De wettelijke definitie van kindermishandeling staat in de jeugdwet en luidt:
Elke vorm van voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of van onvrijheid staat, actief of passief opdringen, waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel.
De Raad van Kinderbescherming maakt binnen deze definitie onderscheid tussen:
In de Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling staat wat schoolmedewerkers moeten doen als zij signalen krijgen dat een kind mogelijk thuis te maken heeft met kindermishandeling of getuige is van huiselijk geweld. Deze wet is van kracht sinds 2013 en hierin worden de verschillende stappen benoemd die zij moeten zetten bij een vermoeden van kindermishandeling. Met ingang van 2019 zijn deze stappen voor beroepskrachten die met kinderen werken verplicht.
Een samenvatting van de meldcode is in een filmpje te zien.
Op basis van de landelijke meldcode moet iedere school een eigen meldcode opstellen. Hierin geeft de school invulling aan de wet en maakt afspraken over de werkwijze binnen school. Scholen kunnen deze meldcode op hun website en/of in de schoolgids publiceren. De onderwijsinspectie ziet erop toe dat een school een meldcode heeft die aan de wettelijke vereisten voldoet.
Let op: de school moet eerst met de ouders en/of leerling in gesprek gaan, voordat zij een melding mag doen bij Veilig Thuis. Alleen als een leerling in acuut gevaar is, kan de school direct een melding doen en de politie inschakelen.
Een leraar, begeleider of andere beroepskracht die signalen krijgt dat er mogelijk sprake is van kindermishandeling, moet verplicht de volgende stappen doorlopen:
Wanneer er na het doorlopen van de stappen 1 tot en met 5 een melding wordt gedaan, gebeurt dit bij Veilig Thuis. Dit advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling kijkt naar de vervolgstappen, samen met de melder, ouders, leerling en hulpverleners.
Als er geen sprake is van een acute of structurele onveiligheid en er andere mogelijkheden voor hulpverlening zijn met instemming van ouders, dan wordt daarvoor gekozen.
Lees voor het stappenplan en praktijkvoorbeelden ook de folder ‘Meldcode? Meldplicht?’ van Stichting School & Veiligheid.
Vast onderdeel van de stappen uit de meldcode is in gesprek gaan met de ouders en/of de leerling. Dit gesprek is verplicht voordat er een formele melding bij Veilig Thuis wordt gedaan. Zo zijn ouders op de hoogte van het feit dat de school zorgen heeft over de thuissituatie en eventueel een melding doet. Onderdeel van stappen 1 en 2 kan wel zijn dat de school anoniem advies inwint bij Veilig Thuis. Alleen als een leerling in acuut gevaar is, kan de school direct een melding doen en de politie inschakelen.
De Stichting Onderwijsgeschillen heeft een overzicht gemaakt van de rechten en plichten van ouders rondom meldingen bij Veilig Thuis, op basis van situaties waarin zij uitspraak heeft gedaan.
Indien u het oneens bent met de werkwijze van school, kunt u een klacht indienen bij de klachtencommissie van de school. Als u het oneens bent met de werkwijze van Veilig Thuis of het Ouder- en Kindteam kunt u een klacht indienen bij de gemeente of bij het Advies- en Klachtenbureau Jeugdzorg (AKJ).