Een leerlingen met een beperking, stoornis of handicap vraagt zelf een aanpassing van het eindexamen aan bij de school. In de praktijk vraagt hij dit aan de mentor of zorgcoördinator, bij voorkeur vóór 1 november in het eindexamenjaar. Na de aanvraag beslist de directeur of rector of de aanpassing wordt toegestaan. Het is aan te raden om hier een schriftelijke bevestiging van te vragen. De aanpassing(en) worden vervolgens gemeld bij de Onderwijsinspectie. Als je als examenkandidaat of school twijfelt over een aanpassing, dan is het mogelijk om dit voor te leggen aan de Onderwijsinspectie.
Vóór 1 november wordt bij de Onderwijsinspectie gemeld hoeveel examenkandidaten meedoen aan het centraal examen (art. 3.18 WVO 2020). Het regelen van aanpassingen is daarom aan te raden rond deze datum. Maar zelfs bij situaties die zich op de dag van de examens zelf voordoen, kan de directeur direct contact opnemen met het CvTE.
Als een leerling tijdens het examen speciale aanpassingen nodig heeft, zoals extra tijd of hulpmiddelen, dan is dit meestal al bekend. Dit komt omdat er eerder al aanpassingen nodig waren tijdens de schoolloopbaan van de leerling, bijvoorbeeld bij proefwerken en schriftelijke overhoringen. Er is dan ook al vaak een deskundigenverklaring beschikbaar. De mentor of zorgcoördinator bespreekt meestal ruim van tevoren met de leerling en de ouders welke aanpassing van het eindexamen nodig is.