Het Regionaal Investeringsfonds mbo (RIF) stimuleert de binding tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt door het geven van subsidies vanuit het Ministerie van Onderwijs Cultuur & Wetenschap (OCW). (Regionaal Investeringsfonds mbo 2019-2022) De samenwerking tussen scholen, de publieke sector en het bedrijfsleven krijgen hierdoor meer draagkracht om in te spelen op veranderingen. Het RIF is de afgelopen jaren succesvol geweest om samenwerking in de regio te stimuleren, en nationaal overzicht te behouden op de regio’s. In totaal hebben 111 samenwerkingsverbanden ruim 100 miljoen euro ontvangen vanuit het Rijk. Het bedrijfsleven en regionale overheden hebben het aangevuld met nog eens 215 miljoen euro.
Om de samenwerking tussen onderwijs, overheden en bedrijven te versterken zijn er verschillende beoordelingscriteria waarbij een instelling regionaal subsidie voor kan aanvragen. (Artikel 12. Samenwerkingsverband)
De regionale projecten hebben te maken met bijvoorbeeld het verduurzamen van verschillende bedrijfsprocessen op de arbeidsmarkt. Deze processen krijg je op maat aangeleerd als je een studie volgt. Subsidie is vanuit de overheid daarom erg van belang. Verduurzaming is namelijk ook onderdeel van de landelijke duurzame transitie. Zodat je als student goed voorbereid de arbeidsmarkt op kan. Rapportages worden ook gebruikt om verdienmodellen te financieren, maar ook het mbo-onderwijs te vernieuwen. Denk bijvoorbeeld aan het concept levenlang-leren of keuzedelen voor studenten en professionalisering van docenten. Hierbij gekeken naar de verhouding van het budget m.b.t. de lumpsumfinanciering.
Een voortgangsrapportage geeft inzicht voor de regio, instellingen en bedrijven in de inhoudelijke en financiƫle voortgang van de projecten. Het doel hiervan is zorgen dat de middelen juist worden besteed. Daarnaast kan de rapportage leiden tot gerichte ondersteuning. (Artikel 19. Indiening aanvraag en voortgangsrapportage). De onderwijsinstelling ontvangt van het Regionaal Investeringsfonds (RIF) een mail met daarin een link naar het rapportageformulier. Ook is het is mogelijk om het formulier tussentijds op te slaan. Na het indienen van een voortgangsrapportage zal er binnen een aantal weken een reactie naar het bestuur en de contactpersoon gestuurd. De reactie van het RIF zijn aandachtspunten vervolgens opgenomen zullen worden voor de volgende tussenrapportage of een verwijzing naar de meldingsplicht.
Een maand nadat de looptijd van het project verstreken is zal de instelling of het bedrijf een eindrapportage indienen. Vergelijkbaar met een voortgangsrapportage. Het verschil is vervolgens een verdieping van vragen in het project zelf. De doelstelling is daarom het belangrijkste niveau in plaats van activiteiten zelf. De aanvrager krijgt vanuit het RIF contact via mail met daarin een link naar het rapportageformulier. Ook het formulier is tussentijds op te slaan. Na het indienen van de eindrapportage wordt er binnen acht weken een reactie naar het bestuur en de contactpersoon gestuurd. De subsidie wordt aan de hand van de eindrapportage nog niet vastgesteld (Artikel 22. Beoordeling voortgangsrapportage). Dit gebeurt pas na ontvangst van de jaarrekening met controleverklaring van de accountant.
Benieuwd naar de regionale projecten in 2019? Klik dan hier