Hoe scholen proberen te klimmen op de voorkeurslijst

Geplaatst door Irene Schoenmacker op 9 maart 2020
Sommige scholen in Amsterdam zijn immens populair, andere grijpen al jaren mis als eerste voorkeur. Wat doen deze scholen om de interesse van leerlingen (opnieuw) aan te wakkeren? En heeft dit succes?

Goed alternatief

“Ik heb me wel zorgen gemaakt”, zegt Wilfred Vlakveld van het Hervormd Lyceum Zuid (HLZ), waar hij nu twee jaar rector is. In 2015 gaven 118 leerlingen de havo/vwo-school als eerste keus op. In 2019 waren dat er, de vwo-route Universalis niet meegerekend, slechts 42. “Maar ik begreep ook van de vorige rector dat de daling al wat langer was ingezet.“

Wel is het volgens Vlakveld zo dat de matching – en lotinglijst als tweede, derde en vierde voorkeur helemaal vol zit. “Dat betekent dat de school een goed alternatief is”, concludeert hij. “Ik verbaas me al jaren dat bepaalde scholen, zoals Hyperion en het St. Nicolaaslyceum zo’n hype zijn en massaal overschreven worden. Daarnaast zijn er scholen die wat in de schaduw staan, en daar hoort het Hervormd Lyceum Zuid bij, als solide tweede keus.”

Het is zijn doel dat 160 leerlingen straks het Hervormd Lyceum Zuid weer als eerste keus opgeven. “En ja, dat is zeker ambitieus, maar zonder ambities kun je net zo goed thuisblijven.” De school gaat daarom een “flink aantal” veranderingen doorvoeren. Zo mag er volgens Vlakveld “best een schepje bij” qua onderwijskwaliteit.

Van oudsher werd op het HLZ traditioneel onderwijs gegeven, waarin zaken als structuur en frontaal lesgeven centraal stonden. “Heel rigide, van mij mocht dat wel wat losser”, stelt Vlakveld. “En dus geven we nu ‘docent-gestuurd’ les. Dat betekent dat we elke les met doelen werken en aan de leerlingen uitleggen welke criteria daarbij horen. Aan het eind van de les controleren we of het is gelukt om ze te halen.”

Raakt traditioneel onderwijs, zoals op het HLZ, niet een beetje uit de mode? Nee, denkt Vlakveld. “Ik zie een onderwijsmarkt in verwarring, met conceptscholen die als paddenstoelen in de lucht schieten. Die conceptscholen zijn mooi, maar moeten zich eerst nog maar eens bewijzen. Ik denk dat de markt in tweeën is gedeeld, met leerlingen die conceptueel onderwijs willen, en leerlingen die meer structuur willen. Het is mooi dat het er alle twee is. Voor ons was de keus snel gemaakt, gezien de geschiedenis van traditioneel onderwijs die we al hadden.”

Maar toch wil ook het HLZ ook met haar tijd meegaan. In het kader daarvan startte de school vier jaar geleden Universalis, dat uiteindelijk in de plaats van het gymnasium zal komen. Vlakveld: “We konden de concurrentie met de categorale gymnasia niet aan, het was een marginaal stroompje leerlingen.” Universalis is bedoeld voor vwo-leerlingen die “zich breder willen ontwikkelen”, staat op de website. Volgens Vlakveld biedt deze vwo-route meer probleemgestuurd, oplossingsgericht onderwijs aan, waar minder wordt getoetst en de nadruk meer ligt op het doen. “Universalis is, een beetje oneerbiedig gezegd, onze proeftuin. Wat we daar leren, kunnen we weer in ons reguliere onderwijs gebruiken.”

Toch blijkt uit de cijfers dat de populariteit van Unversalis de laatste jaren terugliep. Hoe verklaart Vlakveld dat? “Vier jaar geleden is het concept gestart door een aantal pionierdocenten. Een aantal daarvan zijn inmiddels vertrokken, of met pensioen en daardoor is het systeem wat verwaterd. Bovendien konden we niet meer echt vertellen waar Universalis precies voor stond, omdat docenten het concept heel vrij konden invullen. Nu hebben we het aangescherpt: we beginnen bijvoorbeeld de dag standaard met een uur sport, en de leerlingen werken in domeinen.”

Bijt het concept van Universalis niet met de traditionele cultuur, die van oudsher op de school aanwezig is? “Nee. Eerst was Universalis een soort experimenteel eiland, maar door het concept iets strakker vast te leggen en juist in het reguliere aanbod het traditionele onderwijs iets moderner te maken, zijn de twee ‘eilanden’ naar elkaar toegegroeid. Ze versterken elkaar, durf ik wel te zeggen.”

Gissen waarom

Ook de vmbo-school het Bredero Beroepscollege kampt met verminderde interesse. In 2019 kozen slechts 20 leerlingen voor het Bredero Beroepscollege als eerste voorkeur, met plek voor 120. In 2015 waren dit er nog 75.

“Het is gissen waarom”, zegt interim-directer Marc Franzen. “In eerste plaats heeft het Noorderlicht een nieuw gebouw neergezet. Het is niet ongebruikelijk dat er dan een toestroom van leerlingen komt. We denken dat de terugloop met name daardoor komt. Daarnaast loopt in heel Amsterdam het aantal leerlingen in het vmbo basis / kader onderwijs terug.” Is de school bezig met herprofileren? Niet echt, zegt Franzen. “Wel hebben we gewerkt aan de uitrusting van de school en een nieuw techlab gebouwd. We merken dat de leerlingen daar enthousiast over zijn.”

Al het techniekonderwijs van Amsterdam wordt straks ondergebracht op één locatie, waaronder dus het techniekonderwijs van het Bredero Beroepscollege. Dat betekent dat de techniekprofielen straks op een andere plek kunnen worden gevolgd, maar nog wel onder de vlag van het Bredero Beroepscollege.

Is de school niet bang zo leerlingen kwijt te raken? “Nee”, zegt Franzen. “Dat is een verkeerde aanname. We bieden het onderwijs alleen op een andere locatie aan. Dat doen we nu ook al, bijvoorbeeld met een bouwprogramma op een bouwlocatie, dus we denken niet dat we leerlingen kwijtraken.”

Eerst gaat de school op termijn samenwerken met het Vox College en De nieuwe Havo in een nieuw gebouw. Hoe dat er precies uit gaat zien, is nog niet uitgekristalliseerd, stelt Franzen. “Maar we wisselen nu ook al zaken uit: zo kunnen havoleerlingen gebruikmaken van ons techlab.”

Gaat de school, als de interesse in het techniekonderwijs terugloopt, meer inzetten op de andere profielen? Franzen: “Nee, we vinden dat leerlingen de keuze moeten maken om datgeen te doen wat het beste bij ze past.” Maar de school moet toch ook kunnen blijven bestaan? “We bieden al profielen aan die het goed doen, waardoor het met het bestaansrecht wel goed zit. We zien daarin dus geen probleem.”

Iedereen welkom

Het Over-Y College, een school voor vmbo gemengd-theoretisch in Amsterdam-Noord, had vorig jaar 74 leerlingen die de school als eerste voorkeur hadden opgegeven. Maar met plek voor 181 leerlingen kon dat aantal wellicht wat hoger.

Nee, zegt directeur Jurriën Overvoorde. “Iedereen is welkom bij ons, maar het is geen doel van ons om dat gat te vullen.” Overvoorde is directeur sinds april 2018 en heeft sindsdien veel de nadruk gelegd op de campagne. “Een voorbeeld: Deze week zijn leerlingen uit de vierde klas naar de Tesla-fabriek geweest om te kijken welke oplaadmogelijkheden er zijn. Welke andere vmbo-school doet dat? Dan mag je dat uitdragen, en dat werd te weinig gedaan.”

Ook is Over-Y bezig een zogenoemde profklas te starten, waar de kinderen een dagdeel praktisch onderwijs krijgen. “Nu is de theoretische leerweg nog heel theoretisch. Het ministerie moedigt aan meer praktisch bezig te zijn in het mavo-onderwijs. We kunnen daarop wachten, of daar alvast erop vooruitlopen.”

Grensschool

Ook de Christelijke Scholengemeenschap Buitenveldert (CSB) is bewust een nieuwe koers ingeslagen: leerlingen volgen nu verplicht een dag in de week projectonderwijs, dat ‘millenniumskills’ heet en waarbij alle leerlingen worden gemengd. Samenwerken en probleemoplossend denken staat centraal, iets dat volgens Jurriaan Langstraat, teamleider van de tweede klas, onontbeerlijk is. “De toekomst vraagt meer van leerlingen dan alleen woordjes Frans uit het hoofd kennen.”

Vijf jaar geleden gaven nog 110 leerlingen de CSB als eerste keus op, in 2019 waren het er 65. “We zijn een grensschool, onze geografische ligging maakt het soms lastig”, zegt Renooij. “Scholen binnen de ring hebben het makkelijker.”

Hoe kijkt de school naar de afgenomen interesse? “We vinden het teleurstellend”, zegt Volkert Renooij, teamleider van de eerste klas. Maar hij wijst ook op het feit dat de CSB – net als het Hervormd Lyceum Zuid een goede tweede keus is. “Het leerlingenaantal in totaal is toegenomen. Afgelopen schooljaar hadden we zes brugklassen, alhoewel ik volgend jaar op twee meer hoop.”

De school zag vooral een toename van leerlingen uit Amstelveen en omstreken. “In Amsterdam halen we minder kinderen” erkent Renooij. “Veel Amsterdammers hebben geen idee waar Buitenveldert ligt. Pas als ik zeg, de Zuidas of VU, gaat er een lichtje op. We zijn dus ook opzettelijk de afgelopen jaren meer leerlingen uit Amstelveen gaan ‘halen’.”

“Je hoopt toch dat ons nieuwe concept de daling weer rechttrekt, alhoewel dat vaak wel een aantal jaren kost voordat het echt is geland. Dat zie je terug in de cijfers”, zegt Langstraat. “Toen we ‘millenniumskills’ het eerste jaar (schooljaar 2016/2017) invoerden, hadden 129 leerlingen de school als eerste keuze, een piek. Dat waren de leerlingen en ouders die wel eens iets nieuws wilden proberen. In de jaren erna vonden ouders het juist weer spannend, en daalden de cijfers. Nu merken we dat leerlingen er speciaal voor binnenkomen, en dat is natuurlijk wat we willen.”

De school heeft de afgelopen jaren gezocht naar een manier om zich anders te profileren. Daarbij was het ook een zoektocht in hoeverre de school zich nog tot het christelijke in haar naam verhoudt. “Je moet je steeds verantwoorden, merkten we”, zegt Renooij. “Mensen vragen vaak waar de C in onze naam voor staat. Dan zeg ik: we beginnen de dag niet meer met psalmen en het traditionele kerstdiner is het kerstgala geworden. Maar we hebben nog wel het vak levensbeschouwing.” Het logo van de school is “heel bewust” aangepast: er staat nu nog alleen CSB, zonder de volledige naam eronder. “De profilering van de school is van levensbelang”, zegt Renooij. “Maar we zien ook de toekomst hoopvol tegemoet: we geloven oprecht dat deze vernieuwing, samen met een opgeknapt schoolgebouw, meer leerlingen zal trekken.”

De mensen praten weer over de CSB, in positieve zin, zegt Renooij. “Begin 2000 hadden we tegenvallende eindexamenresultaten. Die kentering is nu weer positief omgeslagen, dat zien we ook terug in de toenemende belangstelling tijdens de open dagen en lesjesmiddagen: op die middagen kwamen 237 leerlingen af, ten opzichte van zo’n 85 het jaar er voor. We moeten nu alleen de gemiddelde Amsterdammer overtuigen om uit die ring te komen. Fiets tien minuten door, er staat een prachtige school. Amstelveen heeft ons al gevonden, nu Amsterdam weer.”

Rapporten met cijfers

Op zoek naar cijfers over de centrale loting? De rapporten van de afgelopen zijn verzameld op de pagina Wetenschappelijke rapporten over matching en loting in Amsterdam.

Gerelateerde onderwerpen

Meer artikelen over Blog