aantoonbaar onjuist is. Daarmee vervalt ook een belangrijk inhoudelijk argument van de evaluatie. (Zie bijlage 5 – De taken van OCO en andere partijen.)

  • Het besluit, zoals B&W dat genomen heeft op 4 januari 2010, veronderstelt verder een gereguleerd beleidsproces waarin bepaald gaat worden wat er nodig is op het terrein van ouderbetrokkenheid in Amsterdam. In de afgelopen periode (juni-september 2010) heeft OCO in discussie met de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling(DMO) suggesties gedaan voor het beleid op het terrein van ouderbetrokkenheid. De aanvraag van de Stichting OCO sluit aan op het thans bekende beleid zoals dat ontwikkeld is in de documenten voor de Lokale Educatieve Agenda (Jong Amsterdam -2). Dit beleid is gepubliceerd in het B&W-besluit over Jong Amsterdam-2 (dd 14 december 2010), waarin bij het onderdeel ouders expliciet vermeld staat dat een organisatie als OCO in de komende 4 jaar ondersteund zal worden.(Dit besluit is op 16 februari 2011 met dezelfde tekst in de gemeenteraad vastgesteld).

  • In een gesprek tijdens de behandeling van de gemeentebegroting in december 2010 heeft de wethouder de wens geuit dat OCO probeert zo veel mogelijk allochtone ouders te ondersteunen. Niet in te zien valt waarom deze wens niet als een nadere aanwijzing bij de subsidieverlening had kunnen worden opgenomen, dan wel in een gesprek over de aanvraag meegedeeld had kunnen zijn, zodat een eventuele bijstelling van de aanvaag mogelijk was geweest. De wens van de wethouder zou door de Stichting OCO uiteraard in een bijgestelde aanvraag verwerkt zijn. Niet in te zien valt waarom deze wens tot een afwijzing van de subsidieaanvraag zou moeten leiden.

  • Tot aan het overleg met ambtenaren op 15 december en daarna het besluit van 4 januari heeft de stichting OCO wel mededelingen ontvangen over de status van de behandeling van de aanvraag, maar is op geen enkel moment enige aanduiding ontvangen over de vraag of er een ander beleid gevoerd zou gaan worden, laat staan is er enig overleg gevoerd over mogelijke bijdragen van de Stichting OCO. Deze situatie maakt dat de Stichting onmogelijk kon inspelen op eventueel bestaande beleidswensen en dat het onredelijk is om op deze grond de subsidieaanvraag af te wijzen.
    De Stichting OCO verzoekt om het besluit te heroverwegen. De Stichting stelt voor om de subsidieaanvraag te honoreren en in de subsidiebeschikking op te nemen dat de Stichting in goed overleg de activiteiten zal aanpassen op nieuwe beleidswensen, zoals die door B&W geformuleerd worden, en als die in het kader van de taak van de Stichting passen.
    De Stichting OCO is uiteraard bereid het bezwaar tegen de beslissing van B&W in te trekken zodra een positief besluit over een nieuwe aanvraag van de Stichting is genomen.

Zie voor het volledige document inclusief bijlagen de download hieronder.

Gerelateerde onderwerpen

Meer artikelen over Blog