Leerlingen vmbo-g en vmbo-t die willen doorstromen naar het havo, moeten geslaagd zijn voor het eindexamen met een extra vak (art. 8.9a WVO 2020 jo. art. 8.9 lid 1 Uitvoeringsbesluit WVO 2020). Het extra vak levert een doorstroomrecht op. Het extra vak moet een algemeen vormend vak zijn. Beroepsgerichte vakken en schooleigen vakken zijn niet toegestaan (art. 8.9 lid 2 onder a en b Uitvoeringsbesluit WVO 2020).
Het hangt van de school en je profiel af uit welke extra vakken je kunt kiezen. Het kan bijvoorbeeld gaan om:
In principe kies je aan het einde van het derde leerjaar welk extra vak je gaat volgen. Maar het is ook mogelijk om deze beslissing nog uit te stellen. In dat geval haal je de gemiste leerstof van dat extra vak later in.
Heb je geen examen gedaan in een extra vak? Dan geldt het wettelijk doorstroomrecht niet. Het verschilt dan per school of je wel of niet kunt doorstromen naar het havo. Scholen mogen in dit geval namelijk hun eigen doorstroomregels maken.
Sommige scholen sluiten leerlingen zonder extra vak automatisch uit. Terwijl er ook scholen zijn die juist alle leerlingen die dat willen laten doorstromen naar het havo. Maar de meeste scholen zitten daar tussenin. Zij hanteren bepaalde toelatingsregels voor leerlingen die niet aan de wettelijke doorstroomeis voldoen. Voorbeelden van eisen die scholen stellen zijn bijvoorbeeld een:
Als de school regels opstelt, dan gelden deze regels voor alle scholieren. De medezeggenschapsraad praat hier daarom over mee. Ben je van plan om door te stromen? Lees dan zo vroeg mogelijk, het liefst al in de onderbouw, hoe dit op jouw eigen school is geregeld of op de website van de school waar je mogelijk naartoe wilt.
Voldoe je aan het wettelijk doorstroomrecht, maar heeft de school geen plek op het havo? Dan mag de school je alsnog weigeren (art. 8.9 lid 2 WVO 2020). De weigering mag echter niet samenhangen met jouw kennis, vaardigheden of leerhouding of het feit dat je van het vmbo instroomt.
In de schoolgids staat het percentage scholieren dat jaarlijks op een school doorstroomt naar een hoger leerjaar. Op deze manier kan je achterhalen hoeveel plek er ongeveer is. Je kunt ook navragen bij je mentor of decaan hoeveel klassen en plekken er op het havo zijn.
De school mag geen zwaardere regels hanteren voor stapelaars: leerlingen die na hun vmbo-diploma naar het havo doorstromen. De regels voor zittenblijven in havo-4 zijn namelijk voor alle leerlingen gelijk (art. 8.12 lid 1 Uitvoeringsbesluit WVO 2020).
Scholen die in havo-4 of vwo-5 nog wel regels voor zittenblijven hanteren waarin onderscheid tussen leerlingen wordt gemaakt op basis van de schoolsoort die zij eerder volgden, moeten hun beleid aanpassen.
Sinds 2017 kunnen vmbo-scholen subsidie ontvangen voor de ontwikkeling en uitvoering van een doorstroomprogramma. Een doorstroomprogramma helpt leerlingen de overstap naar het havo makkelijker te maken. Zij volgen dit in het laatste jaar van het vmbo en in havo-4.
Wil je graag meedoen aan zo’n programma? Vraag dan op jouw school wat de mogelijkheden zijn.
Meer informatie over de subsidie staat op de website van de Rijksoverheid.
Scholieren die na het vmbo naar het havo gaan vergroten hun kansen op de arbeidsmarkt. 84% van de afgestudeerde hbo’ers tussen de 25 en 64 jaar heeft namelijk een baan. Terwijl dit bij afgestudeerde mbo’ers lager ligt met 77%. Van de mensen met een diploma vmbo of mbo-1 heeft 62% een baan.
In Nederland stromen jaarlijks rond de 8.000 leerlingen na het vmbo door naar het havo. In schooljaar 2020-2021 ging het om ruim vijftien procent. Stapelen naar het havo komt verhoudingsgewijs evenveel voor bij jongens als bij meisjes (Bron: OCW in Cijfersvan OCW, DUO en CBS). In Amsterdam ligt het percentage stapelaars van vmbo-t naar havo met gemiddeld ruim twintig procent een stuk hoger dan het landelijk gemiddelde.
Het slagingspercentage op het havo ligt lager ten opzichte van het vmbo en het vwo. Jaarlijks zakt ongeveer zeven procent voor het eindexamen havo. Voor het eindexamen vmbo is dit tussen de drie en vier procent. En voor het vwo zakt gemiddeld vijf procent. Deze percentages zijn al jaren gelijk. Het is niet duidelijk of het hoge percentage dat voor het havo zakt komt door de instroom vanuit het vmbo. (Bron: ‘Onderwijs in Cijfers‘ van OCW, DUO en CBS).