De laatste jaren gaat het goed met de Nederlandse economie. Dit zie je ook terug in het arbeidsmarktperspectief voor mbo’ers. Onderstaande grafiek geeft de kans weer dat een mbo’er op 1 oktober van het jaar waarin hij/zij afstudeerde een baan had van ten minste 12 uur in de week. In de rest van dit artikel wordt deze kans kortweg als ‘baankans’ aangeduid. De grafiek laat zien dat de ‘baankans’ van mbo’ers is toegenomen.
Wat ook opvalt is dat voor mbo’ers die in Amsterdam hun diploma haalden het arbeidsmarktperspectief minder rooskleurig is dan gemiddeld in Nederland, al werden de verschillen de afgelopen jaar wel kleiner. In de rest van dit artikel duiken we dieper in de verschillen en kijken we onder andere naar de invloed van niveau, leerweg, opleiding en instelling.
Arbeidsmarktperspectief: baankansen van nu zijn goede indicatie voor als je over een aantal jaar je diploma hebt
Als je nu een opleiding aan het kiezen bent, ben je nog een aantal jaren verwijderd van het betreden van de arbeidsmarkt. Een terechte vraag is: ‘Zegt de baankans van nu iets over de baankans op het moment dat je je opleiding afrondt?’
Om hier antwoord op te geven brachten we het verloop in kaart van de baankans voor de tien grootste opleidingen in Amsterdam in de periode 2013-2017. Hieruit blijkt dat de baankans behoorlijk stabiel is. De opleidingen die in 2013-14 een goede baankans boden (zoals Ig-verzorgende) deden dat in 2016-17 nog steeds en opleidingen met een lage baankans in 2013-14 (zoals Verkoper detailhandel) boden in 2016-17 nog steeds een slecht perspectief.
We kunnen daarom concluderen dat het zeker zin heeft om de baankans van het afgelopen jaar mee te nemen bij het kiezen van je studie. Om een nog nauwkeuriger beeld te geven pakken we in de rest van dit artikel steeds het driejaarsgemiddelde van de periode 2014-2017. Kijk hierbij echter niet op een paar procent wanneer je opleidingen vergelijkt, want zo nauwkeurig is de voorspelling nu net weer niet.
Zo’n gemiddelde baankans voor de hele regio geeft een indicatie, maar zegt natuurlijk weinig over jouw persoonlijke situatie. Wanneer je de gemiddelden per niveau en leerweg bekijkt geeft dit al meer informatie. Het is niet verbazingwekkend dat een opleiding op een hoger niveau je baankans en gemiddelde startsalaris vergroot.
De meeste mensen kiezen in eerste instantie niet op niveau of leerweg, maar kijken eerst welke richting bij ze past. Sommige beroepsrichtingen in het mbo, domeinen genoemd, hebben betere perspectieven dan andere.
De gemiddelde baankans voor het domein Bouw en infra is bijvoorbeeld 84 %, terwijl deze bij Media en vormgeving 60% is.
Ook de startsalarissen (obv bruto uurloon) lopen sterk uiteen. Deze zijn het best in bouw en infra en het laagst voor uiterlijke verzorging. We hebben in figuur 4 het arbeidsmarktperspectief van alle domeinen op een rijtje gezet.
Ook binnen een domein bestaan verschillen. Als we naar Amsterdamse opleidingen kijken, zien we dat een aantal een arbeidsmarktperspectief van 100% heeft. Tegelijkertijd zien we ook een aantal opleidingen waar het perspectief slechts 35% is.
Van alle grote opleidingen (meer dan 50 uitstromers in drie schooljaren) geven we in figuur 5 de top 10 met het beste en het slechtste arbeidsmarktperspectief. Opleidingen als kok, beveiliging en logistieke opleidingen scoren goed. Creatieve opleidingen en niveau 1-opleidingen bieden minder perspectief.
Tussen verschillende niveaus zit dus nogal wat verschil; dat een opleiding niveau 4 heeft betekent niet noodzakelijk dat het ook een hoog arbeidsmarktrendement heeft. Belangrijk is dus om bij je opleiding die je op het oog hebt na te gaan welk perspectief het biedt.
De twee meest gangbare manieren om een opleiding te volgen zijn de leerwegen BBL en BOL. Bij BBL werk je vier dagen in de week en ga je 1 dag naar school, terwijl je bij BOL vijf dagen in de week op school zit. Dit heeft als gevolg dat deze leerwegen verschillende arbeidsmarktperspectieven bieden, waarbij BBL vrijwel altijd beter scoort. Sommige opleidingen kun je in beide vormen volgen. Daarom hebben wij in figuur 6 de top 10 grote beroepen opgesteld waar het verschil in arbeidsmarktperspectief het hoogst is tussen BBL en BOL in Amsterdam.
Het valt je vast op dat bij geen enkel beroep in deze top 10 de BOL leerweg beter scoort dan de BBL-leerweg in deze top 10. Dit is ook niet verrassend, doordat je als BBL-student al bij een bedrijf zit en direct relevante werkervaring opdoet. Als je het goed doet is de kans groot dat ze je direct een baan aanbieden.
Naast verschillen in opleidingen en leerwegen, bestaan er ook verschillen in arbeidsmarktperspectief tussen mbo-scholen. Figuur 7 laat de baankans zien voor de 10 grootste opleidingen in Amsterdam.
Alleen opleidingen die door ten minste twee instellingen worden aangeboden en ten minste vijftig uitstromers per instelling hadden in de periode 2014-2017 zijn in de figuur opgenomen. Omdat ROC van Amsterdam (ROCvA) en ROC TOP de grootste instellingen zijn bevat de top 10 vrijwel uitsluitend opleidingen van deze instellingen.
Voor sommige opleidingen, zoals particuliere beveiliger (niveau 2) en mbo-verpleegkundige (niveau 4) bieden ROC van Amsterdam en ROC TOP een vrijwel gelijke baankans. Er zijn echter ook opleidingen waar de verschillen groot zijn. Voor de opleidingen Helpende zorg & welzijn (niveau 2) en Verkoper detailhandel (niveau 4) heb je bij ROC van Amsterdam een veel grotere baankans dan bij ROC TOP, bij dokterassistent (niveau 4) is het precies andersom.
Een diploma halen! Dat is het belangrijkst voor je arbeidsmarktperspectief. Mbo’ers die uitstromen met een diploma hebben gemiddeld een beter perspectief. Dit is te zien in figuur 8, waar we voor de tien grootste landelijke opleidingen het verschil hebben weergegeven in baankans tussen uitstromers met een diploma, en zonder een diploma.
Veel factoren hebben invloed op je latere arbeidsmarktperspectief. Een aantal kies je vooraf, zoals de leerweg, het niveau en de school waar je je opleiding aan volgt. Als je dan eenmaal aan een opleiding begonnen bent, is het ook goed voor je baankans om de opleiding af te maken.
Maak gebruik van de MBO-opleidingenzoeker op deze website om goed na te gaan wat de cijfers over het arbeidsmarktperspectief je vertellen over de opleiding die je op het oog hebt. Lees ook Verschillen in cijfers voortijdig schoolverlaten, iets om rekening mee te houden bij studiekeuze.
Aanvullende informatie
Toelichting gebruikte methodiek
In dit artikel komen twee maten voor arbeidsmarktperspectief voor:
De kans op een baan van >12 uur in de week op 1 oktober in het jaar van afstuderen, kortweg aangeduid met ‘baankans’. Aangezien de meerderheid van de studenten eind juni / begin juli afstudeert kan deze maat ook gelezen worden als ‘de kans dat je binnen 3 maanden een baan vindt’.
Het startsalaris uitgedrukt in bruto uurloon bij aanvang van de eerste baan van >12 uur per week, kortweg ‘bruto uurloon’.
Om de hoeveelheid informatie behapbaar te houden komt in de meeste figuren alleen de baankans terug, omdat het krijgen van een baan de eerste prioriteit is voor een afgestudeerde. Het uurloon is natuurlijk ook belangrijk, maar is hier wel ondergeschikt aan. Voor sommige jaren (maar niet alle) publiceert DUO ook de baankans op 1 oktober van het jaar volgend op diplomering (een jaar later). Dit is de kans op een baan ongeveer vijftien maanden na afstuderen. Deze maat is in dit artikel niet gebruikt om twee redenen: 1) Hij is minder relevant. Een afgestudeerde wil graag zo snel mogelijk aan het werk. Circa vijftien maanden is een veel te lange periode voor het berekenen van de baankans. 2) De maat is niet beschikbaar voor alle jaren en leent zich daarom niet voor het berekenen van een driejaarsgemiddelde.
De data in dit artikel zijn afkomstig uit de Arbeidskenmerken mbo uitstromers naar instelling tabellen van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). CBS levert deze data aan het ministerie van OCW.
Over The Next School
The Next School is een adviesbureau dat onderwijsorganisaties helpt om betere beslissingen te nemen met behulp van data. Naast advies op maat maakt The Next School ook software-oplossingen en dashboards om onderwijsinstellingen slimmer en efficiënter te laten werken. Engagement Manager Bart Jacobse schreef dit datablog voor OCO, met input van directeur Quinten Smit. Daarnaast ondersteunt The Next School OCO ook met de ontwikkeling van de MBO-opleidingenzoeker.