Sinds 2015 is het schooladvies wettelijk leidend bij de toelating van leerlingen tot het voortgezet onderwijs. De school voor voortgezet onderwijs moet de leerling plaatsen op het niveau van het schooladvies. Dit is geregeld in art. 42 WPO en art. 8.6 lid 2 WVO 2020. Voor Amsterdamse scholen staat dit ook beschreven in de Kernprocedure. De wet spreekt van ‘schooladvies’ en de Amsterdamse kernprocedure van ‘basisschooladvies’. Beide termen betekenen hetzelfde.
Het schooladvies is gebaseerd op ‘harde’ (cijfermatige) en ‘zachte’ (persoonlijke) gegevens:
In de Amsterdamse Kernprocedure is afgesproken dat bij het opstellen van het basisschooladvies tenminste twee professionals van de school betrokken zijn. Meestal zijn dit de groepsleerkracht en de intern begeleider of de schoolleider.
Alle basisscholen in Nederland werken met een leerlingvolgsysteem. Hierin houden leerkrachten de kennis en vaardigheden van leerlingen bij. Zo staan per leerling alle toetsresultaten van groepen 1 tot en met groep 8 hierin.
Voor het basisschooladvies kijkt de school naar de toetsresultaten in groepen 6, 7 en 8. Dit worden ook wel de ‘harde gegevens’ over de leerling genoemd. In januari maken achtstegroepers de laatste leerlingvolgsysteemtoetsen die meetellen voor het advies: M8.
De Amsterdamse scholen hebben met elkaar afgesproken dat de toetsuitslagen van de volgende vakken nadrukkelijk meewegen bij het advies:
Het basisschooladvies is niet alleen gebaseerd op toetsuitslagen. De sociaal emotionele ontwikkeling, motivatie en gedrag wegen ook mee. Dit worden ook wel de ‘zachte gegevens’ over de leerling genoemd. Hoe gedraagt het kind zich in de klas? Kan het zich concentreren? Is het gemotiveerd? Maakt het thuis huiswerk? De antwoorden op deze vragen spelen een grote rol omdat leerlingen in het voortgezet onderwijs zelfstandig moeten kunnen werken en hun huiswerk moeten kunnen plannen.
Om kansenongelijkheid tussen leerlingen met verschillende thuissituaties tegen te gaan hebben de Amsterdamse schoolbesturen besloten om vanaf 2021 de thuissituatie niet meer mee te wegen in het advies. Het rijtje ’thuissituatie, onderwijsondersteunend gedrag, educatief partnerschap’ is als mee te wegen punten geschrapt uit de Kernprocedure. Hierover verscheen ook een bericht in Het Parool.
Heeft u het gevoel dat de school (te) ‘voorzichtig’ adviseert? Of krijgt uw kind een lager advies dan een klasgenoot met dezelfde prestaties en werkhouding, maar met een andere thuissituatie? Bespreek dit dan tijdens het adviesgesprek. Wijs hierbij op de afspraak uit de Kernprocedure dat de school de thuissituatie niet meer mag meewegen bij het advies. Bespreek daarnaast ook wat uw kind nodig heeft om goed te kunnen leren en werken en welke hulp daar eventueel voor nodig is.
Een leerling krijgt een schooladvies voor één schooltype (enkelvoudig) of twee schooltypes (meervoudig/dubbel). Bijvoorbeeld: vmbo-t of vmbo-t/havo. Hieronder staan alle schooltypes:
Pro | Praktijkonderwijs |
Vmbo-bb | Basis |
Vmbo-bk | Kader |
Vmbo-gl | Gemengde leerweg |
Vmbo-t | Theoretisch |
Havo | Hoger algemeen voortgezet onderwijs |
Vwo | Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs |
In ‘Welke niveaus zijn er in het voortgezet onderwijs?’ staat wat de verschillende schooltypes/niveaus inhouden en welk vervolgonderwijs (mbo, hbo, universiteit) daarop aansluit.
Eind groep 7 krijgt een leerling een voorlopige basisschooladvies. De school baseert dit voorlopige advies onder andere op (toets)gegevens uit het leerlingvolgsysteem en methodetoetsen. Maar ook op gedrag, werkhouding en motivatie.
Tijdens dit gesprek bespreken de leerkracht, ouders en leerling ook eventuele verbeterpunten voor het komende schooljaar. Een verbeterpunt kan bijvoorbeeld zijn dat een leerling vaker zijn huiswerk op tijd inlevert. Of dat een leerling vaker samenwerkt met andere klasgenoten.
De leerkracht maakt een verslag van dit gesprek en slaat dit op in het leerlingvolgsysteem.
In groep 8 vindt er in januari opnieuw een gesprek plaats tussen de school, de ouders en de leerling over het voorlopige basisschooladvies. Is dit voorlopige advies nog hetzelfde als in groep 7? En zo nee, hoe komt dit en wat kan een leerling hier eventueel nog aan doen?
Tussen maandag 5 en vrijdag 9 februari 2024 maken leerlingen uit groep 8 de doorstroomtoets (Art. 45b lid 3 WPO). Uiterlijk 15 maart 2024 is de uitslag hiervan bekend en uiterlijk 22 maart 2024 krijgen leerlingen hun definitieve schooladvies. Dit advies bepaalt voor welke VO-scholen de leerling zich kan aanmelden via de Centrale Loting en Matching.
Volgens de Kernprocedure vindt het adviesgesprek in Amsterdam uiterlijk 22 maart 2024 plaats. De landelijke, wettelijke einddatum is 24 maart (art. 45d lid 3 WPO).
Tijdens het adviesgesprek ontvangen ouders een kopie van het oki-doc: het onderwijskundig informatiedocument. Dit is de Amsterdamse naam voor het wettelijk verplichte onderwijskundig rapport dat de basisschool opstelt voor de school voor voortgezet onderwijs. Hierin staan het schooladvies en de onderbouwing daarvan.
Ook het adviesgesprek wordt op hoofdlijnen vastgelegd in het leerlingvolgsysteem. Daarnaast wordt vastgelegd dat het oki-doc aan ouders en leerling is uitgereikt.
Vraag tijdens het adviesgesprek of de leerkracht het oki-doc wil toelichten, zodat de onderbouwing van het advies duidelijk wordt.
Bent u het niet eens met het schooladvies van uw kind? Of vindt u het advies niet goed onderbouwd? Geef dit dan aan en ga met de school in gesprek. Meer informatie en tips hierover staan in: ‘Oneens met het schooladvies van de basisschool?’.
Met het definitieve schooladvies kan uw kind zich aanmelden voor het voortgezet onderwijs via de Centrale Loting en Matching. Aanmelding vindt digitaal plaats via het systeem ELK. De inloggegevsn hiervoor krijgt u van de basisschool van uw kind. U kunt uw kind aanmelden tussen 20 en 31 maart 2024.