Bijna de helft van de basisscholen werkt met verouderde lesmethoden. Dat blijkt uit onderzoek van TNS Nipo in opdracht van de brancheorganisatie van educatieve uitgeverijen. Leerlingen zouden onder meer onderwijs krijgen over landen die al niet meer bestaan. Ook zouden ze spellingsregels onderwezen krijgen die al achterhaald zijn. De lesmethoden zouden bovendien nauwelijks inspelen op nieuwe ontwikkelingen als interactief lesgeven en het gebruik van computers. Het onderzoek concludeert dat vooral in de hoofdvakken taal, spelling, en begrijpend lezen verouderde lesmethoden worden gebruikt. Het gaat dan om methoden van tenminste elf jaar oud. Volgens Nipo zijn hebben scholen genoeg geld om de leermiddelen te vernieuwen. TNS Nipo onderzocht 5400 basisscholen, zeventig procent van het totaal aantal scholen in Nederland.
Bijna helft basisscholen werkt met verouderd lesmateriaal In hoeverre is het aanvaardbaar dat basisscholen de aansluiting bij de maatschappelijke werkelijkheid missen? Deze vraag is actueel nu onderzoek van TNS NIPO uitwijst dat bijna zeshonderdduizend kinderen in het basisonderwijs werken met verouderde lesmethoden. De onderzoeksresultaten laten zien dat sinds 2005, toen vergelijkbaar onderzoek veel stof deed opwaaien, nauwelijks vooruitgang is geboekt. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de GEU, de brancheorganisatie van educatieve uitgeverijen.
Onder verouderd lesmateriaal worden methoden verstaan met een leeftijd van tenminste elf jaar, inclusief ontwikkelingstijd. Het onderzoek van TNS NIPO wijst uit dat van de ruim 5400 onderzochte basisscholen – zeventig procent van het totaal – er meer dan 2500 werken met sterk verouderde methoden. Van deze groep gebruiken 1300 scholen lesmethoden van tussen de twaalf en veertien jaar oud, 250 scholen werken met methoden die vijftien tot zeventien jaar oud zijn en de rest – een kleine duizend scholen – gebruikt methoden van achttien jaar of ouder.
Uitgaande van een gemiddelde schoolgrootte van 225 leerlingen, betekent deze uitkomst dat bijna zeshonderdduizend kinderen les krijgen met behulp van verouderde methoden. Het gebruik van verouderd lesmateriaal blijkt algemeen verspreid in het primair onderwijs en beperkt zich dus niet tot een kleine groep scholen. Voor de terughoudendheid van scholen waar het gaat om de vernieuwing van leermiddelen is geen financiële reden – er is genoeg geld voor aanzienlijk snellere vervanging.
Vooral de hoofdvakken taal, spelling en begrijpend lezen onderscheiden zich in negatieve zin wat betreft de leeftijd van de gebruikte methoden, maar ook aardrijkskunde wordt bij ongeveer de helft van alle scholen gegeven op basis van verouderde lesmethoden. Voor het hoofdvak rekenen geldt dat het aandeel van verouderde lesmethoden relatief klein is, vooral dankzij de introductie van de euro op 1 januari 2002.